Instroom
Ruim de helft minder asielzoekers dan verwacht in 2016
Bijna de helft minder asielzoekers dan verwacht zochten in 2016 hun toevlucht in Nederland, blijkt uit cijfers die gisteren vrijkwamen. Vijf trends op een rij.
1. Drastische daling eerste asielaanvragen
In piekjaar 2015 deden in totaal 43.100 mensen een eerste asielaanvraag in Nederland. In het overzicht voor dat jaar (zie grafiek) is duidelijk te zien dat van juni tot december er uitzonderlijk veel mensen in Nederland een veilig heenkomen zochten. Dat aantal zorgde voor flink wat maatschappelijke onrust. Lang niet overal, maar op enkele plekken waar plannen waren voor asielopvang, braken rellen uit.
De overheid zelf voorspelde eind 2015 dat er voor het jaar erop eenzelfde aantal asielzoekers werd verwacht. Later werd deze voorspelling naar beneden bijgesteld. Uiteindelijk waren er 18.200 mensen die een eerste asielaanvraag indienden in 2016. Minder dan de helft dan in het jaar ervoor.
De deal uit voorjaar 2016 tussen de Turken en de Europese Unie over de opvang van vluchtelingen is een van de oorzaken. Ook de vrijwel dichte grenzen op de Balkan zorgen ervoor dat er veel minder vluchtelingen in Nederland terechtkomen.
Tekst loopt door onder de afbeelding.
2. Meeste asielzoekers nog altijd uit Syrië
Exact 2150 Syriërs deden een eerste asielaanvraag in Nederland vorig jaar, ze zijn daarmee de grootste groep. Ook in 2015 kwamen de meeste vluchtelingen uit dit door oorlog verscheurde land. Maar in dat piekjaar ging het in totaal om een veel groter aantal: 18.677 Syriërs.
Kijk je verder naar de landen van herkomst van de asielaanvragers in Nederland, dan is er een duidelijk verschil tussen 2016 en het jaar ervoor. Er kwamen in 2016 meer aanvragen van mensen uit zogenoemde 'veilige landen'. In 2016 werd Albanië met 1664 asielzoekers het tweede land van herkomst. En Marokko stond op de vierde plaats. Juist deze groep, die bijna geen kans maakt op asiel, geeft de laatste maanden in asielzoekerscentra en hun omgeving overlast.
Tekst loopt door onder de afbeelding.
3. Veel gezinsleden komen over
Wie in Nederland een verblijfsvergunning krijgt, mag onder bepaalde voorwaarden directe familieleden - zijn of haar partner en minderjarige kinderen - laten overkomen. In de statistieken van het ministerie worden zij nareizigers genoemd. Kijk je naar absolute aantallen dan zijn er in 2016 minder nareizigers gekomen. In 2015 waren dat er 13.800 en in 2016 11.800.
Relatief is er sprake van een fikse toename. Ruim 37 procent van de totale asielinstroom was in 2016 wegens hereniging met een familielid. In 2015 was dat nog 24 procent.
Best logisch want inmiddels krijgen steeds meer van de asielzoekers uit 2015 een verblijfsvergunning. Pas nadat je dat papiertje in handen hebt, kun je om gezinshereniging vragen. En dan duurt het vaak nog wel een tijdje voor ze daadwerkelijk in Nederland arriveren. Vooral de laatste maanden van het vorig jaar stijgt hun aantal sterk. De verwachting is dat er ook dit jaar veel 'nareis' zal zijn onder de nieuwkomers in Nederland.
De meeste gezinsherenigers kwamen vorig jaar uit Syrië, liefst 71 procent. Op nummer twee - met nog maar 11 procent - staan mensen uit Eritrea.
4. Historische vergelijking
Tel je eerste asielaanvragen en nareizigers bij elkaar op, dan zie je dat 2015 wel een recordjaar was, maar dat er eerder ook grote aantallen naar Nederland kwamen. Toen in de jaren negentig Joegoslavië uiteenviel en er verschillende oorlogen gevoerd werden, kwam er een vergelijkbare stroom asielzoekers op gang.
Vluchtelingenstromen kunnen sterk fluctueren, zo blijkt wel. Zo zie je dat van 2002 tot en met 2013 jaarlijks minder van 10.000 vluchtelingen naar Nederland kwamen en dat zij er dan weer beduidend minder dan in 2016.
5. Vijftiende plaats in Europa.
En hoe deed Nederland het in vergelijking met andere Europese landen? Niet alle cijfers over 2015 zijn binnen, maar wel levert Eurostat een overzicht over het eerste half jaar van 2016. Zet je de totalen af tegen het aantal inwoners van een land, dan staat Nederland op de vijftiende plaats. Het grootste Europese land, Duitsland, kreeg de meeste asielverzoeken te verwerken, gevolgd door Oostenrijk en Hongarije.