Protesten verdelen generaties

democratie | reportage | Deze week gingen honderdduizenden Roemenen de straat op uit protest tegen corruptie. De volksopstand toont de grote verschillen tussen de generaties.

RUNA HELLINGA

De zestiger

Constantin Bogdan weet het zeker: de massale demonstraties in Boekarest worden georganiseerd door de geheime dienst. "Alleen de geheime dienst kan de sociale media zo bespelen dat zoveel mensen reageren. Wie heeft er nou tijd om zoveel video's en spotprenten te maken en op internet te zetten?"

Bogdan is een zestiger met een eigen financieel adviesbureau. Tot 2007 werkte hij voor een onderneming die Roemeense privatiseringen begeleidde. Hij koestert een diep wantrouwen tegen de politiek en is ervan overtuigd dat dictatoriale krachten van vroeger nog ergens aan de touwtjes trekken en complotten smeden tegen het democratisch bestel. En daarin staat hij niet alleen. Veel vooral oudere Roemenen delen zijn wantrouwen.

Net als velen van zijn generatie was Bogdan opgetogen toen de communistische dictator Ceausescu eind 1989 verdreven werd. Hij ging in 1990 dan ook met zijn vrouw straat op om de nieuw verworven democratie te verdedigen. Ze waren erbij toen Ion Iliescu als leider van de overgangsregering probeerde een eigen autoritair bewind voort te zetten en de hulp van mijnwerkersknokploegen inriep om de nieuwe politieke oppositie uit te schakelen.

De geheime dienst valt in Roemenië onder de bevoegdheid van de president. Net als Iliescu gebruikt de huidige president, Klaus Iohannis, die dienst voor zijn eigen politieke doelen, is Bogdans overtuiging.

Iohannis is een openlijk tegenstander van de sociaaldemocratische PSD en heeft na de verkiezingen in december tevergeefs geprobeerd om te voorkomen dat die een regering zou vormen. "Hij heeft deze demonstraties aangewakkerd door erin mee te lopen. Dat hoort een president niet te doen."

Hoewel Bogdan aanvankelijk niks moest hebben van de PSD omdat hij de partij zag als opvolger van de oude communisten, steunt hij ze nu wel. "Ik ga niet meer naar demonstraties, anders zou ik afgelopen week juist vóór hen zijn gaan demonstreren."

Zover wil orthopedisch chirurg Mircea Petrica in Timisoara niet gaan. Maar hij deelt Bogdans wantrouwen tegen de president en de geheime dienst. Petrica werkte jarenlang in een staatsziekenhuis, maar had genoeg van de wantoestanden in de openbare gezondheidszorg en heeft sindsdien een succesvolle privékliniek. De problemen in de gezondheidszorg worden volgens hem grotendeels veroorzaakt door de geheime dienst. "Die bezit veel bedrijven en verkocht onlangs bijvoorbeeld zwaar verdunde schoonmaakmiddelen aan ziekenhuizen, waardoor gebouwen niet ontsmet bleken te zijn," zegt hij.

Terecht of niet terecht, het wantrouwen van zestigers die opgroeiden in een tijd dat de communistische Securitate overal informanten had rondlopen, is niet onbegrijpelijk. De enorme macht van de Roemeense geheime dienst wordt trouwens ook door mensenrechtenorganisaties bekritiseerd.

Petrica behoort tot een generatie voor wie de politieke omwentelingen vooral gemiste kansen betekenen. Hij had in december 1989 het plan om na de Kerst met vrouw en twee dochtertjes het land te ontvluchten. Toen de communistische dictator Ceausescu plotseling werd verjaagd, besloot het gezin toch maar te blijven.

Hoewel hij zijn met kakkerlakken vergeven communistische flat inmiddels heeft ingeruild voor een mooi huis met tuin en zijn beide dochters in Amerika hebben gestudeerd, ziet hij dat het veel generatiegenoten aanzienlijk slechter is vergaan. Zij behoren tot het armste deel van de samenleving. En politiek is er volgens hem weinig veranderd, dat zie je aan die invloed van de geheime dienst. "Ik hou me maar zoveel mogelijk afzijdig."

De veertiger

Petrica's dochter Andra en haar man Gabor Garai hebben de droom van haar ouders wel waargemaakt. Ze woonden zeven jaar lang in Amerika, waar ze een goede baan hadden. Tot ontzetting van zowel haar als zijn ouders besloten ze terug te komen naar Roemenië. Ze bleven zich buitenstaanders voelen in de VS en Andra miste haar familie. "Vooral mijn moeder vond het vreselijk dat we terug kwamen," zegt ze. "Mijn ouders zijn erg pessimistisch over waar het heen gaat met Roemenië en mijn moeder zou nog steeds niets liever willen dan dat we weer emigreren."

Zelf hebben ze geen spijt, in tegendeel. Ze wonen met hun zoontje in een ruime flat in Boekarest, genieten van de vanzelfsprekende omgang met Roemeense vrienden en Gabor is blij met zijn werk: "Ik heb hier kansen die ik in Amerika op zijn best over vele jaren gekregen zou hebben."

