Schoonheid op het eind
Pijnlijk precieze gedichten van Schots-Nederlandse schrijver
Michel Faber (1960), vestigde zijn naam met romans als 'Lelieblank, scharlakenrood' en 'Het boek van wonderlijke nieuwe dingen', sf-achtige boeken maar met een diep-humanistisch sausje, heel apart en intrigerend. Poëzie zou je van hem niet direct verwachten maar hij schrijft het wel. En hoe! Zijn zojuist vertaalde dichtbundel 'Tot leven' is weliswaar proza-achtig van opzet en bepaald niet vormvast maar hij is ook indrukwekkend en ontroerend. Aanleiding voor de gedichten is het sterfbed van zijn vrouw Eva, lijdend aan beenmergkanker, haar overlijden en de rouwperiode.
Zelden las ik zo'n empathisch en liefdevol maar ook openhartig en eerlijk verslag van een allesovertreffende liefde voor een vrouw 'die door haar bloedlichaampjes heen was'. Alles komt aan bod, hoop, wanhoop, de herinnering aan vroegere geluksmomenten, rauw besef van de aftakeling, het wachten, de dood zelf, het rouwen, woede, berusting, dat alles in lange praatgedichten die toch op een wonderlijke manier allemaal overeind blijven. Het zijn vooral de vele, vaak pijnlijke, maar soms ook grappige details die blijven hangen, het jurkje dat niet meer past, de wanhopige steeds weer 'een na laatste' vrijpartij, Eva die weer onvast loopt als het kind dat ze in 1960 nog was, 'onverdraaglijk schattig geworden'.
'Overleven zat niet in je pakket', schrijft Faber maar als zij het zelf niet kan, zal hij het doen; hij wekt zijn dode vrouw tot leven, juist door haar op haar ziekbed te beschrijven, nietsontziend. 'Je was lelijk op het eind. / Jij wist het en ik wist het. / Kaal, opgeblazen, varkensoogjes' maar tegelijkertijd vol liefde 'Ik noemde je Schoonheid op het eind'. En bij alle ellende is er ook een bitter soort vrolijkheid als hij over de optie van een sneller einde door zelfmoord of euthanasie schrijft: 'Wij zijn te allen tijde bereid / de islam te beledigen / als dat een doortastende jongeman / met zijn zwaard naar het Parkside ziekenhuis zou weten te lokken / (met de District Line naar Wimbledon / en dan overstappen op bus 93)'.
Maar de meeste indruk maakte op mij het tweede deel, na de dood van Eva, waarin de dichter met het verlies probeert om te gaan. Zijn vrouw is weg, maar er zijn nog oude foto's en de post, de 'Cancer Compass' en 'Leukemia Alert' blijven komen. Hij merkt dat de katten haar na een tijdje niet meer missen en moet hij ook haar planten in leven houden of mag hij ze weggooien? En zijn eerste date na Eva valt in het water. Wat een prachtig beschreven rouwproces om de teloorgang van wat hij ergens noemt 'een ménage à trois / Jij, ik en je kanker'! Juist omdat de dichter bij alle ellende zijn gevoel voor humor en relativering niet verliest is 'Tot leven' een bundel die je niet loslaat en ten slotte toch troost biedt bij het onvermijdelijke. Of het grootse poëzie is durf ik niet te zeggen maar het zijn pijnlijk precieze teksten.
Michel Faber: Tot leven. Een liefdesgeschiedenis. (Undying. A love story) Vert. Harm Damsma, Niek Miedema. Podium; 144 blz. euro 19,99
undefined