Radiopionier tegen wil en dank
Walter Benjamin theoretiseerde niet alleen over technologie en media - hij was zelf ook te horen op de radio. Zijn toespraken, hoorspelen en verhalen waren bijna vergeten.
,,Geliefde onzichtbaren!" Het is 15 augustus 1929, vijf over zeven 's avonds. Op de Südwestdeutscher Rundfunk klinkt de stem van Walter Benjamin. De Joods-Duitse cultuurfilosoof spreekt over kinderliteratuur.
Het is niet zijn eerste radiobijdrage. Die was twee jaar eerder te horen, een redevoering over nieuwe Russische poëzie. Tussen 1927 en 1933 was Benjamin meer dan 80 keer op de radio te horen. Hij hield niet alleen toespraken, maar schreef ook hoorspelen en 'hoormodellen', een zelfbedachte educatieve variant van het hoorspel. En verhalen voor kinderen.
Transcripten van deze teksten zijn bewaard gebleven, maar kregen tot nu toe verrassend weinig aandacht, constateert literatuurhistorica Lecia Rosenthal. Ze schreef de inleiding bij het boek 'Radio Benjamin', dat onlangs bij de Londense uitgeverij Verso verscheen.
Walter Benjamin (1892-1940) staat bekend om zijn veelzijdigheid. Een culturele omnivoor. Beroemd is zijn essay 'Het kunstwerk in het tijdperk van de mechanische reproductie' uit 1936. Hij schreef over de impact van technologie op cultuur, over literatuur, theater, architectuur, marxisme, geschiedfilosofie, geweld, vertalen, het Parijs van de negentiende eeuw. Hoge én lage cultuur hadden zijn aandacht, kinderprenten vond hij niet net zo belangrijk als Baudelaire of Goethe, politiek interesseerde hem evenzeer als mystiek. Hij dacht interdisciplinair, om dat woord maar eens te gebruiken - reden waarom hij op universiteiten nog steeds onverminderd populair is.
Je zou denken dat elke papiersnipper van deze befaamde denker ondertussen wel uit en te na bestudeerd en becommentarieerd is. Niet dus. Met 'Radio Benjamin' zijn voor het eerst al zijn overgeleverde radiobijdragen gebundeld, met een gedetailleerde reconstructie van hun totstandkoming.
undefined
Geldzorgen
Benjamin was het prototype van de arme, onbezoldigde intellectueel. Nadat een academische loopbaan in de knop was gebroken - hij trok zijn proefschrift terug omdat die afgewezen zou worden - leidde Benjamin een onrustig bestaan. Hij wilde de grootste literatuur- en cultuurcriticus van zijn tijd worden. Een enkeling erkende hem ook als geniaal cultuurfilosoof, maar hij moest ondertussen zijn dagelijks brood bij elkaar scharrelen. Hij vertaalde, schreef voor kranten en tijdschriften, begon met schrijver Bertolt Brecht een blad van marxistische signatuur dat direct weer ter ziele ging, en werkte voor het tijdschrift van het Institut für Sozialforschung, waar zijn vriend Theodor Adorno bij zat. Het kon niet verhinderen dat hij haast voortdurend geldzorgen had, ook al omdat hij veel reisde. Zijn werk voor de radio was een welkome bron van inkomsten. Hij zag het in de eerste plaats als iets 'dat ik eenvoudigweg doe om te kunnen leven', schreef hij aan een vriend. Een hoge dunk had hij er niet van, hij leek zich er zelfs een beetje voor te generen.
Wellicht, oppert Rosenthal, is dat de reden dat die radiotoespraken zo onderbelicht zijn gebleven, een studie van Sabine Schiller-Lerg uit 1984 daargelaten. In de zeven delen van de Verzamelde Werken zijn ze niet als afzonderlijk onderwerp opgenomen. Aan die desinteresse komt nu een eind. Dit jaar voegt Suhrkamp een nieuwe band met 'Rundfunkarbeiten' aan het verzameld verk toe.
Dat Benjamins radiowerk in de vergetelheid raakte, heeft ook te maken met de grillen van de geschiedenis. Veel teksten zijn verloren gegaan. In 1940 vertrok Benjamin halsoverkop uit Parijs om uit handen van de nazi's te blijven. Hij zou zich enige tijd later bij de grens met Spanje van het leven beroven. De filosoof was in handen gekomen van de grenspolitie en dreigde op transport te worden gesteld naar het Frankrijk van Vichy.
In zijn Parijse appartement liet hij een deel van zijn archief achter, waaronder zijn uitgetypte radioteksten. Ze werden geconfisqueerd door de Gestapo en belandden per ongeluk in het archief van de Pariser Tageszeitung, dat na de oorlog via mysterieuze omwegen in de Sovjet-Unie terechtkwam. In 1960 werd het archief naar Potsdam in de DDR gestuurd, daarna naar Oost-Berlijn. Pas in 1983 konden onderzoekers de teksten inzien. Benjamins stem kunnen we niet meer horen: er is geen enkele opname bewaard gebleven.
undefined
Kinderradio
Toen Benjamin met radiomaken begon, stond het medium nog in de kinderschoenen: regionale radio werd in Duitsland in 1923 geïntroduceerd. Een goede vriend, zijn oude klasgenoot Ernst Schön, ging werken bij de Südwestdeutscher Rundfunk in Frankfurt. Zo kreeg Benjamin een ingang. Vanaf 1929 werkte hij ook voor de Berlijnse kinderradio. De tientallen verhalen die hij hiervoor schreef gaan over alledaagse onderwerpen, zoals marktkooplui, straattaal en honden, maar ook over zwaardere thema's zoals de Verlichting.