Andra was een puber toen het communisme viel en zestien toen ze op aandrang van haar ouders in Engeland ging studeren. Gabor is afgelopen week naar een demonstratie gegaan, zij zelf niet. "Ik hou niet van de slachtofferrol waarin veel Roemenen zichzelf zien," zegt ze. "Natuurlijk, als je echt in hele arme omstandigheden opgroeit, ligt het anders. Maar het is me te makkelijk om de regering en de banken de schuld te geven van alles."

Om de hoek woont Roxanna Panaitescu samen met haar gepensioneerde vader Alexandru en haar dochtertje. Beiden behoren tot de harde kern demonstranten die nog steeds op het plein voor het regeringsgebouw in Boekarest staan. Roxanna werkt bij een reclamebureau. De meeste van haar collega's waren de afgelopen week op straat te vinden, maar ze zijn inmiddels allemaal afgehaakt, zegt ze.

Ze begrijpt hen wel, de kans dat de regering aftreedt acht ze zelf ook zeer klein, twee maanden na de verkiezingen. "Op zijn best komt er een nieuwe regering van dezelfde partij, maar dan met andere mensen," denkt ze.

Dat ze desondanks iedere avond gaat, komt omdat Roxanna zich niet alleen over Roemenië, maar over de hele wereldsituatie zorgen maakt. Trump, de opkomst van extremisten in Europa: het komt haar en haar vader, zoon van een joodse moeder die de Tweede Wereldoorlog ternauwernood heeft overleefd, allemaal akelig bekend voor: "We protesteren omdat we niet terug willen naar zo'n wereld en naar het soort land dat we dertig jaar geleden waren. Roemenië verlaten, zoals zovelen doen, is ook niet echt een optie. De toekomst in het buitenland is niet erg hoopgevend."

Roxanna heeft altijd gedemonstreerd. Na de val van Ceausescu in de massademonstraties samen met haar ouders, de laatste jaren in haar eentje. Ze demonstreerde tegen machtsmisbruik, milieuvervuiling en corruptie. Haar collega's, meest twintigers, keken haar altijd wat meewarig aan. "En toen, twee jaar geleden was er een brand in een zeer populaire nachtclub in Boedapest. Iedereen die ik ken, kende wel iemand die daarbij was omgekomen. Er waren geruchten over geknoei met vergunningen, mensen waren woedend en dat leidde tot enorme demonstraties die ervoor zorgden dat de regering aftrad. Dat was voor het eerst dat mensen het gevoel hadden dat demonstreren echt iets kon uithalen. Vandaar dat ze nu ook zo massaal kwamen."

De twintiger

Ze was nog maar een peutertje toen Ceausescu werd verdreven, maar toch noemt Olga Tudor zichzelf een kind van het communisme. "Ik ben opgegroeid in een onderwijssysteem waarin je leerde je mond te houden en moest mezelf als volwassene echt aanleren om mijn mening te geven. Het zijn de kleuters van nu die waarschijnlijk net zo vrij zullen durven te spreken als West-Europeanen."

Tudor is tv-producente. Ze is twee keer gaan demonstreren omdat ze razend was over de wijze waarop de regering per decreet corruptie meer ruimte dreigde te geven. Maar ze heeft gemengde gevoelens. "Zoveel mensen die daar staan, hebben niet gestemd. Dat geeft ze toch minder recht van spreken, vind ik. Natuurlijk, ik weet het, alle partijen zijn corrupt, maar stel je voor wat voor krachtig symbool het was geweest als mensen massaal ongeldig hadden gestemd!"

Tudor grinnikt om de beschuldigingen dat alleen de geheime dienst in staat zou zijn om zulke demonstraties via sociale media te organiseren. "Iedereen van mijn generatie maakt binnen vijf minuten een filmpje op zijn smartphone, iedereen zit op Facebook. Mijn smartphone is een verlengde van mijn hand, maar ouderen kunnen zich dat gewoon niet indenken."

Tegelijkertijd heeft ze begrip dat veel ouderen de linkse PSD en niet de conservatieve oppositie steunen: "De protesten zijn vooral een zaak van jongeren en van de stad waar mensen geprofiteerd hebben van de vrije markteconomie. Veel oudere mensen hebben veel minder geprofiteerd, vooral op het platteland. Daar betekende het communisme een gegarandeerde baan, een huis, onderwijs voor de kinderen. Dat de winkels leeg waren gaf niet; mijn oma bijvoorbeeld bakte zelf haar brood en haalde al haar eten uit haar achtertuin."

Het gaat ook om een generatie die de wereld niet gezien heeft en daarom weinig heeft om het land mee te vergelijken. "Ik heb gereisd, ik weet dat er echt landen zijn waar het leven veel slechter is dan in Roemenië. Ik denk dat we genoeg reden hebben om trots op ons land te zijn."

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden