onderwijs
Rosenmöller (VO-raad) wil kansenongelijkheid in het onderwijs aanpakken
Het eindadvies van de basisschool is niet langer in beton gegoten. Middelbare scholen gaan na twee jaar voortgezet onderwijs een nieuw advies geven, aan alle leerlingen. "Het is een van de antwoorden op de kansenongelijkheid in het onderwijs", zegt voorzitter Paul Rosenmöller van de VO-raad, de koepelorganisatie van middelbare scholen.
"Het schooladvies moet iets zeggen over de start van de middelbare school en niet dienen als verwachting van welk diploma je uiteindelijk gaat halen. Het lijkt ons dus logisch om na twee jaar een nieuw moment in te bouwen waarin je met zijn allen bespreekt: waar sta je nu?"
Bijna een jaar moesten de middelbare scholen nadenken over een antwoord op de waarschuwing die de Inspectie van het Onderwijs gaf in het voorjaar van 2016. De ongelijkheid tussen kinderen van lager- en hogeropgeleide ouders groeit, zei de Inspectie. Niet alle kinderen krijgen dezelfde kansen, dubbeltjes worden niet zomaar meer kwartjes.
Rosenmöller: "Dat bracht wel wat teweeg. We realiseerden ons dat er onbedoeld elementen in het onderwijssysteem zijn geslopen die voor ongelijkheid zorgen. Dat leverde een harde analyse op."
'Perverse prikkel'
Het tweede schooladvies is een deel van het antwoord op die analyse. Dat vergt wel wat van scholen. Een nieuw advies heeft immers alleen zin als een kind nog kan wisselen en het aantal brede brugklassen en brede scholengemeenschappen is de afgelopen jaren juist afgenomen.
Daarbij geven basisscholen in plaats van een dubbel advies - mavo/havo of havo/vwo - steeds vaker een enkel advies. Omdat de middelbare scholen dat willen, zegt het basisonderwijs.
Dat was inderdaad lang het geval, erkent Rosenmöller. "Er zat een perverse prikkel in het systeem. Als een leerling met een mavo/havo advies uiteindelijk een mavo-diploma behaalde, kreeg de school een minnetje. Zo is die situatie ontstaan."
Inmiddels is dat veranderd. "Die prikkel is weg. Dat is een belangrijke verbetering die nog niet tot elke school is doorgedrongen. We verwachten nu meer dubbele adviezen."
Samenwerking
Wil het tweede schooladvies echt zinnig zijn voor kinderen dan moeten scholen hun eerste klassen anders organiseren. Dat gaan ze doen, zegt Rosenmöller. Op sommige scholen kan dat vrij makkelijk, op andere kan dat wel een paar jaar duren.
"Maar we zien nu al meer brede brugklassen en verschillende leerlingen en leerstijlen bij elkaar. Verder vind ik de ontwikkeling van nieuwe scholen voor kinderen tussen de tien en veertien jaar erg interessant."
De scholen die alleen de mavo of alleen een gymnasiumopleiding aanbieden, hoeven niet te verdwijnen. "Maar zij gaan wel meer samenwerken. We hebben met zijn allen afgesproken dat we binnen de regio zorgen dat een leerling het onderwijs krijgt dat bij hem of haar past." Dat betekent dat een vmbo-leerling straks vakken kan volgen bij de havo om de hoek.
'Weeffout in het systeem'
Het liefst zou Rosenmöller nog een stapje verder gaan. Eigenlijk vindt hij het hele idee dat leerlingen uiteindelijk ingedeeld kunnen worden in vmbo, havo of vwo-klassen niet meer van deze tijd.
"Moet je even hier naar kijken", wijst Rosenmöller naar een papier dat hij bij een collega van het prikbord afhaalt. Leerlingen uit een vmbo-kader klas zijn per vak ingedeeld op wat ze aankunnen. Sommige leerlingen zouden wiskunde kunnen doen op vwo-niveau en taal op vmbo-niveau, andere blinken uit in Engels en hebben juist moeite met rekenen. "Leerlingen doen eindexamen op het niveau van hun slechtste vak", zegt Rosenmöller. "Dat is een weeffout in ons systeem."
Meer maatwerk, daar hamert hij al langer op. "Je moet soms ongelijkheid creëren om iedereen gelijke kansen te bieden. Neem bijvoorbeeld zittenblijven. Dat is een beladen fenomeen. Maar als een leerling na vijf jaar vmbo beter toegerust is op een mbo-3 opleiding dan na vier jaar, laten we daar dan ontspannen over doen."
Geld voor strijd met schaduwonderwijs
Hoogopgeleide ouders met een diepe portemonnee sturen hun kinderen naar dure huiswerkklassen of bijlesinstituten, ouders met minder geld kunnen dat vaak niet betalen. Dat moet anders, vindt de VO-raad. "Er mag geen financiële beperking zijn voor leerlingen die wat extra onderwijstijd nodig hebben", zegt voorzitter Paul Rosenmöller.
Middelbare scholen willen bijlessen of huiswerkuren daarom zelf regelen. Maar ze vragen daarvoor wel meer geld van het ministerie. Rosenmöller: "Nu krijgen we een bedrag per leerling. Ik vind dat de overheid moet erkennen dat sommige leerlingen iets extra's nodig hebben. Ik heb niet de illusie dat particuliere huiswerkinstituten helemaal zullen verdwijnen. Maar we moeten op zijn minst elk kind de mogelijkheid geven kosteloos extra lessen te krijgen."