Psychiater is bang voor de dood

Jaarlijks plegen honderden psychiatrische patiënten zelfmoord. Een deel daarvan is te voorkomen, zeggen deskundigen.

DORA ROVERS

Wanhopig klopt een moeder aan bij een instelling voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Ze wil dat haar 23-jarige zoon Florian wordt opgenomen. Sinds een halfjaar is hij zwaar depressief. Hij praat voortdurend over zelfmoord, net als op zijn dertiende toen hij al eens een suïcidepoging deed. De psychiater die wordt ingeschakeld praat niet met de radeloze moeder, maar zegt: "Ik beoordeel dit zelf wel." Omdat Florian het met hem niet over zelfmoord heeft, schrijft de psychiater medicijnen voor. Opname is niet nodig, vindt hij. Drie weken later springt Florian voor de trein.

Een zelfdoding als deze had mogelijk kunnen worden voorkomen, meent Ad Kerkhof, hoogleraar suïcidepreventie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Zijn beroepsgeheim laat niet toe dat hij informatie geeft over patiënten; 'Florian' is dan ook een samengestelde casus, geïnspireerd op bestaande gevallen.

De psychiater in deze casus - die in werkelijkheid ook bestaat - maakte volgens Kerkhof een veelvoorkomende fout: hij negeerde de moeder. "Hulpverleners vergeten bij iemand die suïcidaal is nogal eens de familie erbij te betrekken." Terwijl de gezinsleden juist hard nodig zijn bij het opstellen en uitvoeren van een veiligheidsplan rond de patiënt.

Het voorkomen van suïcide is een belangrijke opdracht voor de GGZ. In 2013 beroofden 696 GGZ-cliënten zichzelf van het leven. Een derde was opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis, de anderen kregen zorg via bijvoorbeeld het Riagg. In vergelijking met 2007 is het aantal zelfdodingen met bijna dertig procent gestegen: in dat jaar sloegen 539 GGZ-cliënten de hand aan zichzelf.

Om een verdere stijging tegen te gaan, is sinds 2012 een richtlijn van kracht die psychiaters en psychologen moet helpen suïcidaal gedrag beter te herkennen en tijdig te behandelen. Maar dat valt in de praktijk niet mee: suïcidepreventie blijkt een moeilijke opdracht.

undefined

In stilte

Dat komt deels door het gedrag van de (potentiële) zelfdoder. Veel mensen met suïcidaal gedrag kampen met een depressie, zegt Robert Schoevers, hoogleraar en afdelingshoofd psychiatrie van het Universitair Centrum Psychiatrie in Groningen. Depressieve mensen nemen een hulpverlener niet zomaar in vertrouwen: ze lijden in stilte, praten niet met hun partner, ouders en arts. "Zij schamen zich voor hun doodswensen; je hoort niet te verlangen naar de dood en je wilt er ook niet aan denken. Maar toch zit het in hun hoofd."

Als zij wél over hun zelfmoordgedachten praten, is het nog maar de vraag of de psychiater, psycholoog of verpleegkundige hierop adequaat reageert. Met het voorbeeld van 'Florian' wil Kerkhof ook dit probleem binnen de geestelijke gezondheidszorg illustreren: angst voor zelfmoord. "Hulpverleners zijn soms zo bang dat iemand suïcide pleegt, dat zij er niet over beginnen. 'Je zou ze eens op een idee kunnen brengen', is hun volstrekt verouderde gedachtengang.''

Ook Jan Mokkenstorm, directeur van de zelfhulplijn 113Online voor mensen met zelfmoordgedachten en waarnemend geneesheer directeur bij GGZinGeest, ziet dat hulpverleners het liefst met een grote boog om suïcidale patiënten heengaan. "Zij vinden de omgang met deze mensen vaak maar eng. Suïcidale patiënten zijn voor hen zo'n beetje de melaatsen van de geestelijke gezondheidszorg." Deze ontwijkende houding leidt volgens Mokkenstorm en Kerkhof tot onnodige zelfmoorden door psychiatrische patiënten.

De twee deskundigen streven naar zero suicide: nul zelfdodingen in de GGZ. Daarvoor is het belangrijk dat hulpverleners hun eigen angst overwinnen en meer waarschuwingssignalen herkennen. Al worden zelfmoordgedachten niet geuit, soms kunnen ze wel worden vermoed. Het is aan de psychiater om ze boven tafel te krijgen en na te gaan hoe concreet ze zijn. Kerkhof: "Ik vraag altijd door: hoe vaak ben je ermee bezig, wat ben je precies van plan, heb je een deadline?"

undefined

Trainen

Mokkenstorm en Kerkhof geven hulpverleners ondersteuning via trainingen. Onder regie van minister Schippers (volksgezondheid) begeleidt Mokkenstorms organisatie 113Online de vijfentwintig grootste instellingen voor geestelijke gezondheidszorg in de aanpak van (het risico op) zelfmoord. "Dat betekent onder meer oefenen in het praten met de patiënt over zelfmoordgedachten, de familie betrekken bij de behandeling en een goede overdracht tussen de dag- en nachtploeg", vertelt Kerkhof. Volgens hem zijn het broodnodige vaardigheden, die nog te weinig aandacht krijgen. "Tot nu toe heeft slechts tien procent van de mensen die patiënten met een psychische ziekte bijstaan deze training gevolgd. De instellingen geven het onvoldoende prioriteit."

Dat moet veranderen, vindt ook Mokkenstorm. Het wordt tijd dat GGZ-instellingen het voorbeeld volgen van bijvoorbeeld de intensive care-afdelingen van ziekenhuizen. "Die zetten alles op alles om de sterftecijfers zo laag mogelijk te houden. Dat moeten wij ook gaan doen."

Eenvoudige acties zoals een extra telefoontje of afspraken dichter op elkaar, maken volgens hem al het verschil. Mensen met suïcidaal gedrag willen vaak niet dood. "Suïcide is een uitzonderlijke daad, die optreedt als iemand eenzaam en radeloos is. We moeten er alles aan doen om mensen in een acute crisis bij te staan."

Er zullen altijd psychiatrische patiënten met een doodswens blijven die uiteindelijk zelfmoord plegen. "Soms gaat iemand zo vastberaden en planmatig te werk dat je het niet kunt voorkomen", zegt psychiater Schoevers. Dat is ook voor de hulpverlener heel moeilijk en bedreigend. "Je wordt geconfronteerd met mogelijk eigen falen en met je eigen onmacht. Het maakt je angstiger bij een volgende patiënt die over zelfmoordgedachten spreekt."

undefined

Niet eerder zoveel zelfmoorden

In 2013 maakten 1854 mensen een eind aan hun leven, 696 van hen waren cliënten van de geestelijke gezondheidszorg. Het aantal zelfmoorden stijgt al zes jaar en is nog nooit zo hoog geweest als in 2013. Hoogleraar psychiatrie Damiaan Denys van het AMC verklaarde deze toename eerder in deze krant uit de economische crisis. "Maar het komt ook door een ver doorgevoerd individualisme. Religie heeft nauwelijks meer greep op de Nederlandse samenleving, de controle en houvast die zo'n groot systeem biedt, vielen weg. Dat is voor sommigen wel prettig, maar zwakkere mensen kunnen nergens meer terecht. Suïcide is een typisch individuele daad van mensen die geen enkele andere uitweg meer zien."

De meeste suïcideplegers (zeventig procent) zijn man en van middelbare leeftijd (tussen 40 en 65 jaar). De nieuwste groep kwetsbaren bestaat uit mannelijke psychiatrische patiënten die door de crisis werkloos zijn geraakt.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden