Schouten / Het is een schande!
Met instemming zie ik de huidige opbloei van het woord ’schande’ en ’schandalig’ aan. Mooi woord, bekt lekker: het is een schande! Schandalig! Grootgebruiker van het woord is Geert Wilders, die allerlei dingen schandalig of schandelijk vindt – ik denk dat ze het bij hem thuis vroeger veel gebruikt hebben.
Hij noemde het bijvoorbeeld schandalig dat zijn woordvoerder Fritsma die motie niet zomaar mocht indienen of dat mevrouw Arib een bijbaantje in Marokko heeft. Schande, driewerf schande! Op hun beurt vinden de tegenstanders van Wilders zijn optreden ook weer schandalig, schandalige insinuaties, schandalige voorstellen – het woord is zo te zien erg besmettelijk en springt makkelijk op anderen over. De herwaardering door het parlement van de schande zal zijn weerslag wel op het Nederlandse volk hebben, daar ben ik van overtuigd. Ik voorzie voor de komende tijd steeds meer zaken die schandalig worden gevonden. Het ligt waarschijnlijk aan de structuur van het woord, eigenlijk klinkt het nogal zacht, zachter bijvoorbeeld dan het eraan verwante (denk ik, geen zin om het etymologisch woordenboek erop na te slaan) woord ’schaamte’. Als je een buitenlander zou zeggen dat een ’schande’ een kleine, zaadlobbig plantje is dat weinig licht nodig heeft, of een zitbank van Ikea of dat wij het woord voor schapenvacht gebruiken, zou hij het geloven. Door ’schande’ te roepen, dat zachtklinkende en niettemin vertoornde woord, laat je mooi zien dat je boven het schandaal staat. Het heeft daarnaast ook een zeker Margreet Dolman-gehalte: boos maar niet heus. Wie ’rotte vis’ roept of ’pishoofd’ laat zich gaan, maar het woord schande suggereert een vorm van beschaving bij de spreker; hij staat er zelf ver boven, dat voel je: het is een moralistische term, gebruikt door superieuren. Ik denk dat het daarom onder kinderen weinig circuleert; die schelden elkaar liever direct uit, op voet van gelijkheid. Mijn dochter Eva vond dingen wel eens ’een schande’ maar dat waren dan altijd dingen die ze zelf gedaan had of die iemand anders waren overkomen, ze gebruikte het eigenlijk nooit in veroordelende zin, meer alsof iemand door een onvoorstelbaar noodlot was getroffen. Het volwassen woord schande laat zich ook leuk combineren met woorden die het dan onmiddellijk een spannende draai geeft: schandaalpers, bloedschande, schandknaapje. Alles met schande erin trekt nu eenmaal onmiddellijk de aandacht, je onderbreekt je werk en komt kijken wat er aan de hand is: wat een schandaal! De roman ’De schandalen’ van Simon Vestdijk bijvoorbeeld heeft alleen al daarom een sublieme titel. De schandalen die vervolgens worden uitgemeten (gedoe en gekonkel in kunstkringen) vallen vervolgens nogal tegen, net zoals bij Wilders, maar de titel is goed. Schandaal in Holland van Du Perron klinkt ook goed en gaat ook nog eens over een echt schandaal, een 18de-eeuws geval van incest. Of Wilders al deze cultuurmomenten laat passeren alvorens-ie naar de microfoon beent of als een predikant het spreekgestoelte betreedt en het woord schandalig in de mond neemt, vraag ik me af. Volgens mij vindt-ie het gewoon lekker klinken en ik geef hem gelijk: het is allemaal een grof schandaal!