Rogi Wieg
Rogi Wieg (Delft, 1962) is dichter, schrijver, muzikant en schilder. Zijn ouders zijn in 1956 uit Hongarije gevlucht. Wieg debuteerde als dichter in 1982 met de bundel 'Tijd is als een nekschot' In 1986 verscheen zijn prozadebuut 'Toverdraad van dagverblijf' waarvoor hij de Van der Hoogtprijs ontving. Dit jaar kwam bij uitgeverij De Arbeiderspers zijn roman 'Kameraad scheermes' uit waarin Wieg schrijft over zijn ervaringen met een grote depressie en zijn zelfmoordpoging.
1.Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben.
,,Ken je die mop van God die Zijn geboden aan de mensheid wil slijten? Nee? Goed, luister: God heeft een paar geboden bedacht en Hij gaat ermee op pad. Eerst komt Hij bij de Fransen en zegt: 'Ik heb een mooi gebod voor jullie.' 'Wat is het voor een gebod?' vragen de Fransen. God zegt: 'Jullie mogen niet vreemdgaan, niet echtbreken.' 'Nee,' zeggen die Fransen, 'dat is niets voor ons. Zo'n gebod nemen wij niet aan.' 'Oké,' zegt God en vertrekt. Hij komt bij de Duitsers en zegt: 'Hoor eens jongens, ik heb een gebod voor jullie. Gij zult niet doden.' 'Nee,' roepen die Duitsers, 'dat is flauwekul. Daar luisteren wij niet naar.' Enigszins wanhopig gaat God verder. Dan komt Hij bij de joden aan en zegt: 'Ik heb een gebod voor jullie.' 'O ja?' vragen de joden, 'en wat kost het? 'Niets,' zegt God, 'het kost jullie helemaal niets.' 'Prachtig,' zeggen de joden, 'doe er dan maar tien.'
Kijk, zo zie ik die zogenaamde uitverkorenheid van het joodse volk. Ik ben opgevoed met het idee dat ik me moet aanpassen. We zijn helemaal niet uitverkoren. En je kunt er ook maar beter je mond over houden, want voor je het weet word je opgehaald, uitgezonderd, afgemaakt. Ik heb pas op mijn 27ste in een interview durven zeggen dat ik joods ben. Nee, er gebeurde helemaal niets. Ik ben, wat dat betreft, mijn angst volledig kwijtgeraakt, al speelt de angst voor antisemitisme nog altijd een belangrijke rol in mijn leven. En weet je wat het gekke is? De mensen die mij het meest pijn hebben gedaan waren joods. Ik heb veel vrouwen in mijn leven gehad, maar waren ze joods, dan gaf dat steeds verschrikkelijke problemen. Joden zeulen altijd een zware last met zich mee. Ja, ik ook. Ik denk dat al mijn rare afwijkingen, gekke gedragingen en merkwaardige ondernemingen wel iets met het jodendom te maken hebben. Ik ben een overlever. Het grootste compliment dat je mij kunt geven is zeggen dat ik Auschwitz zou overleven.
Ik heb drie keer geprobeerd zelfmoord te plegen, ik heb in inrichtingen gezeten, in de bajes; ik heb het allemaal overleefd. Judith, mijn vrouw, zegt vaak voor de grap dat ik op Rambo lijk. Ken je die scène waarin de oud-commandant van Johnny Rambo aankomt bij de politiemacht die op de been is om hem te vangen? Hij zegt dan: 'I'm not here to protect Johnny from you. I'm here to protect you from Johnny.' Dat is eigenlijk de basis van mijn hele leven geweest.
Maar nu de vraag of er een Schepper bestaat.
