Raad voor Cultuur: ‘Geef regio’s meer invloed op cultuursubsidies’
Er moet subsidie komen voor stedelijke regio’s met goede culturele plannen. Met dit voorstel wil de Raad voor Cultuur het huidige achterhaalde cultuurbestel moderniseren.
Op dit moment profiteren de traditionele kunsten het meest van subsidies. Orkesten, theatergezelschappen, ballet, opera, musea: de grote instituten met een nationale of zelfs internationale uitstraling krijgen eens in de vier jaar het meeste geld via de zogenaamde basisinfrastructuur (BIS). Daarnaast verstrekken verschillende fondsen rijkssubsidie aan groepen en kunstenaars die experimenteler zijn. Maar initiatieven die van regionaal belang zijn, worden niet of nauwelijks gesteund met geld van het Rijk. Het plaatselijke festival, een regionale band of een theaterproductie over de stad moet het doen met geld van provincie of gemeente.
De vorige minister van Cultuur, Jet Bussemaker (PvdA), vroeg de Raad voor Cultuur het hele subsidiebestel tegen het licht te houden om het te kunnen moderniseren. Op dit moment kan er moeilijk rekening worden gehouden met nieuwe genres en initiatieven als multiculturele festivals. Ook voor bevolkingsgroepen – jongeren, migranten, ouderen – met een eigen vraag naar cultuur wordt geen rekening gehouden.
Jeroen Bartelse, directeur van de Raad voor Cultuur: “Het huidige bestel heeft geen antwoord op nieuwe ontwikkelingen, zoals de diversiteit van de Nederlandse bevolking. We denken dat stedelijke regio’s dichter bij het publiek en bij de makers van kunst zitten. Zij kunnen beter inspelen op de wensen van specifieke bevolkingsgroepen.”
Extra geld beschikbaar
De komende jaren komt er extra geld voor cultuur beschikbaar, oplopend tot 80 miljoen euro in 2020. Een deel daarvan zou het Rijk moeten reserveren voor het steunen van regionale cultuurplannen. Gemeenten in een regio zouden die gezamenlijk op moeten stellen en aan het Rijk voor moeten leggen. Bartelse: “De Raad zegt: stimuleer met extra geld de regio’s die goed bezig zijn.”
De Raad signaleert al twaalf regio's rond grote steden, die gezamenlijk cultuurplannen hebben, zoals in de drie noordelijke provincies, de vier grote steden, Zuid-Limburg en Twente.
Daarnaast wil de Raad dat de BIS-regeling wordt verbreed met nieuwe genres en stijlen. Deze subsidie zou voor zes in plaats van voor vier jaar moeten gaan gelden, zodat organisaties minder vaak nieuwe subsidieplannen hoeven te maken. Subsidie uit de fondsen of van de regio’s zou voor vier of drie jaar moeten gelden.
Lees ook: Inkomen van kunstenaars is zorgwekkend
