Scènes uit een koninklijk huwelijk
biografie | Nooit, maar dan ook echt nooit, heeft het geboterd tussen Juliana en Bernhard. Het ging al fout tijdens de huwelijksreis.
Hoe slecht was het huwelijk tussen Juliana en Bernhard? Dat de verbintenis allesbehalve goed was, werd al duidelijk uit eerdere publicaties, onder meer van historicus Cees Fasseur. In 1956 liet Bernhard naar Der Spiegel uitlekken dat de echtelieden een heftig conflict hadden over de aanwezigheid van gebedsgenezeres Greet Hofmans op Paleis Soestdijk. Bekend was dat Bernhard in zijn leven vele minnaressen had gekend, met twee buitenechtelijke dochters als resultaat.
Uit de biografie van Juliana die Jolande Withuis vandaag presenteert, blijkt dat het in Paleis Soestdijk van begin tot het einde oorlog was. De scheve verhouding tussen Bernhard en Juliana bleek eigenlijk al tijdens de huwelijksreis die het tweetal in 1937 maakte naar onder meer Monte Carlo. Een Nederlander ontmoette het bruidspaar in het casino van Hôtel de Paris en zag hoe Bernhard 'alleronhebbelijkst' tegen Juliana deed als hij geld verloor.
Withuis citeert uit zijn brief: "Zij is vreselijk lief tegen hem en komt iedere keer weer, later aan de roulettetafel, en staat dan zijn rok af te borstelen. Maar hij neemt geen notitie van haar en praat alleen met andere vrouwen. (...) Hij mag dan een prins zijn, een heer is hij niet. Iedereen kent ze en kijkt dan naar hem."
undefined
Gouvernante
Een anonieme bron vertelde Withuis dat Bernhard niet alleen op reis affaires had met vrouwen, maar dat hij ook op het paleis zijn handen niet thuis kon houden. "Gouvernante Nitschmann deed haar deur op slot om zich de prins van het lijf te houden. Haar zeer jonge opvolgster werd door hem belaagd. Een zestienjarige logee werd in haar logeerkamer door de prins betast onder haar blouse en op haar mond gezoend."
Van de wens van Juliana om later, als zij eenmaal haar moeder Wilhelmina als koningin was opgevolgd, met Bernhard een hecht team te vormen, kwam al snel niets terecht. Nog voor de inhuldiging noemde hij haar waar het personeel bij was, de 'witte olifant' en zei dingen als 'moet je haar nu weer zien stuntelen'. Juliana zag op tegen de zware taak die voor haar lag en dan zei Bernhard dat ze het 'echt niet hoefde te doen'. De aanloop naar de inhuldiging verliep in een treiterige sfeer, zo meende het personeel.
undefined
Minnares
Juliana moest tolereren dat haar man zijn minnares Ann Orr-Lewis, die hij tijdens de oorlog in Londen had ontmoet, regelmatig mee op vakantie nam. De keer dat Juliana weigerde, werd de vakantie een mislukking. In het voorjaar van 1952 wilde Bernhard dat Orr-Lewis op Soestdijk kwam logeren en toen Juliana weigerde, vertrok Bernhard meteen naar Londen. Zij vroeg een bevriend echtpaar over te komen, omdat ze anders op haar verjaardag de hele avond alleen zou zitten.
undefined
Van Agt
Dat het huwelijk in de jaren zeventig verder etterde blijkt uit de bijdragen van oud-premier Van Agt aan het boek, die vond dat het voor Juliana jammer was dat ze destijds niet was gescheiden. "Dan had ze een beter leven gehad." Erger dan dat Bernhard met andere vrouwen het bed indook, vond Van Agt dat de prins de koningin in bijzijn van anderen vernederde. "Hij kon erg naar tegen haar zijn: 'Ach mens, hou je mond'."
Van Agt roept het beeld van mensen voor zich die elkaar het leven zuur maakten, want ook Juliana liet zich op dat gebied niet onbetuigd. Bij een staatsbezoek aan Roemenië in 1975 stelde Bernhard het natuurbehoud aan de orde. "Zij ging dwars door zijn natuurpleidooi heen. Hinderlijk. Irrelevant. Storend. Dat vond hij ergerlijk en dat liet hij blijken ook."
undefined
Verzetsman
Verzetsman Carel Steensma die tot het eind toe vaste gast op Soestdijk was, zei dat hij in vijftig jaar Bernhard nog nooit één aardig woord over zijn vrouw had horen zeggen. Welmet Hudig, de vrouwelijke dominee die Juliana's uitvaart deed en bij de laatste tien jaar van haar leven was betrokken, zei tegen Withuis dat Bernhard zijn vrouw, die toen al dementerende was, op het eind niet meer wilde zien.
undefined