Column
Schoonmakers krijgen door 'het lekkere' zin in hun werk
Morgen organiseert het schoonmaakbedrijf Asito voor de zesde keer het Nationaal Integratiediner. Dit is prachtig voorbeeld van zingeving op de werkvloer: door 'het lekkere' meer zin krijgen in je werk.
Zodra het lichaam, de lust en het lekkere in beeld komen, schieten we in een kramp. En dat levert lastige zingevingsvraagstukken op. Vroeger, toen meneer pastoor gebood de handen boven de dekens te houden. Maar ook nu nog, zo bleek uit mijn onderzoek naar zingeving op de werkvloer. Voor dat onderzoek sprak ik Annet de Lange, lector Human Resource Management bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Zij zei: 'Voor HRM zijn lust en lekker moeilijke begrippen, wij zijn eerder geneigd te spreken over fitheid, vitaliteit, mindfulness.'
Toch is dat lustvolle, dat lekkere volgens René Gude fundamenteel. "Alle projecten beginnen bij de lustgevoelens van de deelnemers of lopen stuk op onlustgevoelens. Lust is de vitale bron, zonder trek gebeurt er niets. Als we planten waren zou ik zeggen: lust is de stuwende kracht die vanuit de wortels de ware, schone en goede bloemenpracht van vitaliteit voorziet.'
Verharding van de samenleving
Daarom is de eerste betekenis die Gude aan zin verleent ook: het zinnelijke, dat gaat over de lust, het lekkere, het lichamelijke. En dat je voor dat begrip helemaal niet huiverig te zijn, blijkt bij het Nationaal Integratiediner, dat schoonmaakbedrijf Asito morgen weer organiseert. Dat bedrijf, met meer dan honderd nationaliteiten in dienst, ontdekte zes jaar geleden dat hun medewerkers leden onder het verharde debat in onze samenleving over migratie, inburgering en buitenlanders. Het leverde de schoonmakers stress op, het ziekteverzuim nam toe.
Het bedrijf bedacht een maatregel die perfect past binnen de zingevende categorieën van Gude: het Nationaal Integratiediner: koken voor elkaar en het resultaat met elkaar op de werkvloer opeten.
Initiatiefnemer Ron Steenkuijl, directielid bij de ADG Dienstengroep: 'Onze werknemers kregen last van de verharding in de samenleving, van spanning in de maatschappij. Dit is de zorg van de politiek, maar net als veiligheid is leefbaarheid van de werkplek een zaak van de bedrijven zelf. Wij zien elke dag dat verschillende mensen heel goed samen kunnen werken en wij willen dit graag aan de buitenwereld laten zien. Door samen te koken, te eten en te praten, leren mensen elkaar niet alleen kennen, maar ervaren ze ook welke rijkdom andere culturen te bieden hebben. Want hoezeer je als nieuwe Nederlander ook integreert, op één punt is die oude identiteit extra vitaal: het eten.'
20.000 mensen aan tafel
Het diner werd een succes. Vijf jaar na de start zaten er tijdens het Nationaal Integratiediner in kantines, universiteiten, stations, fabrieken, op meer dan tweehonderd locaties meer dan twintigduizend mensen met elkaar te eten en te praten. Morgen verwacht het bedrijf dat er op meer dan driehonderd locaties wordt gegeten.
Letterlijk via het 'lekkere', het zinnelijke, ontstonden gesprekken, leerde men elkaar kennen, en kreeg men meer zin in werk. Dat bleek ook uit onderzoek: de uitval is teruggelopen en de schoonmakers gaven in groten getale aan dat hun werkplezier sinds de invoering van het diner vergroot is.