Schouten / Brildragend, geen danstype

Afgelopen weekend, Leidseplein half twee ’s nachts. Daar moet je natuurlijk op dat tijdstip ook niet wezen. Maar ik was er wel. En ik werd er, al fietsend, aangesproken door iemand die ik voorlopig een gedrongen, kaalgeschoren man zal noemen, type gabber.

door Rob Schouten

Hé studentje, riep hij, met je belachelijke bril op. Het was waar, ik had een bril op, al kon ik niet zien of het in de ogen van de buitenwereld ook een belachelijke bril was. Intussen had ik me natuurlijk gevleid kunnen voelen omdat gabber mij op de helft van mijn werkelijke leeftijd taxeerde, al kreeg ik niet de indruk dat hij bezig was complimentjes uit te delen. Bedoel je mij? riep ik terug want een of andere onversaagde emotie had bezit van mij genomen, een gevoel van survival of the fittest. Het moest er maar eens van komen. Ja jou, studentje! of ben je soms professor, achterlijke mongool! Het was duidelijk dat zijn taalgebruik gedurende dit korte gesprek in snel tempo aftakelde. Ik was me echter van geen kwaad bewust, al was het me wel duidelijk dat mijn fietsende en brillende aanwezigheid de man ernstig hinderde. Soms moet je de straat op om het ware leven van nabij te voelen. Ineens woelde er in mij een diep verlangen op om de verstoorde dronkaard die kennelijk een onbevredigende avond achter de rug had, van repliek te dienen. Verstandig was het allemaal niet, dat voelde ik ook wel, maar moest ik me dan maar redeloos door zo’n opgefokte agressor laten uitschelden? Wie weet werd ik zometeen volkomen in elkaar geslagen, stampte hij mijn bril kapot en ging hij er op mijn fiets vandoor maar het kon me werkelijk niet schelen, adrenaline vol onverstand golfde door mij heen. Als het aan mij lag ging ik straks bebloed aangifte doen bij de politie die hem tot in het derde en vierde geslacht zou vervolgen. Van die gedachte ging iets bevredigends uit. Ik had, voor het eerst sinds mijn jeugd, zin om te matten. Iets van de taferelen die ik zo vaak op National Geographic zag, leek opeens midden in Amsterdam voorhanden. Misschien bewoog ik me zonder het te beseffen door zijn territorium en moesten we nu als twee concurrerende soortgenoten het beslissende gevecht aan. Ik fietste niettemin nog een paar veilige meters verder alvorens ik tegen mijn voorhoofd tikte en me hardop afvroeg of hij misschien zelf niet helemaal goed snik was. In zijn waarderingssysteem bleek ik intussen te zijn afgezwakt tot een halve mongool en of ik soms een ram wilde. Hij maakte echter geen aanstalten mij die te verkopen. Wellicht begon hij zelf aan de hele onderneming te twijfelen, naarmate ik dichterbij gekomen was en allicht toch iets meer van een professor wegkreeg, of wie weet vond hij me, eenmaal van de fiets afgestapt, toch groter en breder dan hij me aanvankelijk had ingeschat. Nogmaals mompelde hij ’ik sla je in elkaar, moroon.’ Daarna liep hij een beetje van mij weg. Zo zakte het veelbelovende strijdtoneel jammerlijk in elkaar. Hoe noemen ze dat ook weer? Het hazenpad. De tegenstander nam het hazenpad. En Brildragend, geen Danstype fietste ongeschonden naar huis.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden