Reportage

Schier is voor Koos Dijksterhuis het ultieme eilandgevoel

De kleine burgemeester verblijft meestal een stuk noordelijker dan Schiermonnikoog.  Beeld RV
De kleine burgemeester verblijft meestal een stuk noordelijker dan Schiermonnikoog.Beeld RV

Schiermonnikoog brengt bij elke stap iets nieuws. Het eiland speelt een hoofdrol in de bundeling van Koos Dijksterhuis’ ‘Natuurdagboeken’.

Jeroen den Blijker

Op weg naar Schiermonnikoog, ergens tussen Saaksum, Roodehaan en Warfhuizen slaat de landschapspijn toe. De Groningse dorpjes ogen leeg, het landschap nog leger. Geen koe in de wei, geen vogel in de lucht en Koos Dijksterhuis, natuurschrijver, dichter en vooral gepassioneerd hoeder van alles wat kruipt, vliegt, groeit en bloeit, begint te mopperen. Hoe mooi het landschap hier ooit was. En hoe liefdeloos het is verworden tot saai agrarisch industrieterrein. Onbegrijpelijk, verzucht hij.

Nee, dan Schiermonnikoog, het doel van deze reis. Dat wekt bij hem heel andere gevoelens op. Schiermonnikoog, het kleinste van de bewoonde Waddeneilanden, zo vaak bejubeld in zijn ‘Natuurdagboek’, de rubriek die Dijksterhuis nu bijna tien jaar iedere werkdag verzorgt voor deze krant, is één groot Nationaal Park. Op Schier is geen plek voor knetterende brommers of opdringerige scooters. Auto’s zijn er volkomen nutteloos, zo klein is het eiland. Hier gaat men te voet of met de fiets, om te genieten van de rust en de natuur. Schier, met zijn lege stranden en hoge duinen, dat prachtige wad en die oneindige luchten, is het ultieme eilandgevoel.

Dijksterhuis’ vader, planoloog, ook verzot op de natuur, kocht er vijftig jaar geleden een vakantiehuisje voor zijn gezin – en dat huisje is nog steeds in de familie. Eigenlijk hebben de vakanties op het eiland zoon Dijksterhuis gevormd. Daar begon hij met het verzamelen van schelpen, daar raakte hij gefascineerd door vogels, planten en bomen. “Toen ik acht was, kende ik alle namen van schelpen uit mijn hoofd”, zegt hij, inmiddels 54 jaar oud. “En vogels vond ik altijd al leuk.” Hij was een echte buitenjongen. Thuis in Amersfoort ging hij er vaak op uit, naar Landgoed Den Treek, niet zo ver van het ouderlijk huis vandaan, of het spannende terrein van psychiatrische instelling Zon en Schild. Later kwamen daar de kampjes en excursies van de Christelijke Jeugdbond van Natuurvrienden bij. “Soms gingen we heel ver, naar de Oostvaardersplassen bijvoorbeeld, vogels kijken. Of de Hoge Veluwe.” En dat allemaal op de fiets, kom daar nu nog maar eens om.

Oversteek

Vandaag is het vooral een grijze dag – de enige in een zonnige week. Gelukkig is natuur overal, zo blijkt als de boot de haven van Lauwersoog achter zich laat.

Meeuwen zijn er nauwelijks vandaag. “Maar heb je het dappere vogeltje gezien dat zich aan de oversteek heeft gewaagd?”, wijst Dijksterhuis. Driftig fladderend houdt het de boot bij. Een graspieper, kijk maar naar dat snaveltje. Die staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels, weet hij, maar op Schier, waar de intensieve landbouw is ingedamd tot een grote polder aan de zuidkant, is het waarschijnlijk goed toeven. “Al heb je er natuurlijk wel verwilderde katten, achtergelaten door toeristen.”

Een uurtje later staan we op het dorpsplein van Schiermonnikoog. De rugzak wordt vastgesnoerd, het standbeeld van de beroemde monnik van Schier gegroet, de route voert langs de watertoren rechtsaf het bos in. Daar heeft hij vorig jaar nog een havik gezien, een schitterende vogel, top-predator en redelijk zeldzaam, vertelt de natuurschrijver enthousiast. De havik voedt zich vooral met duiven en soms konijnen.

Deze morgen is het vooral stil in het bos. Nou ja, stil? Wie met gids Koos Dijksterhuis de natuur ingaat, ziet zoveel meer, blijkt al snel. Op een open plek wemelt het bijvoorbeeld van de vogeltjes – als je er oog voor hebt. “Ik hoor een groenling… Hoor je? Didididi!” En: “Kijk, daar zitten puttertjes in het gras, die zien er enorm bont uit en zijn herkenbaar aan hun gele vleugeldek. Ze maken een beetje kwetterend geluid”.

