Scholekster is hier over tien jaar praktisch uitgestorven

De 'Bonte Pieten' kunnen wel 40 jaar oud worden. Als ze per jaar 0,35 jong groot zouden brengen, zou de populatie in Nederland standhouden. Op dit moment ligt het gemiddeld aantal nakomelingen echter slechts op 0,2. Beeld
De 'Bonte Pieten' kunnen wel 40 jaar oud worden. Als ze per jaar 0,35 jong groot zouden brengen, zou de populatie in Nederland standhouden. Op dit moment ligt het gemiddeld aantal nakomelingen echter slechts op 0,2.

Waar de scholekster ook neerstrijkt, overal liggen problemen op de loer. De situatie is zo ernstig, dat de vogel over enkele jaren dreigt te zijn verdwenen.

Monica Wesseling

Zonder ingrijpende maatregelen is de scholekster in 2020 als broedvogel zo goed als verdwenen uit Nederland. Er worden veel te weinig jongen groot en ook in de wintermaanden is de sterfte juist onder die jonge vogels aanzienlijk. "Ik wist dat het slecht ging, maar zó erg had ik niet verwacht", aldus Bruno Ens, teamleider Kust-, Wad-, en Wateronderzoek bij SOVON Vogelonderzoek. Ens verdiept zich al 31 jaar in scholeksters.

Op het eerste gezicht lijkt de Mokbaai op Texel bij laagwater het vertrouwde beeld te bieden van een wad vol scholeksters, rosse grutto's, tureluurtjes, bergeenden en ander gevleugeld fraais. Tientallen scholeksters peuteren geconcentreerd strandkrabben, kokkels en zeeduizendpoten uit het zachte slik. Een sluwerd jat een krab van een soortgenoot. Het ziet er geruststellend uit, maar Bruno Ens maakt zich grote zorgen. "Er zijn op de ruim zeventig scholeksters die je op dit kleine stukje wad ziet, maar twee juvenielen. Dat is veel te weinig."

De scholekster kan 40 jaar oud worden en hoeft daardoor per broedpaar gemiddeld slechts 0,35 jong per jaar groot te brengen. Dat lijkt een makkie gezien de gemiddelde leg van drie tot vier eieren, maar het benodigde aantal jongen wordt bij lange na niet gehaald. "Landelijk zitten we gemiddeld nauwelijks op 0,2 jong per broedpaar. De reproductie is al jaren slecht, maar de laatste tijd gaat het erg hard achteruit. Het aantal scholeksters is nu met 65.000 tot 90.000 broedpaartjes nog niet de helft van de aantallen 20 jaar geleden!"

Er wordt al jaren onderzoek gedaan naar deelaspecten van het scholeksterleven. Omdat de signalen dat het slecht gaat steeds pregnanter werden, heeft Ens, met steun van Vogelbescherming Nederland, de afgelopen twee jaar alle gegevens en onderzoeken doorgerekend, geïnterpreteerd en samengevoegd tot één groot problemenrapport. Van alle scholeksters broedt 77 procent in het agrarisch land, 4 procent heeft een nest in de stad en 19 procent zit op de kwelders. In de wintermaanden gaan vrijwel alle dieren naar de Waddenzee of de Delta. "En overal, het hele jaar door, ondervindt de scholekster grote problemen", aldus Ens, terwijl hij door zijn telescoop speurt naar scholeksters met een ring om hun poot en ringcombinatie LR-GCWT noteert. "Alleen in de stad en op enkele bijzondere locaties als werkeiland Neeltje Jans en de polder van Ameland gaat het broeden soms goed."

De problemen in het agrarisch gebied zijn de gebruikelijke; de grond wordt te intensief gebruikt, de weiden steeds vroeger gemaaid. De vogels op de begroeide buitendijkse kwelders van de Waddeneilanden hebben te kampen met steeds heviger weer, waardoor de schorren vaker overstromen en nesten verloren gaan. Lukt het wel om de eieren uit te broeden, dan verkommeren de jongen door voedselgebrek, onder meer door schelpdiertekorten. De Waddenzee is eind jaren tachtig zwaar overbevist en herstelt zich onvoldoende. De kwelders op het vasteland zijn veiliger wat betreft weersinvloeden, maar veelal verruigd - een scholekster houdt van kort gras. En op het vasteland loeren vossen.

