Sarina Wiegman: 'Zonder de speelsters en de staf ben ik niemand'
In Amsterdam confereerden gisteren coaches in het vrouwenvoetbal. Middelpunt was 's werelds beste coach, Sarina Wiegman, die de Nederlandse vrouwen naar de Europese titel leidde.
Ze komt handen te kort en ze wordt overladen met gelukwensen en complimenten. Vrijwel iedereen op de Uefa-conferentie met coaches in het vrouwenvoetbal in het Hilton Amsterdam Airport Schiphol klampt Sarina Wiegman even aan. Als bondscoach van de regerend Europees kampioen en als 's werelds beste coach van een vrouwenteam is de Haagse het middelpunt van de bijeenkomst. Al heeft ze het liever over 'ons' dan over 'mij'. "Zonder de speelsters en de rest van de staf ben ik niemand."
Op de groepsfoto met alle afgevaardigden uit 54 landen staat Wiegman in het midden op de voorste rij, geflankeerd door een aantal kopstukken van de Europese voetbalunie Uefa en KNVB-voorzitter Michael van Praag - allemaal mannen. In de middagsessie spreekt ze de zaal toe, met de voorbereiding op het EK van deze zomer in Nederland als centraal thema. Na het betoog is het Steffi Jones, de coach van de onttroonde Europees kampioen Duitsland die Wiegman bedankt voor het werk dat ze heeft gedaan. Waarna een groot applaus volgt.
"Er is voor óns geapplaudiseerd, vooral voor óns", benadrukt Wiegman aan het eind van de conferentie, waar het EK wordt geëvalueerd en de ontwikkeling van het vrouwenvoetbal wereldwijd een van de agendapunten is. "We worden er nu weer aan herinnerd dat we een supergoed EK hebben gespeeld. De complimenten zijn eensluidend. Dat we de terechte kampioen waren, dat we het beste voetbal speelden en dat we dodelijk waren in de afronding."
Bescheiden
Het gaat Wiegman te ver om Nederland als voorbeeld te stellen voor het vrouwenvoetbal in Europa, daar is ze ook te bescheiden voor. Maar de oud-international kan niet ontkennen dat Nederland tijdens de Europese titelstrijd als een van de weinige ploegen aanvallend voetbal propageerde. En dat er kritiek was op de verdedigende tactiek van andere landen. In de 31 wedstrijden vielen er 68 doelpunten. Nooit eerder werd er op een EK zo weinig gescoord.
"Ik kan op dit moment makkelijk praten met onze aanvallende kwaliteiten in onze selectie", zegt Wiegman. "Ik ben geen voorstander van erg verdedigend voetbal, maar ik kan mij wel voorstellen dat je verdedigend gaat staan als je niet goed kan aanvallen. Wij kunnen het ons als vrouwenvoetbal niet permitteren om te gaan leunen en het initiatief aan anderen te laten. Met alleen de bal naar voren schieten en er achteraan rennen binden wij het publiek niet aan ons."
Een van de aandachtspunten op de conferentie is het grote gat tussen de speelsters onder de negentien jaar en de senioren. Wiegman heeft dat in Nederland ook geconstateerd en op de eendaagse bijeenkomst op Schiphol blijkt dat dat bij de meeste landen het geval is. Volgens de succesvolle coach van Oranje heeft dat vooral te maken met de ontwikkeling die het vrouwenvoetbal bij de senioren op dit moment doormaakt.
Wiegman: "De jongere speelsters hebben langer de tijd nodig om aan te sluiten. Als je kijkt naar de ontwikkeling in Nederland, doen de meisjes het goed. Ze doen de laatste jaren structureel mee aan eindtoernooien en dat was een doel. Het niveau gaat omhoog, maar tegelijkertijd wordt het niveauverschil tussen de onder negentien en de volwassenen groter. Daar zou eigenlijk een stap tussen moeten zitten."
Een nationaal B-elftal bijvoorbeeld. Volgens Wiegman is daar in Nederland voldoende potentieel voor, maar moeten daar ook de middelen (geld) voor zijn. Ook moeten jonge speelsters in haar ogen goed nadenken over de gevolgen van een (te vroege) stap naar het buitenland. "Het verschilt per individu, maar veel meisjes kiezen nu snel voor een buitenlandse club en komen daar op de bank terecht. Terwijl het juist van cruciaal belang is dat ze aan spelen toekomen."
Emancipatie
Het gaat in Amsterdam ook over emancipatie, over de rol van de vrouw in het voetbal en over de ontwikkeling van vrouwelijke coaches. Op het EK in Nederland zat bij slechts zes van de zestien landen een vrouw op de bank. Niet veel, al brengt Wiegman een nuance aan. "Op het vorige EK waren het er nog maar drie. Ik kijk niet zo naar cijfers. Je moet op het juiste moment de juiste persoon op die plek zetten. We moeten vooral kijken naar kwaliteit."
"Ik had heel duidelijk voor ogen wat ik wilde. Het is niet altijd leuk om je in je eentje door de mannenwereld te begeven en overal barrières te doorbreken. Nu er veel barrières zijn genomen en het voetbal niet meer door mannen gedomineerd wordt, moeten de vrouwen ook hun kansen nemen. Als je goed met je vak bezig bent en als je kwaliteit levert, word je geaccepteerd. Ik hoop dat we met z'n allen het vrouwenvoetbal naar een hoger plan brengen, al is het maar één procent."