Column
Satirisch
Misschien was het toch niet zo een goed idee, van het Franse satirische blad Charlie Hebdo, om de islamitische profeet Mohammed als tijdelijk hoofdredacteur aan te stellen.
Toen ik dit dinsdagochtend hoorde, schudde ik meewarig met mijn hoofd: nee, die profeet Mo is niet de juiste persoon voor een satirisch hoofdredacteurschap.
Zelf had hij helemaal niets met humor, toen hij nog leefde. In die tijd kon je beter iedere vorm van satire en spot vermijden als het om profeet Mo en zijn leer ging. Vraagt het eens aan de dichter Ka'b ibn al-Asjraf die een paar sarcastische verzen schreef over de vrouwen van de profeet: op last van Mohammed werden de poëet en zijn satanische verzen netjes geruimd.
Nu vind ik natuurlijk wel dat Charlie Hebdo een reputatie hoog heeft te houden. Dit blad las ik toen ik nog adolescent was. Grappig, puberaal, soms moedig, en altijd antiklerikaal. Maar na al die duizenden stukjes, spotprenten en columns over de slechtheid van kerk, priesters, Jezus en de paus, raakte ik wel oververmoeid. Overigens is er na die tientallen jaren van talrijke artikelen tegen de kerk nooit een christenfundamentalist geweest die op het idee kwam om een brandbom naar het hoofd van Charlie te werpen.
Anders gaat het met Mohammed en zijn meest opgewonden dienaren. Het blad had zich amper in Charia Hebdo omgedoopt en lag nog niet in de kiosken, toen de redactie eergisterennacht in vlammen opging. Molotovcocktail.
Gisterenochtend defileerden Franse politici en prominenten eensgezind voor een woud van microfoons en camera-lenzen. En hun angstige boodschap klonk uniform: dit is het werk van 2 of 3 fanatieke gekken, terwijl de gehele islamitische gemeenschap in France voor vrijheid van meningen en spot staat en de aanslag natuurlijk veroordeelt.
Ik was op slag gerustgesteld.
Althans totdat ik de verklaring van Hassan Moussaoui tegenkwam, de voorzitter van de Parijse raad van het 'Culte Musulman': "We veroordelen deze daad maar we veroordelen ook de daad van Charlie Hebdo. We veroordelen de publicatie van deze karikaturen, humor heeft grenzen, de vrijheid van meningsuiting heeft grenzen."
Vervolgens ging ik op de Facebook pagina van Charlie kijken. Daar wemelde het van reacties die voor een groot deel van islamitische Facebook-geregistreerden kwamen, dus niet anoniem. Een pret, een lol dat men had. De algemene teneur was: prima die aanslag als jullie nog steeds niet willen begrijpen dat je de spot met Mo niet mag drijven. Hier en daar bloeiden ook elegante tirades over die 'vuile vieze joden' die Charlie steunden. De Charlie-moderator van het blad was kennelijk nog drukbezig zijn verkolde computer bij elkaar te rapen.
Aanleiding voor het sharia-nummer van het blad was de verkiezingswinst van de islamitische fundamentalistische partij Ennahda in Tunesië. Maar in Frankrijk zijn er 600.000 Tunesiërs. En hoewel men in dat land de mond vol heeft van een 'Europese islam', lees: verfranst en modern, stemden bijna de helft van de Tunesiërs uit Frankrijk voor Ennahda (45,8 procent in Noord-Frankrijk en 49,8 procent in Zuid-Frankrijk). Dan had die naïeve Charia Hebdo het beter moeten weten.