Rotterdam wil landelijk toezicht op moskee-internaten
De twee Rotterdamse wethouders die verantwoordelijk zijn voor zogeheten moskee-internaten willen landelijk toezicht. De gemeente gaat alvast met de moskeebesturen in gesprek om de bedrijfsvoering op orde te krijgen.
Dat meldt NRC Handelsblad maandagmiddag. De krant berichtte zaterdag dat in Nederland minstens enkele honderden kinderen in moskeeën wonen. Mogelijk ligt het werkelijke aantal veel hoger: schattingen lopen op tot 3000 kinderen.
Toezicht vanuit de overheid ontbreekt, terwijl andere vormen van kinderopvang wel worden gecontroleerd.
Moskee-internaten hoeven niet te voldoen aan kwaliteitseisen en hoeven niet te werken volgens een pedagogisch plan. Medewerkers hoeven geen verklaring van goed gedrag te hebben. De panden zijn niet altijd veilig.
'Alle feiten moeten op tafel'
De instellingen komen ook voor buiten Rotterdam (namelijk in Amsterdam, Utrecht, Breda en Arnhem), maar zijn in de havenstad het talrijkst. Rotterdam zou nu drie moskee-internaten kennen, waarvan één illegaal. Een vierde is in oprichting.
Wethouder Hugo de Jonge (Onderwijs, Jeugd en Gezin) zegt nu dat 'alle feiten op tafel moeten komen' en overlegt woensdag met alle betrokkenen. Van de ouders van de geïnterneerden wil hij weten waarom ze hun kinderen 'voor een groot deel van de week door anderen laten opvoeden'.
Gemeente was op de hoogte van illegaal internaat
Collega-wethouder Karakus (Wonen, Ruimtelijke Ordening en Vastgoed) moet donderdag in een spoeddebat uitleg geven over de internaten. Karakus vertelde aan NRC dat hij in de zomer van 2011 op de hoogte is gebracht van het illegale internaat en toen direct actie heeft ondernomen. Het gemeentebestuur zei echter al eerder op de hoogte gebracht te zijn.
Het Ministerie van Volksgezondheid (VWS) liet zaterdag weten dat het bij Bureau Jeugdzorg Rotterdam navraag gaat doen naar de situatie van enkele kinderen uit de NRC-reportage.