Raadsleden: 'Burger kan best wat meer doen'
De ideologie van het huidige kabinet, van het zelf doen en meedoen, kan in gemeenteraden op brede steun rekenen. Dat blijkt uit een onderzoek van Trouw onder 2655 raadsleden. Meer dan de helft van de raadsleden vindt dat de overheid van burgers mag verlangen dat ze meer doen in hun gemeente, bijvoorbeeld parken onderhouden. Nog eens 10 procent is het eens met het principe, maar vindt dat burgers al genoeg doen. Een kwart van de raadsleden wijst het idee volledig af.
Opvallend is dat de steun voor de participatiemaatschappij zich niet beperkt tot regeringspartijen PvdA en VVD, maar veel breder is: ook in het CDA, ChristenUnie, SGP en D66 zijn meer voor- dan tegenstanders. Alleen bij partijen ter linkerzijde van de PvdA roept het beeld van burgers die met hun eigen schep het gemeenteplantsoen kuisen, wrevel op. Nagenoeg geen enkel SP-raadslid en slechts een derde van de GroenLinksers steunt de gedachte.
Superprovincies
Een ander plan van de huidige regering - het instellen van superprovincies - kan op veel minder bijval rekenen van de huidige raadsleden; nog geen kwart stemt ermee in. Een groot deel van de tegenstanders - bijna de helft van alle raadsleden - meent dat grotere provincies niet zullen bijdragen aan de oplossing van maatschappelijke problemen.
Ook 40 procent van alle PvdA-raadsleden en ruim een derde van die van de VVD is die mening toegedaan, wat opvallend is gezien het feit dat hun partijen de regeringscoalitie vormen. Andere tegenstanders menen dat superprovincies afbreuk doen aan het gevoel van identiteit van burgers. Opvallend is ook dat een derde groep tegenstanders veel verder gaat dan het regeringsvoorstel. Ze willen geen schaalvergroting van provincies, maar opheffing.
Decentralisering
Raadsleden staan niet te juichen over de overheveling van rijkstaken naar gemeenten, zoals jeugdzorg en langdurige zorg. Een minderheid, 38 procent van de raadsleden, denkt dat hun gemeente de taken aankan. De meeste vrezen dat het niet gaat lukken. Daarvoor voeren ze verschillende redenen aan, soms een aantal tegelijk: hun gemeente is te klein om de taken uit te voeren, het ontbreekt aan voldoende expertise, er is te weinig budget, terwijl één op de vijf raadsleden bang is voor haastwerk.
Onder raadsleden van de VVD heerst wat betreft dit onderwerp meer zelfvertrouwen dan bij die van coalitiepartner PvdA. Vindt de helft van de liberalen dat de gemeente de taken aankan, bijna twee derde van de sociaaldemocraten heeft er weinig fiducie in.
Positiever
Uit het onderzoek blijkt verder dat de lokale politici positiever zijn geworden over de capaciteiten van hun mederaadsleden: nog 'slechts' 48 procent vindt dat de kwaliteit van hun collega's in de raad te wensen overlaat; in 2010 vond nog 58 procent van de raadsleden dat.
Een aantal respondenten denkt dat een hogere vergoeding voor raadsleden de kwaliteit van de gemeenteraad ten goede zal komen, omdat dan meer hoger opgeleiden een carrière in de lokale politiek zullen ambiëren. De helft van de gemeenteraadsleden wil een hogere vergoeding voor hun raadswerk, blijkt uit het onderzoek.