In de wintermaanden als de meeste vogels naar de Wadden verhuizen, zijn de perikelen zo mogelijk nog groter, vertelt Ens, terwijl hij met veel moeite zijn laarzen loswrikt uit het slijk. Enkele tientallen meters verderop klapt hij de telescoop weer uit. Bomvolle veerboten ten spijt, zijn wad en dijk aangenaam mensloos, alleen vogelgeluiden doorbreken de stilte. Toch is de mens voor een groot deel verantwoordelijk voor de teruggang. Scholeksters eten 's winters schelpdieren, bij voorkeur mosselen en kokkels en in tijden van schaarste nonnetjes. Door de mossel- en kokkelvisserij zijn de droogvallende mosselbanken echter verdwenen en nam ook het aantal kokkels enorm af. Inmiddels is de mosselvisserij op droogvallende zandbanken grotendeels verboden en mag er alleen nog handmatig op kokkels worden gevist. Herstel is echter onvoldoende en moeizaam. Ook het nonnetjesbestand is ingestort.

"Maar dat daar is het grootste probleem", zegt Ens terwijl hij op een grillig gevormde schelpenmassa in het midden van de bank wijst. "De Japanse oester, een voor de visserij geïntroduceerde exoot, die de zich herstellende mosselbanken overgroeit. Naar schatting is slechts 10 procent van de scholeksters in staat een oester open te krijgen en dan alleen de kleine schelpen. Bovendien herstellen de mosselbanken zich alleen in de oostelijke Waddenzee."

De dieren die in de Delta overwinteren treft al geen beter lot. De Deltawerken en de visserij zorgden voor een aanmerkelijk kleiner voedselaanbod. Herstel is niet te verwachten; door de gewijzigde waterstromingen - een uitgesteld effect van de stormvloedkering - zakken steeds meer droogvallende platen onder water. Scholeksters foerageren op droogvallende platen.

Het ziet er somber uit voor de Haematopus ostralegus, concluderen Ens en Manon Tentij, senior beleidsmedewerker Kust en Zee van Vogelbescherming Nederland. Alleen met verstrekkende, ingrijpende maatregelen is het tij te keren - áls het al te keren is. Om het broedsucces in het agrarisch gebied te verbeteren, moeten er weidevogelkerngebieden komen, afgestemd op de scholekster. Agrarisch natuurbeheer biedt volgens Tentij nu geen soelaas. Vogelbescherming is al met gruttokerngebieden bezig, maar de scholekster vraagt een ander beheer met onder meer een latere maaidatum. Tegengaan van verruiging en aanvallen door roofdieren op de kwelders van het vasteland kan het broedsucces verbeteren, de aanleg van hoge kweldereilandjes kan op de Wadden soelaas bieden.

Ook in overwinteringsgebieden valt wel het nodige te doen, vertelt Tentij. Zo laat Rijkswaterstaat onderzoeken hoe de plaaterosie in de Oosterschelde tegengegaan kan worden en wordt er, betaald door het Waddenfonds en ondersteund door Vogelbescherming, geëxperimenteerd met de aanleg van mosselbanken.

Meer scholeksteronderzoek, onder meer met veertig gezenderde dieren die sinds verleden jaar rondvliegen én de duizenden geringde dieren, moet duidelijk maken waar de scholeksters foerageren. Zo kan worden vastgesteld waar gevist kan worden zonder dat de scholeksters daar ernstig onder lijden. Tentij: "Er kan van alles worden gedaan aan die teloorgang. Maar of het ook echt gebeurt, is maar zeer de vraag. Het huidige politieke klimaat is regelrecht natuuronvriendelijk."

Ens is even pessimistisch, maar blijft knokken voor zijn 'Bonte Piet'. Een vlucht rosse grutto's trekt over het ondiepe water, een grote stern krijst en de bron van alle zorgen blijft nijver peuteren naar voedsel.

Vroeger waarschuwen

De scholekster is niet de eerste vogel waarvan pas laat wordt ontdekt dat het heel slecht gaat. Hetzelfde gebeurde bij de huismus en boerenzwaluw. Vogelbescherming Nederland, het Vogeltrekstation, en SOVON werken daarom aan een early warning system. Door op grote schaal en permanent van alle vogels gegevens over overleving en reproductie te verzamelen en te bewerken, zijn negatieve trends eerder te zien en kan er tijdiger worden ingegrepen.

Niet op de Rode Lijst

Het dreigend uitsterven ten spijt, staat de scholekster niet op de Rode Lijst. Ens: "De door de overheid gebruikte criteria zijn niet geschikt voor langlevende soorten. Bovendien wordt het belang van Nederland voor een soort niet meegerekend. Dat terwijl 30 procent van de wereldpopulatie scholeksters bij ons in Nederland broedt."

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden