Rechters komen miljoenen te kort
Voor het eerst in zijn geschiedenis meldt de Raad voor de rechtspraak in de jaarcijfers 2017 een tekort van bijna 27 miljoen euro. De raad noemt de financiële positie van de rechtspraak "zorgelijk".
De Raad voor de rechtspraak is het overkoepelende bestuur en draagt zorg voor de 'bedrijfsvoering' van onder meer de rechtbanken en de gerechtshoven. Voor de miljoenen euro's klopt de raad aan bij het ministerie van Justitie en Veiligheid, dat wettelijk verplicht is het tekort aan te zuiveren.
Het miljoenentekort heeft meerdere oorzaken. De rechtspraak krijgt per zaak betaald. En in 2017 zijn minder zaken aan de rechters voorgelegd dan bij de onderhandelingen over de bijdrage met het ministerie werden vastgelegd. Minder zaken betekent in principe minder budget. In het verleden was er voldoende eigen vermogen om schommelingen in de vergoeding op te vangen. De rechtspraak is, zo blijkt uit de jaarcijfers, inmiddels door de opgebouwde buffers heen. Rechtspraak en ministerie onderhandelen momenteel over de voorwaarden waaronder het negatieve eigen vermogen wordt aangezuiverd.
Minder bespaard
Dat de reserves nu volledig zijn verdampt, heeft ook te maken met de traag verlopende modernisering van de rechtspraak. De digitalisering van de rechtspraak zou moeten leiden tot een aanzienlijk efficiëntere werkwijze waardoor minder personeel noodzakelijk was. Het hele moderniseringsproces heeft voorlopig alleen maar geld gekost en nauwelijks een besparing opgeleverd.
De raad meldt dat het personeelsbestand bij de rechtsprekende organisaties met 2 procent is toegenomen in plaats van afgenomen. Ruim honderd nieuwe rechters in opleiding zijn aangenomen teneinde de werkdruk te verminderen. De eerste effecten van het beheersen van de werkdruk zijn wel zichtbaar. Zo is volgens de raad het werkplezier en de tevredenheid van de medewerkers toegenomen sinds 2014.
Goedkopere zaken
Vorig jaar hebben de rechters in totaal 1,6 miljoen zaken behandeld. Dat is gelijk aan het aantal zaken een jaar eerder. Wordt echter gekeken naar de samenstelling van het aanbod dan is er sprake van een forse daling bij vrijwel alle rechtsgebieden: 3 procent minder strafzaken, 11 procent minder zaken bij de bestuursrechter en de hoven zagen het aantal zaken 7 procent dalen. Bij de kantonrechter werden 81.000 zaken minder aangebracht. Het gaat dan om conflicten in het handelsverkeer zoals over het niet betalen van rekeningen. De rechtspraak houdt het er op dat in een beter draaiende economie ook de betalingsmoraal verbetert. Dat er minder zaken liggen heeft vermoedelijk ook te maken met de hoge griffiekosten die een gang naar de rechter minder aantrekkelijk maken.
Tegenover de dalingen staat een aanzienlijke toename van het aantal bewindszaken waarin rechters bewindvoerders kunnen aanstellen als mensen zelf hun financiën niet meer kunnen beheren. Een bewindszaak levert de rechtbank geen grote vergoeding op. Dat type zaken is vorig jaar met 100.000 gestegen tot 500.000. Dat betekent dat nu 1 op de 3 zaken die de rechter behandelt gaat over bewind. Dat nu een keer per vijf jaar een evaluatie van de onder bewindstelling plaats vindt is de verklaring voor de explosieve stijging.
Lees ook: Rechters vrezen uitholling rechtsstaat
Vijftig procent van de strafzaken eindigt niet bij de rechter, maar met een schikking of een transactie door het Openbaar Ministerie. Daar komt geen rechter aan te pas en dat verontrust de Raad voor de Rechtspraak zeer.