Ook uit zijn radiowerk voor volwassenen blijkt Benjamins veelzijdigheid. Zo verraste hij, de grote kenner van Franz Kafka en van de Romantiek, zijn luisteraars op 26 maart 1931 met een 'hoormodel' getiteld: 'Salarisverhoging? Hoe kom je op het idee!' Hij gaf tips over hoe je het beste om opslag kon vragen bij je baas.
Benjamin liet zijn fantasie de vrije loop. In het hoorspel 'Lichtenberg' schoven de luisteraars aan bij een bijeenkomst van de 'commissie voor aarde-studie' van enkele Maanwezens, die probeerden te begrijpen waarom de mensen zo ongelukkig zijn.
Typerend is zijn toespraak 'Wat de Duitsers lazen toen hun klassieke schrijvers aan het schrijven waren'. Benjamin neemt de luisteraars mee naar de tijd van Goethe, zonder één zin van hem te citeren. Hij belicht niet de grote literatuur van die tijd, maar focust op het 'literaire gesprek' van de dag, over schijnbaar futiele zaken als boekenprijzen, krantenartikelen, nieuwe publicaties. Zo kun je veel dichter op de huid van een tijdperk komen, meent hij. 'Het zijn niet de helden van de Duitse intellectuele geschiedenis die hun opwachting maken', schrijft hij in een toelichting. 'Om diepte te bereiken, werd juist de oppervlakte als vertrekpunt genomen.'
Een van de interessantste radioteksten betreft een dialoog tussen Benjamin en de schrijver Wilhelm Speyer over 'sociale komedies'. "Vind je ook niet", zegt Benjamin, "dat de grote troost voor de komedieschrijver erin gelegen is dat het publiek zijn kastijding als vermaak opvat?" Roerend mee eens, zegt Speyer. Sociale komedies zijn een spiegel, maar wel in een zilveren frame. "Hoezeer die ook het mismaakte en duistere wezen van de huidige maatschappij laat zien, hij is nog steeds in een mooie lijst vervat. Wie erin kijkt denkt dat hij een schilderij ziet, niet een spiegel."
"Je hebt gelijk", beëindigt Benjamin het gesprek. "Maar goed dat niemand ons gehoord heeft."
undefined
Land van de Stem
Het was niet alleen opportunisme waardoor Benjamin bij de radio terechtkwam, hij was ook oprecht in het jonge medium geïnteresseerd. Dat blijkt wel uit het hoorspel dat hij samen met Ernst Schön maakte, 'Het koude hart'. Het is een hervertelling van een sprookje van Wilhelm Hauff. Ze laten de sprookjesfiguren ronddwalen in het 'Land van de Stem' - een metafoor voor de radio, waarin al het visuele vertaald moet worden in geluid. De karakters moeten hun 'uiterlijke schoonheid' op de drempel achterlaten.
De van de werkelijkheid onthechte 'stem' van de radio fascineerde Benjamin. De stem kan duizenden mensen tegelijkertijd toespreken, constateert hij met enige verbazing in zijn toespraken. Radio had de potentie van een massamedium, met een directheid en gelijktijdigheid die het enige andere massamedium van die tijd - de krant - niet had. Dat had gevolgen voor hoe je kennis kon populariseren, maar het had ook gevaarlijke kanten. Je kon 'onbegrensde massa's tegelijk' bereiken. Een machtig wapen voor propaganda. Revolutionair.
De nazi's beseften dat maar al te goed. Zo snel ze konden introduceerden ze goedkope radio's, zodat alle leden van de 'Volksgemeenschap' er een konden aanschaffen. Benjamins laatste bijdrage dateert van 29 januari 1933. Hij las voor uit nog ongepubliceerde herinneringen aan zijn Berlijnse jeugd. De volgende dag werd in die stad een nieuwe rijkskanselier benoemd: Adolf Hitler. 's Avonds hielden diens stormtroepen een triomfantelijke fakkelparade. Er werd, voor het eerst natiebreed, live verslag van gedaan, op de radio.
undefined
Radio René
Ook Denker des Vaderlands René Gude houdt zich bij wijze van experiment bezig met radio. Maar dan wel in een innovatieve vorm. Door internet is radio ingrijpend veranderd: digitale techniek maakt het mogelijk om kwalitatief hoogwaardige opnames live te streamen of te delen. Een dure studio of uitzendfrequentie is niet meer nodig, en de reikwijdte is wereldwijd. Marc van Dijk, freelance medewerker van Trouw en presentator van Radio René: "Filosofie is per definitie talig en past dus uitstekend bij het beeldloze medium. Eigenlijk is het vreemd dat er nog nauwelijks filosofische radio is." De eerste twee afleveringen van Radio René zijn te beluisteren via www.radiorene.nl
undefined