Column
Ratio tegen gevoel, dat debat verlies je altijd van de eurofoben
Met de Europese verkiezingen in aantocht word ik al moe van de gedachte getrakteerd te worden op gemakzuchtige clichés als EUSSR, geldverslindende Brusselse moloch en federale superstaat. Bovendien zijn discussies tussen voor- en tegenstanders allang geen discussies meer.
Een mooi voorbeeld was de woordenwisseling tussen het kamerlid van GroenLinks Jesse Klaver en ondernemer Erik de Vlieger tijdens 'Pauw & Witteman' van vorige week. In praatprogramma's moet de controverse worden gezocht en er valt altijd wel iemand te vinden die tegendraadse opinies wil vertolken.
En tegendraads is De Vlieger. De laatste jaren is hij vooral bekend geworden door overigens onbewezen beschuldigingen van onregelmatigheden, afpersing en bedreiging. Over de EU heb ik hem niet eerder gehoord. Wat hij over de EU riep is raar voor een ondernemer. Die zijn vooral blij met het vrije verkeer van personen, goederen, diensten en kennis, het creëren van een gelijk Europees speelveld voor alle bedrijven en het feit dat door de invoering van de euro wisselkoersverliezen tot het verleden behoren.
Transparantie
Terwijl Klaver de voordelen van de EU voor ondernemers uitlegde, vond ondernemer De Vlieger dat voordat de Unie en euro er waren het toch ook goed ging. Zo'n de debat valt niet te winnen omdat De Vlieger een emotioneel punt maakte: door integratie wordt Nederland minder Nederlands en dat is niet leuk. Dan doen de rationele argumenten van Klaver er niet toe.
Dit is precies de reden waarom het voor de voorstanders van Europese samenwerking de komende weken vrijwel onmogelijk wordt om eurofoben te overtuigen. Het gaat om ratio tegen gevoel. Rationele oplossingen als democratie en transparantie helpen dan ook niet. Het Europese Parlement heeft de afgelopen jaren veel meer macht gekregen; parlementariërs mogen over vrijwel alle onderwerpen meebeslissen. En het zijn onze eigen bewindslieden die uiteindelijk de besluiten in Brussel nemen. Dat doet er in de ogen van eurofoben niet toe, omdat Nederland minder Nederlands wordt.
Meer 'transparantie' heeft dan ook geen zin. Meer transparantie is ook zinloos als je de kennis en belangstelling niet hebt om te duiden wat je ziet en je leiders niet vertrouwt. Vooral dat laatste is een probleem. Waarom zou de burger complexe vraagstukken als de EU aan zo'n 'onbetrouwbare' bestuurlijke elite toevertrouwen?
Pensioenfondsen
Soms denk ik: laat de Europese Unie en de euro maar klappen, dan zien al die eurofoben wat de economische en sociale gevolgen zijn. Maar eurofoben zullen de ontstane chaos uitleggen als bewijs voor hun gelijk. Want als de eurofiele elite de hardwerkende Nederlander die Unie niet door de strot had geduwd, dan hadden we nu niet in de ellende gezeten.
Toch valt er veel van de tactiek van eurofobe politici te leren. Ze winnen stemmen door bangmakerij over een oncontroleerbare Unie die onze soevereiniteit verplettert. Verantwoordelijke politici moeten daar tegenover zetten wat de gevolgen zijn van uittreding uit Unie en euro. Zo gaat volgens ING het einde van de euro Nederland 40 miljard aan export kosten en komt de dekkingsgraad van de pensioenfondsen beneden de 80 procent waardoor gepensioneerden hard worden getroffen. Welke eurofoob zou dit voor zijn rekening willen nemen?