Als je, zoals ik, uitgaat van de moderne fysica-waarin de unificatie van de kwantumtheorie, de relativiteitstheorie binnen de snarentheorie mijn bijzondere interesse hebben-dan moet je stellen dat het begin van het heelal bestond uit een zonderlingheid, een singulariteit, met een oneindige tijdruimtekromming waarin zowel de tijd als de ruimte in zichzelf gekromd was. We weten dat er vier fundamentele krachten in het heelal werkzaam zijn. We weten ook dat die vier krachten ooit één grote kracht zijn geweest. Het enige wat de Schepper dus heeft moeten doen is die singulariteit scheppen, een aantal beginvoorwaarden stellen, een hoge temperatuur creëren en de boel uit elkaar laten spatten. Dat gaat eigenlijk vanzelf. Of het nu op een inflatoire, een anders versnelde, of een heel andere manier is gegaan is niet zo relevant. Het hele complexe heelal zoals wij dat nu waarnemen, met levende wezens, planeten en sterren, is niets anders dan het gevolg van het af laten gaan van die ene wekker. Je hebt gelijk, ik geef daarmee nog geen antwoord op de vraag of die wekker ook een Maker heeft. Ik geloof niet dat, zoals Stephan Hawking zegt, ook de beginvoorwaarden zichzelf hebben gegenereerd. Er moet een macht buiten die singulariteit bestaan. Maar van deze macht, die ik voor het gemak God zal noemen, ben ik eerlijk gezegd niet bijzonder onder de indruk. Wat Hij heeft gedaan, kunnen grote kunstenaars en wetenschappers ook. Soms zelfs beter. Ze construeren de klok, maar zorgen er bovendien voor dat hij blijft tikken. Terwijl God ons ook nog eens heeft opgezadeld met de sterfelijkheid.''
2.Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is,,Ik ben grootgebracht met kunst. Mijn ouders hebben heel Italië met ons afgereisd. Ik ben enorm beïnvloed door de Renaissance. De uitbeeldingen van bijbelse taferelen hebben een onuitwisbare indruk op mij gemaakt. Niet zozeer omdat God daarin een rol speelt, maar omdat de kunstenaar voor het maken van die kunstwerken zijn goddelijke kracht heeft kunnen aanboren. Wat mij zo aanspreekt in religieuze kunst is de voortdurende worsteling met het lijden. In mijn schilderijen komt vaak een man met een bolhoed voor. Zo verbeeld ik Christus: een man met een bolhoed. Ik heb zelf thuis ook een zwarte bolhoed. Ik ben die figuur op het doek natuurlijk ook zelf. Ik ben Jezus. Dat wil zeggen: ik ben, net als hij was, een lijdende mens. Het enige wat ik niet kan is het lijden van anderen op mij nemen. Overigens denk ik dat Jezus, tot het einde toe, niet heeft kunnen geloven dat ze hem zouden kruisigen. Ik denk dat hij verbijsterd was toen hij hoorde dat het volk voor hem koos en niet voor Barabas. Ik geloof niet dat hij zich bewust door Judas liet verraden, zich heeft laten uitleveren om vervolgens zes uur aan het kruis te hangen, al zijn organen te voelen inklappen en te sterven. Jezus was niet suïcidaal. Jezus wilde leven. Want hij was de zoon van God natuurlijk niet, hij was een mens zoals jij en ik. Nee, ik geloof niet dat de Messias nog moet komen. Wachten op een verlosser is een volslagen waanzinnige onderneming.
De dood van Christus is een tragische vergissing geweest die uiteindelijk heeft geleid tot een nieuw geloof met buitengewoon veel antisemitisme, maar ook met kunst; schitterende, onvoorstelbaar mooie kunst. Als ik in Italië ben en zie wat het katholicisme aan kunst heeft voortgebracht, ben ik haast geneigd de kerk het antisemitisme te vergeven. Vergelijk het maar eens met de kunst die de joodse religie heeft voortgebracht. Bijzonder weinig. Wat wij-jij en ik-doen, vaart volledig in tegen het joods-orthodoxe denken. We mogen geen gesneden beelden maken. We mogen geen kunstenaars zijn.''
3.Gij zult de naam van de Here, uw God, niet ijdel gebruiken
,,Over de schepper van dit heelal mag je best iets lulligs zeggen. Die God heeft namelijk matig werk geleverd. Die God is een prutser. Maar de God die in ons leeft-de kracht die wij kunnen aanboren en die te maken heeft met schoonheid, met liefde en respect-ja, dát is een God voor wie je eerbied moet hebben. Zijn naam mogen we in geen geval bezoedelen.''
4.Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt, zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; maar de zevende dag is de sabbat van de Here uw God, dan zult gij geen werk doen
,,Dagen, weken, maanden-de tijd heeft eigenlijk geen vat op mij. In zekere zin ben ik ook niet ouder geworden sinds ik drie, vier of vijf ben. Ik leef nog net als toen: ik onderzoek. Ik onderzoek het leven dat ik leef. Begrijp je wat ik bedoel? Ik zie mezelf hier zitten, met jou. Straks zal ik een man naar huis zien lopen. Ik ben het. Het is mijn huis. Ik kan mij laten meeslepen in het denken over hoe ik mijn leven leef, maar ik kan het pure leven, het leven zelf, niet leven. Doodgewoon leven, zoals de meeste mensen doen, dat kan ik niet.''
