Rouwen om gestorven kind is gevecht dat dag en nacht duurt
Wat gebeurt er met je wanneer je kind sterft? Dat weet alleen degene die het overkomt. En die vraagt zich verbijsterd af: wat gebeurt er met me? Rouwen om een van de meest dierbaren in je leven is een uiterst individueel gebeuren, het is een 'eenzaam avontuur'; niemand rouwt op dezelfde wijze, in hetzelfde 'tempo'. Want er wordt gerouwd om kinderen, die onder zoveel verschillende omstandigheden kunnen sterven, omstandigheden die allemaal invloed hebben op de wijze van rouwen.
En dan komen de wetenschappers en de hulpverleners, die met die verscheidenheid kennelijk niet zo goed uit de voeten kunnen. Dus moet uit de duizenden cases die ze tegenkomen een algemeen patroon gedestilleerd worden, op basis waarvan een hanteerbaar model wordt ontworpen: het 'rouwproces', waarin het verdriet 'verwerkt' moet worden in duidelijk omschreven 'fasen' of 'taken', waar zelfs een 'tijdpad' aan verbonden is. Het gevolg is dat er in de omgeving van de rouwenden een verwachtingspatroon ontstaat, waaraan velen, misschien wel de meesten, niet kunnen voldoen.
Ik ben 'vader van een overleden kind'. Bij mij roepen de (helaas) overal ingeburgerde termen als 'rouwverwerking', 'verwerkingsproces', 'rouwproces', grote weerstand op. Uit gesprekken met rouwenden blijkt deze weerstand bij zeer velen te bestaan. “Maar ik bedoel met 'verwerken' niet dat je je kind moet vergeten”, antwoordde iemand van slachtofferhulp op mijn bezwaar tegen de gebruikte terminologie. Alsof dat trouwens mogelijk zou zijn. Echter, wanneer zulke algemeen gebruikte terminologie uitleg behoeft, dan deugt ze niet.
In de berichtgeving rond de gezinstragedie in Hoofddorp duikt telkens op: de ouders hebben de dood van hun oudste kind van negen jaar (zo oud was ook onze jongste zoon toen hij stierf), twee jaar geleden, nog niet 'verwerkt'. En er wordt naarstig gezocht naar verklaringen. Een groot aantal deskundigen wordt gevraagd zijn visie daarop te geven. En geen van hen biedt vanuit het 'rouwprocesdenken' ruimte voor het feit dat er ook verdriet is dat niet 'verwerkt' kán worden, dat levenslang bij je blijft, waarmee je moet leren leven. En soms lukt dat en soms ook niet, maar in ieder geval lukt dat nooit in twee jaar.
Rouwen is geen proces, rouwen is vechten. Rouwen om je kind is een gevecht dat dag en nacht duurt, waarbij je de grens nadert van het gek worden, waarbij je denkt: het hoeft voor mij niet meer. En je vraagt jezelf af wat er nog nodig is, om je die grens over te duwen en wat je ervan weerhoudt om er overheen te stappen.
Een van de meest gehoorde dooddoeners die mensen om hun oren geslingerd krijgen, wanneer ze zo'n onherstelbaar verlies geleden hebben, is: “Het leven gaat door.” Maar niets is minder waar, want er zit een definitieve breuk in je leven en je moet je leven opnieuw zien op te bouwen. Er is een leven vóór en ná de ramp. Om toch verder te kunnen leven is het nodig om erkenning te krijgen van je verdriet. Het model van 'het rouwproces' is eropuit om je leven 'door' te laten gaan, om het leven 'te hervatten', zoals vaak letterlijk wordt gezegd. De terminologie suggereert dat 'verwerken' mogelijk is, zoals afval verwerkt wordt: weg ermee! Daarom herkennen zoveel rouwenden zich ook niet in het 'rouwproces'-model, dat in een generaliserend wetenschapsklimaat is bedacht en de mensen met het gevoel opzadelt te falen, wanneer zij niet aan het algemene verwachtingspatroon van hun omgeving (inclusief hulpverleners) kunnen voldoen. Al gauw wordt hun verweten, dat zij hun verdriet koesteren.
Wat er in die ouders uit Hoofddorp is omgegaan, sinds zij na de dood van hun oudste kind in de diepste duisternis en chaos van hun leven zijn terechtgekomen en het rouwgevecht moesten aangaan, kunnen geen van de door de media om commentaar gevraagde hoogleraren 'rouwverwerking'(!), psychologen, psychiaters, antropologen of gedragsbiologen ons uitleggen. Dat weten alleen zijzelf en het is de vraag of zij daar ooit een ander in willen of kunnen toelaten.
Het ziet er naar uit dat hun duisternis te diep is en dat ze verloren zijn gegaan in de chaos. Want er is verdriet dat niet te verwerken is, waarmee soms niet valt verder te leven. Of er hierna nog leven mogelijk is? Ik huiver.