Randstad blijft achter bij opvang van asielzoekers
Als burgemeesters die roepen om een verplichte verdeling van asielzoekers over het land hun zin krijgen, wacht Zuid-Holland een zware tijd. Die provincie vangt, gemeten per hoofd van de bevolking, duizenden asielzoekers te weinig op. Ook in Utrecht, Noord-Holland en Overijssel zullen gemeenten extra asielzoekerscentra en noodopvangplekken moeten openen.
De roep om de opvang van asielzoekers verplicht toe te wijzen aan gemeenten naar inwonertal neemt toe. Nu gebeurt dit nog op basis van vrijwilligheid. Maar het is de vraag of dat systeem wel te handhaven blijft als de stroom asielzoekers die naar Nederland komt, weer groeit. Vorig jaar leidde de plotselinge groei van het aantal asielzoekers in de zomer ertoe dat sporthallen met stapelbedden moesten worden gevuld om te voorkomen dat mensen op straat terechtkwamen.
Burgemeesters Hubert Bruls van Nijmegen, Eberhard van der Laan van Amsterdam, Cees van der Knaap van Ede, maar ook bijvoorbeeld Tweede Kamerlid Joël Voordewind (ChristenUnie) pleiten daarom voor een eerlijker verdeling van asielopvang over álle gemeenten, bijvoorbeeld naar rato van inwonertal. Zoals in Duitse deelstaten gebeurt.
Zelfde systeem als bij statushouders
Dinsdag openbaarde burgemeester Peter Noordanus van Tilburg een vergelijkbaar plan voor de provincie Noord-Brabant. Kijk naar het aantal inwoners en meet daaraan af hoeveel asielopvang een regio of gemeente moet regelen, is de gedachte. Hoe meer inwoners, hoe meer asielzoekers. Eenzelfde systeem wordt nu al toegepast op vluchtelingen met een verblijfsvergunning. Waarom wat we bij statushouders doen, niet ook op de asielzoekers toepassen, vraagt Noordanus zich af.
Zo wordt ook vermeden dat er in de lokale politiek grote ophef ontstaat rond besluiten over de komst van een asielzoekerscentrum, redeneren de burgemeesters. Rellen als in Geldermalsen of Heesch kunnen dan wellicht voorkomen worden.
Op dit moment - meetdatum 3 maart - zijn er ruim 54.000 opvangplekken, meldt het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (Coa). Van een gelijkmatige regionale verdeling, zoals de burgemeesters voorstellen, is nu geen sprake, blijkt uit bestudering van de huidige opvangplekken.
Gemeten per hoofd van de bevolking dragen sommige provincies veel meer bij dan andere. Flevoland vangt ruim drie keer zoveel asielzoekers op dan op basis van het inwonertal logisch zou zijn, Zuid-Holland daarentegen 63 procent minder.
Relatief weinig in de Randstad
De drie provincies in de Randstad, waar de meeste mensen wonen, vangen relatief de minste asielzoekers op. Juist het lege Flevoland, Drenthe, Groningen en Zeeland doen meer dan nodig is bij verdeling naar inwonertal.
Toeval, reageert de woordvoerder van het Coa, want regionale verdeling is voor deze organisatie geen criterium om asielzoekers op te vangen. "Twee andere criteria bepalen waar de opvang komt: wat is er beschikbaar? En het tweede: is er bestuurlijk draagvlak voor de komst van een azc? Waar een asielzoekerscentrum of noodopvang vervolgens komt te staan maakt ons niks uit", zegt de woordvoerder.
Het Coa kijkt daarbij vooral naar leegstaande Rijksgebouwen, zoals kazernes of gevangenissen. Die zijn vaak snel om te bouwen en bieden plek voor grote groepen. Als de gemeente waar deze gebouwen staan instemt, worden die het eerst betrokken. Maar inmiddels zijn de meeste snel te bezetten grote gebouwen in gebruik, erkent het Coa.
Om te voorkomen dat later dit jaar opnieuw problemen ontstaan, hebben Rijk, gemeenten en provincies afgelopen november nieuwe afspraken gemaakt. In totaal gaat het om 45.000 nieuwe plekken die beschikbaar moeten komen. Ook omdat sommige bestaande azc's en noodopvangcentra alweer gaan sluiten, zoals tentenkamp Heumensoord waar 3000 mensen zijn ondergebracht en vakantiepark Duinrell in Wassenaar (750 plekken). Iedere provincie schept evenveel nieuwe opvangplekken in dit Bestuursakkoord, dat dus ver af staat van de oproep van de burgemeesters om naar inwonertal toe te gaan wijzen.