5.Eer uw vader en uw moeder
,,Als ik iemand op deze wereld als een goddelijk wezen beschouw-niet omdat hij onsterfelijk is, want helaas is hij alles behalve dat-dan is het mijn vader. Hij is een van de weinige goden op de wereld. Wat hem God maakt? Hij is wijs. Hij is, net als mijn moeder, goed. Ze hebben in hun leven maar één ding nagestreefd en dat is het geluk van hun twee kinderen. Ja, we moesten presteren, maar niet om de prestatie zelf.
Mijn moeder zei: als je nu goed je best doet, pluk je daar later de vruchten van. Daarom zat ik urenlang achter de piano, daarom werkte mijn moeder harder om mijn lessen te kunnen betalen; niet omdat ik beroemd zou worden en in de krant zou staan. Nee, omdat ik gelukkig zou worden, de wereld zou zien, mooie muziek zou maken. Als mijn vader thuiskwam van zijn werk, was zijn eerste vraag: 'Heb je piano gestudeerd?' Als het onvoldoende was, moest ik alsnog spelen. Dan kwam hij achter me staan en sloeg me met de krant op mijn hoofd: ga door, ga door. Een kwelling? Nee, niet als je begrijpt waarom iemand zoiets doet. Ik begreep het. Ik was als klein kind al volwassen.
Ik ben opgevoed met oorlogsverhalen. Over opa's dood in een concentratiekamp, oma's vlucht uit de rijdende trein, over al de familieleden die zijn omgekomen. Ik kreeg al heel snel te horen wat het jodendom is, waarom we geassimileerde joden zijn. Ik heb er nachten van wakker geleden, doodsbang dat de Duitsers mij zouden ophalen. Nee, ik neem mijn ouders niets kwalijk. Waarom zou ik ook? Ik heb vijf jaar lang psychoanalyse gedaan-daar kwam niets uit. Ik heb gedragstherapieën gedaan, psychiatrische behandelingen ondergaan, neem al sinds mijn puberteit tranquillizers ... ik ben uiteindelijk tot de conclusie gekomen dat ik het ongeluk aan mijzelf te wijten heb. Je zou hooguit kunnen zeggen dat ze mij op te jonge leeftijd met de harde kanten van de werkelijkheid hebben geconfronteerd. Ik zou mijn ouders kunnen verwijten dat ik niet lang genoeg kind mocht zijn. Maar dat doe ik niet omdat hun intenties altijd goed zijn geweest. Ja, dat is een dooddoener, dat weet ik wel, maar wat moet ik dan? Als je de intenties uit het oog verliest en alleen maar ziet wat mensen werkelijk doen, dan wordt het heel moeilijk om je staande te houden. Natuurlijk heb ik hen teleurgesteld. Ik ben geen chemicus geworden, geen pianist. Ik heb zelfs drie keer geprobeerd zelfmoord te plegen. Dat is voor hen het allergrootste taboe. Ze zijn uit Hongarije gevlucht, ze hebben gevochten voor hun leven en ik...
Maar mag ik jou ook iets vragen? Ik vind het zo pijnlijk, dit interview... Weet je, ik begin zo langzamerhand te geloven dat ik mijn ouders in ellende ga overtreffen. Ja, misschien ben ik daar ook wel op uit. Misschien wil ik eigenlijk dat mijn vader en moeder op een dag erkennen dat ik meer heb geleden dan zij. Dat zou de ultieme beloning zijn. Maar het kan niet. Om hun verleden te overtreffen, om de ziekte van mijn vader en de ooit gebroken rug van mijn moeder te overstijgen, heb ik nog minstens tien levens nodig. Er zit niets anders op dan dat we elkaar teleur blijven stellen. Dat is kennelijk de manier waarop wij van elkaar houden: we stellen elkaar teleur om het daarna weer goed te kunnen maken.''
6.Gij zult niet doodslaan,,Ik trek met mijn ex-psychiater, Bram Bakker, door het land. We houden lezingen over psychiatrie, ik praat over mijn zelfmoordpogingen en lees voor uit mijn boek 'Kameraad scheermes'. Overal vertellen we dat een zelfmoordpoging een wanhoopsdaad is. Dat mensen die zoiets ondernemen niet echt dood willen. En toch voel ik... als je zo'n grote depressie hebt meegemaakt als ik... Het leven heeft voor mij de ongelooflijke waarde verloren die het voor de depressie had. Er waart nog steeds een suïcidevirus rond in mijn lijf. Als ik 's ochtends wakker word, Judith naast me zie liggen en denk aan de dag die gaat komen, benijd ik-hoe mooi mijn dag ook zou kunnen worden-altijd de mensen die niet meer op hoeven te staan, voor wie het klaar is, afgelopen. Ik benijd de levenden nooit. Ik benijd alleen de doden.''
