Samy Amimour, van buschauffeur tot zelfmoordterrorist
Vlak achter het gemeentehuis van Drancy, een voorstad van Parijs, ligt het huis waar Samy Amimour (28) is opgegroeid. De man die zichzelf vrijdagavond opblies in het Bataclan-theater bracht hier zijn jeugd door. Het is een appartement in een stijlvolle portiekflat op nummer 1 van de Place Marcel Paul, een intiem pleintje met een keurig parkje en een speeltuintje. Om de hoek klatert uitbundig een fontein.
Niet het type wijk waarvan je verwacht dat iemand er radicaliseert, zegt buurtbewoner Roberto de Paoli (60). De gepensioneerde bankmedewerker woont hier al 45 jaar. Hij snapt totaal niet hoe Samy op deze plek zo vreselijk kon ontsporen. "Als iemand nou werkloos is en in een achterbuurt woont, oké", zegt De Paoli. "Maar deze man had een prima woning en was buschauffeur op lijn 48. Ik kan het niet bevatten."
Busmaatschappij
Buurtbewoners omschrijven Samy, geboren op 15 oktober 1987, als een rustige, bescheiden jongen. Hij kwam uit een verwesterd migrantengezin. Zijn moeder, een feministe en overtuigd republikein, houdt zich bezig met buurtwerk, bijvoorbeeld tegen jeugdcriminaliteit. Ze heeft haar kinderen altijd volop gesteund. Samy's vader werkt in de internationale handel, en zijn zus studeert. Hoe kun je in zo'n milieu nou ontsporen?
Dat lijkt aanvankelijk dan ook niet te gebeuren. Samy studeert keurig af in een literaire richting en krijgt een vaste baan bij busmaatschappij RATP.
Pas in 2006, als hij 19 jaar is, dienen de eerste tekenen van radicalisering zich aan. Samy gaat de beruchte moskee van Le Blanc-Mesnil bezoeken, iets ten noorden van Drancy. Hij krijgt er foute contacten en raakt in de ban van radicale predikers op internet. Thuis begint hij stiekem te bidden. Hij bekritiseert zijn ouders en keert zich geleidelijk van hen af.
In 2012 wordt de radicalisering compleet. Samy gaat een djellaba dragen, laat een sikje staan en zegt zijn baan op. Hij wil naar Jemen, voor een training, maar wordt opgepakt en langdurig verhoord. Hij komt vervolgens onder toezicht te staan en mag het land niet meer uit. Toch slaagt hij er in oktober 2013 in om naar Syrië af te reizen. Hij zal nooit meer naar Frankrijk terugkeren, behalve dan voor zijn 'ultieme daad'.
Honderd euro
De vader van de jongen deed in 2014 een poging om hem te redden. In Le Monde vertelde hij destijds hoe hij in de lente afreisde naar Syrië en zijn zoon opzocht. Hij liet hem een brief van zijn moeder lezen, met honderd euro erin. Maar Samy gaf het geld terug en reageerde koel. Hij liep op krukken, vanwege blessures uit de burgeroorlog. Strijdmakkers toonden gruwelijke beelden van moordpartijen waar Samy aan had meegedaan. Hier valt niets meer te halen, besefte de vader, en hij vertrok.
Nu, ruim anderhalf jaar later, stelt loco-burgemeester Jean-Christophe Lagarde van Drancy dat de Franse staat het gezin Amimour in de steek heeft gelaten. Hij zei het maandag, kort nadat de politie een inval had gedaan in het huis, waarbij de vader, de moeder en de zus werden opgepakt.
"Dit gezin zag een zoon ontglippen en kreeg geen hulp", aldus Lagarde, die de ouders persoonlijk kent en weet dat hen geen blaam treft. Hij zei het onbegrijpelijk te vinden dat Samy, hoewel zijn paspoort was ingetrokken, de grens kon oversteken. En dat de radicale moskee in Le Blanc-Mesnil nog altijd open is.
Op dertig meter van het huis van de Amimours staat ondertussen een groepje jongeren met een Noord-Afrikaans uiterlijk. Een journalist uit Nederland willen ze niet te woord staan. Hooguit voor geld, zeggen ze, of voor hasj uit Amsterdam. Als dat er niet in blijkt te zitten, maakt de aanvoerder van het clubje met een geïrriteerd handgebaar kenbaar dat de verslaggever maar één ding te doen staat: oprotten.
Weerloos
Toch niet zo'n fijne wijk, dan? Ach, aan zoiets moet je niet te zwaar tillen, sust buurtbewoner De Paoli. "Ik ken die jongens , ze doen geen vlieg kwaad. Ik laat rond middernacht rustig mijn hond uit als ze daar staan, en ik heb me nog nooit onveilig gevoeld. Ze willen gewoon niet geassocieerd worden met een terrorist. Dat snap ik heel goed."
Een vrouw van Noord-Afrikaanse afkomst die even verderop haar auto parkeert, was ooit als sociaal werkster bij het gezin Amimour betrokken. Ze wil haar naam niet zeggen, uit respect voor de moeder. Die gaat nu voor de rest van haar leven gebukt onder dit vreselijke drama. Het lag niet aan de ouders, zegt de hulpverleenster. Ook niet aan de wijk of aan de islam. Het zijn de ronselaars die het kwaad aanrichten, en waar geen kruid tegen gewassen lijkt.
Met haar eigen zoontjes, die naast haar staan, gaat het nu nog goed. Maar we zijn zo weerloos, besluit ze met een bezorgde blik op haar kinderen.