Schouten / Halve of dubbele hersens
Ik moet er niet aan denken om in het openbaar mijn IQ te laten meten. Misschien moet je er een soort dapperheid voor bezitten, maar dan ben ik graag laf: liever blo Jan dan dodo Jan. Stel dat de IQ-machine stuk is en je komt eruit met de intelligentie van een redelijk ontwikkelde aap of nog erger?
Deze nachtmerrie overkwam zangeres Bonnie St. Claire bij de nationale IQ-test – ook al zo’n ding trouwens; vroeger moest ik al lachen om zaken als de Nederlandse Tapijt Unie of de Nationale Nederlanden. Maar tegenwoordig heet alles nationaal, niet alleen bevrijdingsdag maar ook het dictee of de secretaressedag. Kennelijk om ons een saamhorigheidsgevoel te geven in deze versplinterde tijden.
Het doorlichten van onze IQ’s hoort wat mij betreft niet bij deze nationale aandachtspunten. De arme Bonnie St. Claire, van het inderdaad nogal eenvoudige liedje ’Bonnie, kom je buiten spelen’, werd, naar wij van harte hopen, in de maling genomen door een kaduke machine. Anders lukt het zelfs een erge domoor niet om op een IQ van 52 uit te komen, genoeg voor één hersenhelft zeg maar. Ze gaat, vertelde ze, nu een nieuwe test doen, in de hoop dat er een juiste score uitrolt. Een ezel stoot zich... enfin. Maar ze heeft ons ook beloofd dat wij de uitslag niet te weten komen, tenzij ze opeens hoogbegaafd blijkt te zijn. En dat vind ik dan weer verstandig. Bravo Bonnie, tien punten erbij voor deze wijze beslissing!
IQ-tests zijn zo’n beetje de meest intieme onderzoeken die een mens kan laten verrichten. Stel, je denkt dat je een bovengemiddeld intelligent mens bent omdat je het VWO hebt afgerond en een goeie baan hebt, maar na een IQ-test blijk je slechts een heel gemiddelde geest te bezitten, ik zou het niet willen weten, liever zou ik mijn modale kop in het zand steken en verder leven met de illusie dat ik geslaagd ben.
Of je bent in je jeugd een keertje doorgemeten en denkt op middelbare leeftijd: vooruit, eens kijken hoe de vlag erbij hangt. En daar blijk je me toch te zijn weggezakt in een prut van onontwikkelde ideeën en onlogische conclusies!
Het omgekeerde is misschien wat moeilijker voorstelbaar maar oké, we doen ons best: je bent gewoon maar Bonnie St. Claire, en je blijkt ineens een IQ van 170 te hebben. Ook dat moet een schok betekenen: waarom ben je dan geen hoogleraar econometrie geworden, waar blijft je Nobelprijskandidatuur? Al die tijd heb je een verkeerd leven geleid.
Kortom, aan mijn geest geen IQ-test. Maar veel mensen zijn er dol op om ondervraagd en opgemeten te worden. In het verhaal Het kukel van Marten Toonder meet een vreemd mannetje de kukels der Rommeldammers op. Wat het kukel precies is weten we niet, maar het blijken allemaal minkukels. Behalve de minst ambitieuze van het stel, Wammes Waggel, wiens kukel onbekend blijft. Daar valt iets van te leren. Alleen wie er geen belangstelling voor heeft blijft gevrijwaard van de terreur der breinmeters. De anderen gaan in het stof voor de achterlijke wereld van tv-exhibitionisten, BN-gluurders en hoogbegaafdheidswaanzinnigen.