7.Gij zult niet echtbreken
,,Ik ben twee keer in ondertrouw gegaan, maar beide huwelijken werden afgeblazen. Ik ben een keer getrouwd geweest en ik ben nu getrouwd met Judith. Zij is de enige vrouw van wie ik oprecht, met heel mijn hart, hou. Zij heeft veel mannelijke trekken in haar karakter. Daarin verschilt ze sterk van de vrouwen die ik voor haar heb gehad. Dat betekent niet dat ze niet heel mooi is, dat ze niet ten diepste vrouw is, maar ze is onafhankelijk, zelfstandig, sterk, niet manipulatief zoals vrouwen manipulatief kunnen zijn. Ik kan met haar over dingen praten waarover ik met geen andere vrouw heb kunnen praten. Ik kan vertrouwen op haar kracht.''
8.Gij zult niet stelen
,,Ik kom uit een academisch gevormd milieu, maar ik heb altijd een sterke hang naar the low life gehad. Toen ik nog scheikunde studeerde trok ik al op met dieven, junkies en prostituées. Ik had in die tijd ook een mooie, bloeiende pornohandel. Ik kende de plekken waar je video's en tijdschriften voor weinig kon opkopen. Die spullen verkocht ik door. Ik zou niet weten waarom dat niet mag. Handel is handel. Ik ging nooit de grens over-'s avonds ging ik weer braaf naar huis. Ik heb die wereld verkend, maar er nooit deel van uitgemaakt. Ik heb overvallen beraamd, maar nooit gepleegd. Moorden bedacht, maar nooit begaan. Ik ben altijd gefascineerd geweest door mensen die in een andere optocht terecht waren gekomen. Ik liep ook niet mee in de conventionele optocht-anders was ik wel chemicus geworden -maar het is de kunst, die goddelijke kracht in mij, die er voor heeft gezorgd dat ik niet ten onder ben gegaan.''
9.Gij zult geen valse getuigenissen spreken tegen uw naaste
,,Ik heb er net bijna drie maanden in de bajes op zitten. Drie maanden tussen moordenaars, junks, tasjesdieven, oplichters, pure psychopaten en psychiatrische patiënten die zijn gearresteerd omdat ze hun kat een rotschop hebben verkocht. De officier van justitie en de rechter-commissaris hebben mij mede vastgehouden omdat ik jaren geleden vanwege een diepe depressie opgenomen ben geweest in een inrichting. Het staat niet zo in het wetboek, maar psychiatrische patiënten worden vaak langer vastgehouden omdat hun geestesstoornis een contra-indicatie voor vrijlating zou kunnen zijn. Uiteindelijk ben ik door een forensisch psychiater onderzocht. Hij vertelde mij dat ik oké ben. Dankzij deze psychiater en de inzet van mijn advocaat Kuijper, die op dit gebied een van de beste advocaten van Nederland is, ben ik vrij gekomen. Tot de zitting, ergens in maart of april volgend jaar, weid ik liever niet teveel over de zaak uit. Waarom niet? Eh... laat ik het zo zeggen: mijn ex-vrouw is hierin betrokken en het is beter als ik niets over haar, of over haar advocaat zeg. Maar ik praat wel graag over Hannah, ons kind, mijn kind, voor wie ik inmiddels een schatkist vol cadeautjes heb. Met wie ik ooit, liggend aan de waterkant-haar ademhaling op mijn ontblote borst-de gelukkigste momenten van mijn leven heb beleefd. Hannah is het grootste, het opperste geluk. Mijn ex-vrouw en haar advocaat hebben de omgangsregeling volkomen ten onrechte geblokkeerd-ik kan je niet vertellen hoe erg het is om je kind niet te zien. Over al het andere zal ik zwijgen-maar niemand kan mij verbieden te zeggen hoeveel ik voor mijn kind voel. Hoezeer ik Hannah mis.''
10.Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is
,,Ik heb nooit rondgekeken op straat en gedacht: had ik zijn leven maar, of het hare. Ik heb nooit, zelfs niet op de meest ongelukkige momenten, een ander willen zijn dan wie ik was. Nee, ik wil geen ander leven. Ik wil het mijne. Maar dan anders.''