Regering bindt de strijd aan met het salafisme
Minister Lodewijk Asscher van sociale zaken is op oorlogspad tegen het salafisme. De regering, zei hij gisteren in de Tweede Kamer, kijkt inmiddels anders naar die orthodoxe vorm van islam dan een tijd geleden. Werd het salafisme in 2004, toen Theo van Gogh werd vermoord, nog beschouwd als een buffer tegen de gewelddadige islam, nu ziet Nederland de strenge islamvorm eerder als een voedingsbodem voor het jihadisme. Asscher: "Het verandert. Het salafisme vormt nu een andere dreiging waar de democratie anders op moet reageren."
Keerpunt was een rapport van inlichtingendienst AIVD van afgelopen najaar. Daarin schreef de dienst dat het salafisme in Nederland een voedingsbodem is voor radicalisering. De substromingen 'politiek salafisme' en 'jihadisme', vormen een bedreiging, maar ook het a-politiek salafisme, gefocust op persoonlijk religieus leven, kan makkelijk omslaan in geweld. In ieder geval willen alle vormen een islamitische staat en de bijbehorende shariawetgeving invoeren. Democratie wordt vaak als afgoderij afgewezen.
De afgelopen weken hebben, gealarmeerd door het AIVD-rapport, tal van Kamerleden moties ingediend die de strijd aanbinden met het salafisme. Onlangs werd een motie van Ahmed Marcouch (PvdA) en Ockje Tellegen (VVD) aangenomen, die minister Van de Steur verzoekt te onderzoeken of een verbod op salafistische organisaties mogelijk is. Ook Emile Roemer (SP) en Halbe Zijlstra (VVD) dienden samen een motie in, waarin ze vroegen om een lijst van salafistische organisaties. Raymond Knops van het CDA vroeg of de regering buitenlandse mogendheden wil vragen te stoppen met financiering van salafisme in Nederland. Al deze moties werden aangenomen.
Asscher zei gisteren dat hij dezelfde urgentie voelt als de Kamer. Hij wil zich vooral richten tegen de politieke vorm van salafisme. Het jihadisme is al strafbaar, het religieus salafisme is "verwerpelijk, maar ik kan niet verbieden wat iemand denkt".
'Ideologische strijd'
"We voeren een ideologische strijd", aldus Asscher. Minister Van der Steur is al een onderzoek gestart naar het verbod op organisaties. Volgens Asscher wordt er via diplomatieke kanalen druk uitgeoefend op landen als Saudi-Arabië om te stoppen met de financiering van moskeeën en predikers in Nederland.
Asscher meldt ook dat hij "steeds meer begrip krijgt" voor het pleidooi van het CDA om haatzaaien op websites te verbieden. "Ik zie in de praktijk en ik hoor ook ouders die daar zorgen over hebben, dat we weinig kunnen doen tegen de fanboys van het kwaad." Asscher doelt daarmee op wervende filmpjes die jongeren vanuit Nederland naar Syrië lokken.
De komende tijd zal Asscher meer maatregelen aankondigen. "Minister Van der Steur en ik vragen ons vaak af: doen we genoeg? Gaan we snel genoeg? We voelen de urgentie", zegt Asscher. "Ik baal er bijvoorbeeld van dat we nog geen antwoord hebben op het weekendonderwijs in moskeeën."
Drie stromingen
Het salafisme is een fundamentalistische stroming binnen de soennitische islam, waarin mensen willen leven zoals de salaf, de eerste generatie moslims. Er zijn drie richtingen binnen het salafisme:
Een a-politieke stroming, waarin het persoonlijke, religieuze leven centraal staat. De gelovigen willen niet omgaan met niet-moslims.
De politieke variant streeft naar een islamitische staat, maar op een vreedzame manier.
Het jihadistisch salafisme keurt het gebruik van geweld goed en vormt de basis voor terroristische groeperingen.
Antropoloog Ineke Roex zei eerder in Trouw: "Er wordt nu gezegd dat al die salafistische organisaties tot doel hebben om een islamitische staat op te richten. Dat klopt niet. Over de jihad is veel discussie binnen het salafisme. De grootste bestrijders van jihadisme zitten in die salafistische beweging zelf."