De tjiftjaf laat ook van zich horen. Zelfs voor de grootste vogelnitwit is deze herkenbaar, want als het zangertje zijn snaveltje opent, roept hij zijn naam. O ja, de grasmus, die zien we ook nog. “En de holenduif, die doet het hier uitstekend”, vertelt de gids terwijl we onze weg vervolgen. “Holenduiven broeden meestal in bomen, nestkasten of oude gebouwen. Maar op Schiermonnikoog zie je ze ook broeden in konijnenholen. Kwetsbaar? Ach, hier heb je geen vossen of marters.”

Aanpassingsvermogen

Het is sowieso een mysterie, de natuur, vervolgt hij. Kijk naar hoe dieren zich aanpassen aan de lokale omstandigheden. Hoe weet zo’n holenduif eigenlijk dat hij hier rustig op de grond kan broeden? Is dat louter ervaring? Kopieergedrag? Of bestaat er zoiets als collectieve kennis die wordt doorgegeven?

Of neem zoiets enorm ingewikkelds als de vogeltrek. Fascinerend! Hij schreef er uitgebreid over, in zijn boek over de drieteenstrandloper, het koddige wadvogeltje dat ook frequent in zijn Natuurdagboek voorkomt. Waarom gaat de één wel op vogeltrek en blijft de ander hier? “Van de lange afstandstrekker gaan er exemplaren dood tijdens de trek, want zo ver vliegen is altijd vol risico’s. Maar van de thuisblijvers overleeft ook niet ieder dier, door de koude of door voedselgebrek.”

Een ding heeft hij in al die jaren in ieder geval wel geleerd: het gezicht van de natuur is altijd veelzijdiger en boeiender dan je verwacht. Altijd verrassend. “Weet je dat het zicht van veel vogels wel tot twintig keer zo scherp is als dat van mensen? Bij helder weer kunnen ze gemakkelijk iets waarnemen dat vijftig kilometer verderop gebeurt.”

Cover van het boek van koos Dijksterhuis: Eilandgevoel, Verhalen over de natuur van Schiermonnikoog. Beeld RV
Cover van het boek van koos Dijksterhuis: Eilandgevoel, Verhalen over de natuur van Schiermonnikoog.Beeld RV

Het landschap verandert ondertussen, de bomen sluiten zich aaneen, het wordt heuvelachtiger. Er klinkt een bonte specht ver weg in het bos, maar nu is het vooral de rijke flora die zich opdringt. Rendiermossen, zo mooi van kleur, die moeten natuurlijk op de foto. Net als die paddestoeljes, keurig in rijtjes gerangschikt op een omgevallen boom. Wie weet zijn ze te gebruiken voor zijn Natuurdagboek. Moeiteloos weet hij ook de locaties van de bijzondere plantjes te vinden. Zonnedauw bijvoorbeeld, een beschermd vleesetend plantje, of het rondbladig wintergroen. “Die houdt niet van zon, is vrij zeldzaam en staat ook op de Rode Lijst.”

Microklimaat

Dan komt de zee in zicht. Kijk, legt gids Dijksterhuis uit als we de duinen betreden, je ziet hier de vegetatie per meter veranderen. “De grond wordt kalkrijker, door schelpengruis, maar ook zouter door kwel vanuit zee. Ook is er sprake van een microklimaat, zo dicht bij zee; twee meter terug zag je nog de duindoorns, nu wordt de grond duidelijk armer. Hier tref je bijvoorbeeld zandtulpjes aan, een bedreigd paddestoeltje, maar ik weet hier ook plekken die helemaal vol staan met de zeer zeldzame groenknolorchis.”

In de duinen barst het ook van de orchideeën en van parnassia’s en andere duinbloemen. De wandeling op weg naar De Balg, de grote open strandvlakte aan de oostpunt van Schiermonnikoog, levert ook nog het nodige op: diverse soorten messchedes, een puntgave mantelschelp, bij velen toch vooral bekend als het logo van Shell, venusschelpjes en, het vermelden zeker waard: een Noordkromp: de forse asymmetrische mantel van een schelpdier dat honderden jaren oud kan worden.

Twee uur later, de boot vertrekt over een half uurtje, doen we nog even de vogelhut van de Westerplas aan. “Een uitstekende plek om eenden te zien”, belooft Dijksterhuis. Maar veel interessanter zijn die lepelaars aan de overkant van het water. “Ze zitten in de boom”, zegt Koos Dijksterhuis, turend door zijn verrekijker. “En daar links, heb je die bruine kiekendief gezien?”

Een oude kennis van het eiland voegt zich vervolgens aan Dijksterhuis’ zijde. Er worden wat vogelwetenswaardigheden uitgewisseld, wat je wat kunt zien. Totdat de natuurschrijver opeens roept: “Een kleine burgemeester!” De verrekijkers gaan omhoog, even is het stil in de vogelhut. Dan klinkt er instemmend gemompel. Inderdaad, de kleine burgemeester. Een zeldzame meeuwensoort die broedt in Groenland en arctisch Canada, overwintert in het noorden van Scandinavië, IJsland en Schotland en nu is gespot op Schiermonnikoog. Door natuurschrijver Koos Dijksterhuis, die tevreden lacht. Of deze vogel zijn Natuurdagboek haalt is onduidelijk. Maar alleen zijn naam is dat al waard.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden