Schouten / Dierenboeken

Zouden dieren verbeelding hebben? Ik heb de fauna de laatste tijd niet genoeg bijgehouden om het antwoord met zekerheid te geven, maar ik denk van niet.

door Rob Schouten

We tekenen een hond die van een bot droomt, en misschien doet-ie dat ook wel, maar de rest is vooral verbeelding van óns. Mogelijk dat een enkele dolfijn of aap boven het niveau van het instinctmatige leeft maar ik geloof niet dat de modale gnoe een rijke fantasie heeft, die hem uittilt boven de onweerstaanbare drang om jaarlijks met de grote trek mee te gaan. Om maar te zwijgen van wormen en kakkerlakken. Dat de mens wél over verbeelding beschikt staat vast, het is het voornaamste dat hem onderscheidt van de rest. Rotstekeningen, instrumenten maken, het moet allemaal ooit in zijn hoofd, voorheen kop, zijn opgekomen en ziedaar: homo sapiens. Maar laten we nu ook weer niet te veel waarde aan die verbeeldingskracht schenken, want als het puntje bij het paaltje komt blijft de werkelijkheidszin van de Serengeti-gnoe ons beheersen. Extreme vertegenwoordigers van verbeeldingskracht, zoals kunstenaars, worden zodoende zelden politici of grootverdieners. Grote leiders beschikken soms over visionaire kwaliteiten maar als de verbeelding met ze op de loop gaat komt er zelden iets goeds van. Dat, ondanks zijn ontwikkelde staat, de mens nog altijd geregeerd wordt door de realiteit, bleek afgelopen vrijdagavond tijdens de uitreiking van de AKO-literatuurprijs. Dat is, met al die schrijvers in de buurt, natuurlijk een broeikas der verbeelding. De AKO doet ook non-fictie, maar ook dan geldt de verbeelding. Het enige non-fictiewerk op de toplijst, Stemmen op schrift van Frits van Oostrom, kijkt over de feiten heen; als je in het oude verhaal van Walewein elementen van Monty Python en Rambo herkent ontstijg je in zekere zin de realiteit. Toch wil de wereld om ons heen niet aan dat literaire primaat van de verbeelding. Zo vroeg Peter van der Vorst namens RTL-Boulevard aan Christiaan Weijts niet naar diens boek maar slechts naar de veroordeling wegens stalken die de auteur ooit aan zijn broek had gekregen, en die allicht de bron maar toch niet de essentie van zijn roman uitmaakt. Even later was het weer raak, bij Pauw en Witteman, waar de winnaar van de prijs, Hans Münstermann, haastig was aangeschoven. Hoe vond u het nou dat uw moeder was weggelopen? vroeg nota bene Witteman. Alsof hij een praatprogramma over mensen met jeugdtrauma’s presenteerde. Inderdaad loopt in Münstermanns boek de moeder van de hoofdpersoon van huis weg in een vlaag van prefeministisch onbehagen, maar schrijven schrijvers juist niet om de werkelijkheid te ontstijgen of in elk geval naar hun hand te zetten? Zelfs Van Oostrom, met zijn studie over vroeg-Nederlandse literatuur toch betrekkelijk immuun voor de autobiografische vraag, kreeg te maken met de platvloerse journalistiek der human interest. Was dat andere project van hem, de Nederlandse canon, hem niet al door twee prinsessen uitgereikt en nu weer zo’n prinses in de jury? Kortom, het lukte niet erg met de vraag naar de verbeelding, het bleef maar vissen naar de werkelijkheid achter het boek. Als het om boeken gaat blijven we dieren.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden