Samenwonend en toch alleenstaand
Dachten ze vorige week nog dat ze gekort zouden worden in hun AOW-uitkeringen, gisteren kon Trouw de familie Eggens verblijden met het nieuws dat zij níéts hoeven inleveren. De voorgenomen bezuiniging op de AOW-uitkeringen van samenwonende broers en zussen geldt niet voor hen omdat zij niet met z'n tweeën maar met z'n drieën het huishouden delen.
Oudste zus Aaltje Eggens (67) is er even stil van. Hebben ze zich daar nou zo druk omgemaakt. Hoe is het mógelijk? Na alle berichten over de korting op de AOW hebben ze de staatssecretaris zelf een protestbrief geschreven. Dat ze het onrechtvaardig vonden dat zíj, twee zussen en één broer, nu opeens voor de AOW als samenwonenden werden gezien en gekort.
Ze hadden 23 jaar geleden, toen ze boven hun eigen horecabedrijf gingen samenwonen al als 'gezin' behandeld willen worden. Door de belastingdienst. Samenwonenden vallen onder een gunstiger belastingtarief dan alleenstaanden. Maar dat kon toen niet.
“We hebben alle drie als alleenstaande het maximale betaald aan belastingen”, aldus de familie Eggens afgelopen donderdag in een interview met Trouw op deze pagina. “Maar nu er voor ons wat te beuren valt, zijn we voor de overheid geen alleenstaanden meer. Nu zijn we opeens wel een gezin.” Ze zagen de bui al hangen. De zussen Aaltje en Jannie (66) zouden hun alleenstaanden-uitkering van 70 procent van het minimumloon terug zien gaan naar 50 procent. Voor alle andere samenwonenden, gehuwd of niet, geldt immers al een AOW-uitkering van 50 procent. Staatssecretaris Linschoten denkt met het opheffen van de bevoorrechte positie (per 1 januari 1997) van samenwonende broers en zussen 130 miljoen gulden te besparen.
Een medewerker van de Sociale Verzekeringsbank wist Trouw gisteren te melden dat de familie Eggens haar bevoorrechte positie behoudt. Dank zij hun ouders die ooit besloten een derde kind te krijgen. Broer Egbert Eggens wordt volgend jaar 65. Hij zal niet al vanaf het begin een samenwonenden-uitkering van 50 procent krijgen, zoals hij dacht, maar gewoon nog recht hebben op 70 procent.
Waarom drie samenwonende broers en zussen niet gekort worden en twee wel, kan de SVB-man echter niet uitleggen.
Een voorlichter van het ministerie van sociale zaken duikt daarvoor in de stukken die staatssecretaris Linschoten naar de Kamer heeft gestuurd. Meerpersoonsrelaties, weet hij te vertellen, vallen niet onder de partnerdefinitie. Men heeft samenwonende partners in de sociale verzekering gelijk willen stellen aan gehuwden. En bij gehuwden gaat het immers ook om twee personen.
De maatschappelijke betekenis van meerpersoonsrelaties is klein, want ze komen weinig voor. Bovendien, zegt de voorlichter, zou het onbegonnen werk zijn, ook als het gaat om andere sociale-zekerheidsuitkeringen (bijvoorbeeld de bijstand) de juiste partnertoeslagen te moeten berekenen in een huishouden met meerdere partners.
In de boerderij van de familie Eggens is er gisteravond op gedronken.