Recept voor een succesthriller

Pak een wapen, kies een slachtoffer en schrijf je eigen literaire thriller. Let wel: de whodunit is uit, de whydunit juist hot. De hoofdpersoon is bij voorkeur een vrouw van in de dertig die tobt met haar gewicht, haar seksleven, haar kinderen en haar parttime baan.

Iris Pronk

Je ligt op het Spaanse strand of voor je tent op de Franse camping. De kinderen zijn aan het voetballen, je man doet een sudoku, je hebt alle tijd voor jezelf. Je hebt nét een ijzingwekkend spannende pageturner gelezen. Geen testosteronthriller waarin het bloed spat en de wapens knallen, maar een beklemmende, psychologische roman waarin het kwaad van heel dichtbij komt. Van de buurman bijvoorbeeld, of van de nieuwe minnaar, die weliswaar verpletterend aantrekkelijk is maar natuurlijk eigenlijk niet deugt.

Je kijkt om je heen, naar de bungalowtent aan de overkant, of naar die knappe vrouw die moederziel alleen een wijntje drinkt op het caféterras. En je fantasie slaat op hol: stel dat er in die bungalowtent een ontvoerde baby ligt. Of stel dat die knappe vrouw al maanden een overspelige relatie heeft, uitgerekend met jouw eigen man

Op dat moment ben je dus, in gedachten, begonnen met je eigen thriller. En als je die misdadige gedachten uitwerkt, er slachtoffers, daders, moordwapens en motieven bij verzint, als je die zo spannend mogelijk op papier zet, dan ben je een (beginnend) thrillerauteur.

Je bent dan niet de enige, zo vertellen uitgeefsters Elsa den Boer en Wanda Gloude van Anthos, de uitgeverij die gespecialiseerd is in de literaire thriller. Tien jaar geleden kreeg Anthos (ongevraagd) hooguit vijf thrillermanuscripten per jaar, nu zijn dat er zeker vijftig. En vaak is de auteur een vrouw.

Thrillers schrijven was lange tijd vooral een mannending: John Grisham, John le Carré, Henning Mankell, Appie Baantjer. Maar een jaar of drie, vier geleden denderden de vrouwen de Nederlandse bestsellerlijsten binnen: Saskia Noort, Esther Verhoef, Simone van der Vlugt. Ze verkopen nu vele honderdduizenden spannende boeken, ze treden op in talkshows, hun glamourfoto’s hangen in bushokjes en op het station. Hun succes is aanstekelijk.

En hun ’literaire thrillers’ – door recensenten ook wel ’psychologische thrillers’, ’vrouwenthrillers’, ’chicklitthrillers’ of ’oestrogeenthrillers’ genoemd – weten een enorm publiek te boeien. Passé zijn de actiethrillers, de politieke thrillers, de spionagethrillers, de ouderwetse detectives. Afgeschreven is de whisky drinkende, sigaren rokende, ietwat morsige en meestal gescheiden politie-inspecteur van middelbare leeftijd. Hij heeft plaatsgemaakt voor een vrouwelijke hoofdpersoon – basisingrediënt één van de moderne succesthriller.

Ingrediënt 1: Een heldin met maatje 44 en een baan als kleuterjuf.

Zij heet Eva, Margot, Karin of Marjolein en ze is een jaar of 35. Zij is geen carrièrebitch: ze werkt wel, maar parttime, omdat ze ook haar kinderen moet verzorgen. Haar baan is niet glamoureus: ze is kleuterjuf, of achtergrondzangeres, of schooldecaan op een zwarte school, of verkoopster bij een kantoormeubelenwinkel. Ook in andere opzichten is de nieuwe thrillerheldin heel gewoon: ze is weliswaar aantrekkelijk, maar zeker niet bloedmooi.

Margot (hoofdpersoon uit ’Close-up’ van Esther Verhoef) heeft bijvoorbeeld maatje 44 – ze vindt zichzelf te dik. Andere vrouwelijke personages tobben over hun uitgebluste seksleven, over de zwangerschapsstrepen op hun buik, over hun ongewenste kinderloosheid, over de ambities die ze ooit hadden maar die ze – tussen de cornflakes en de stofzuiger –niet wisten waar te maken. Hun zorgen zijn, kortom, herkenbaar voor heel veel lezeressen.

Ingrediënt 2: Een Vinex-woning of een gescheidenvrouwenflatje.

Herkenbaar is ook de entourage van de heldin, die zelf slachtoffer dreigt te worden van een moordenaar, maar die gelukkig op het allerlaatst aan deze (als echtgenoot, zus, beste vriendin, buurman of collega vermomde) griezel weet te ontsnappen.

De hoofdpersonen van ’De eetclub’ van Saskia Noort wonen in miljoenenpanden die je vooral in ’t Gooi en Wassenaar ziet, maar zij zijn uitzonderingen. Meestal wonen Eva, Margot en Marjolein gewoon in een Vinex-huis met Ikea-spullen, of in een piepklein flatje dat ze – na de scheiding – hebben ingericht met tweedehands meubels.

Ingrediënt 3: Dampende seks met de Mysterieuze, Misschien Wel Foute Man.

Gelukkig schudt een Mysterieuze Man dit kleinburgerlijke leven op: hij is niet mooi maar wel succesvol en waanzinnig aantrekkelijk, met zijn scherpe kaaklijn, zijn zelfverzekerde blik, zijn sensuele mond. Op deze Bouquetreeks-achtige adonis wordt de heldin verliefd, met hem heeft ze dampende (zo expliciet en sappig mogelijk beschreven) seks. Maar er is ook iets mis met de man – hij is misschien wel fout, misschien wel de moordenaar. Dat besef dringt heel langzaam tot de vrouwelijke hoofdpersoon én de lezer door.

Voeg naar smaak aan dit recept toe: een spannende proloog, waarin de heldin vastzit op het politiebureau of struikelt over een lijk, of hoort dat haar beste vriendin zelfmoord heeft gepleegd in bad. En een uitgebreide karakterschets van de hoofdpersoon, die zich meestal in een geïsoleerde positie bevindt (ze is bijvoorbeeld nieuw in het dorp). En een mooie beschrijving van de wereld die ze via haar nieuwe minnaar leert kennen: die van de kunstenaars, of puissant rijke zakenmannen. En natuurlijk: ruime aandacht voor de motieven van de moordenaar (schrijf liever een whydunit dan een whodunit).

Succes is niet verzekerd, maar waarom zou je het niet proberen?

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden