Schouten / Bos, Balk en Halske op de catwalk
Ik had niet eens gemerkt dat ze er nauwelijks meer stonden, maar zo gaat dat nu eenmaal met afwezigen, ze lopen niet in de gaten.
Het ’Journaal’ kwam met het nieuws, of liever gezegd met de eclips van het oude: de verkiezingsborden zijn aan het verdwijnen. Ooit noemde ik het ’sterk seizoensgebonden planten met een korte en hevige bloeitijd’, maar inmiddels zijn ze vrijwel uitgestorven, de houten staketsels waarop de koppen der voormannen een paar weken lang om onze gunst vragen. Ik sluit niet uit dat er in de provincie nog een paar zeldzame nabloeiers staan, maar ik heb ze bij mij in de stad, Amsterdam, een week voor de verkiezingen nog niet gezien. In Groningen is inmiddels een museum voor ze ingericht, ten teken dat we met fossielen van doen hebben: ’Maak geen fouten, stem Schouten’, ’Laat Lubbers het karwei afmaken!’ Nu ze voorbij zijn maken ze prompt een onbeholpen indruk; haast ontroert hun gestolde geschreeuw: Kijk mij! Zie ons staan! Tegelijk met de houten timmerwerkjes waarop vroegere politici het in weer en wind tegen elkaar opnamen, is geloof ik ook de particuliere verkiezingsposter aan het kwijnen, waarmee je in je venster aangaf voor Wouter, Femke of André te zijn. Ooit bekende de Nederlander graag kleur, maar ook die tijd lijkt voorbij. Het debat, dat met posters en borden vooral voor wandelaars en verkeersdeelnemers bedoeld leek, is helemaal naar de bankzitters overgeslagen. Je kunt geen tv-programma opslaan of er zit een politicus in. Balkenende bij ’Catherine Keyl’, Femke Halsema bij ’De wereld draait door’, Wouter Bos en Jan Marijnissen bij ’Studio voetbal’. Als ik geen televisie had zou ik allicht niet eens weten dat het verkiezingstijd was. Merk op, nu politici uitsluitend nog bewegen en praten in plaats van ons indringend aan te kijken, hoe de verkiezingstijd een catwalk van diverse stijlen is geworden. Zo blijft iedereen Balkenende keurig netjes met ’u’ aanspreken, zelfs generatiegenote Keyl, en ook dat pak gaat nooit uit. Hij beweerde bij omroep Max weliswaar dat hij onlangs in jeans door het Central Park had gehold, maar in de eerste plaats klonk dat als een ongeloofwaardig kijkje in zijn garderobekast en in de tweede plaats moet ie dat dan maar in het Vondelpark doen. Femke, Wouter en Jan daarentegen worden overal lustig getutoyeerd, alsof het collega’s zijn die binnenkort ook wel in ’Dancing with the stars’ te zien zullen zijn. Dat verleidt vanzelf tot wederzijdse gemeenzaamheid. Zo beklaagde Wouter Bos zich over het feit dat je bij ’De Wedstrijden’ van Talpa nooit wist wanneer ’je kluppie’ aan de beurt kwam (kennelijk een van de grote clubs want bij ’Studio Sport’ wist je ook alleen maar zeker dat ze met Ajax, Feyenoord of PSV begonnen). ’Je kluppie’... hoor mij gezellig meekletsen. En Jan Marijnissen liet Hugo Borst maar gewoon voorgaan: „Ik heb hier altijd het laatste woord, Jan.” De televisie onthult ons, nee niet de eenzame staatsman op zijn houten paal of in de vensterbank, maar de stemmentrekker die door het stof gaat. Allemaal voor ons, leden van de jury.