Rijk worden van uitvinden: dat kan

,,Zoals de huisarts die een innovatief borsteltje voor het maken van uitstrijkjes uitvond of de bedenker van de cable roller die de snoeren achter het bureau rangschikt. Daar zijn miljoenen van verkocht. Daarnaast hebben zeker driehonderd uitvinders heel aardige neveninkomsten uit hun uitvindingen gegenereerd.''

Voordat een idee als product lucratief in de markt kan worden gezet, moet je eerst een uniek idee hebben, dit tot uitvoer brengen en vervolgens een marktpartij vinden, die het product succesvol op de markt kan brengen. Het vinden van een marktpartij is volgens Pijzel het moeilijkste. ,,Als je eenmaal een marktpartij hebt gevonden, ontvangt de uitvinder van die marktpartij een eenmalig bedrag. Meestal zo'n 10000 tot 20000 euro voor de onkosten die hij of zij heeft gemaakt.

Verwacht dus geen vergoeding van de werkuren! Vervolgens wordt een redelijke royalty afgesproken, de richtlijn is 5 tot 10 procent van de netto omzet van de marktpartij in dat product. Als het product goed in de markt is gezet en er is vraag naar, kun je van de royalty behoorlijk goed leven.''

Hoe potentiële uitvinders na het 'Eureka-gevoel' de weg van idee tot markt moeten bewandelen, daarover is 'De Uitvindersgids' verschenen van de hand van erkend uitvinder Douwe Brongers. Brongers legt uit dat iedere uitvinder moet beginnen met de cruciale vraag: 'Is mijn idee nieuw?'

,,Veel mensen steken tijd en geld in uitvindingen die al eens zijn gedaan. Begin daarom altijd met te onderzoeken of het idee al is uitgewerkt en misschien zelfs al is gepatenteerd. Dat kan onder meer worden nagevraagd bij het Bureau voor Industriële Eigendom/Octrooiraad in Rijswijk (www.bie.minez.nl) of bij het Europese Octrooibureau (www.epo.co.at). Om een product vervolgens officieel te registreren, heeft de Belastingdienst een bijzondere service. Iedereen met een uniek idee kan dat op schrift stellen en sturen naar een Inspectie van de Belasting, afdeling Successie en Registratie. De Belastingdienst plaatst op de aangeleverde tekst een stempel en retourneert alles. Zo ontstaat 'de zekerheid van dagtekening' het bewijs dat men op een bepaalde datum een idee, tekst, tekening of model heeft gedeponeerd. De volgende vraag is: is het uiteindelijke product wel (technisch) maakbaar? In de Uitvindersgids wordt een aantal bureaus genoemd dat dat kan onderzoeken, de Novu kan eventueel nader informeren.''

Zijn er eigenlijk subsidies te behalen voor uitvinders? ,,In principe bestaat er geen subsidie op het uitwerken van een uitvinding, ook niet voor het maken van een prototype'', laat Brongers weten. Wie als aspirant-uitvinder toch nog vragen heeft over subsidie, kan terecht op www.subsidieshop.nl of bij www.senter.nl. Het bureau Senter kan uitvinders/ondernemers financieel en fiscaal adviseren. Soms kan de Novu de uitvinder ook in contact brengen met een geldschieter, de zogenaamde informal investor.