Probleemleerlingen: aandacht werkt beter dan strafwerk

Docenten houden zich liever bezig met het uitleggen van de stelling van Pythagoras dan de problemen van leerlingen, stelt Willem de Jong. De klas op de foto komt niet voor in het stuk. Beeld HH
Docenten houden zich liever bezig met het uitleggen van de stelling van Pythagoras dan de problemen van leerlingen, stelt Willem de Jong. De klas op de foto komt niet voor in het stuk.Beeld HH

Leraren zijn vaak niet goed genoeg opgeleid om probleemleerlingen te helpen. Lastig, zeker nu komend schooljaar meer 'zorgleerlingen' in het reguliere onderwijs komen. Tijd voor bijscholing.

Rob Pietersen

Willem de Jong heeft het te vaak gehoord, te veel gezien. De docent die bij de teamvergadering hoofdschuddend roept: 'Dat kind is zó vervelend. Iemand met zulke gedragsproblemen hoort hier niet thuis. Die moet naar een psycholoog en naar het speciaal onderwijs'.

Dan begint Willem de Jong, die 35 jaar werkzaam was als docent en teamleider in het speciaal onderwijs, op zijn beurt met het hoofd te schudden. "Doorschuiven, geen verantwoordelijkheid nemen... Speciaal onderwijs, jeugdzorg, jeugd-ggz: we zouden miljarden besparen als docenten in hun opleiding wat extra pedagogische bagage wordt bijgebracht. Meer aandacht voor psychologie, inzicht in de stressreacties van kinderen. En belangrijker dan die miljarden: we zouden kinderen veel leed besparen."

Verborgen epidemie
Het Nederlandse kind is volgens Unicef het gelukkigste ter wereld. Maar het aantal kinderen dat in armoede opgroeit neemt toe, net als het aantal jongeren dat met jeugdzorg te maken krijgt. Jaarlijks worden in Nederland ruim 118.000 kinderen mishandeld, er zijn naar schatting 70.000 multiprobleemgezinnen en zo'n 5 procent van alle jeugdigen heeft een psychische stoornis, elk jaar overlijden er tussen de veertig en vijftig kinderen door zelfdoding.

Een verborgen epidemie, zo waarschuwen Willem de Jong en zijn echtgenote Annelies (decaan, zorgcoördinator en opleider in het voortgezet onderwijs) op de omslag van hun boek 'Ontwrichte kinderen in het onderwijs'. Kinderen met hechtingsproblematiek en trauma's worden volgens de schrijvers vaak niet herkend. Of het wordt voor ADHD, autisme of faalangst aangezien.

Ontwrichte kinderen hebben in de klas problemen met de concentratie en het geheugen. Ze zijn verhoogd waakzaam, hebben vaak een gebrek aan besluitvaardigheid en moeite met plannen. Vanuit hun angst, onvermogen en slechte zelfbeeld kunnen ze veel onrust veroorzaken. Anderen zijn juist stil en in zichzelf gekeerd. Dit zijn gewone kinderen, met een ongewone geschiedenis, die ze graag verborgen houden, zegt De Jong. Toch geven ze signalen.

Veiligheid
Aandachttrekkers vragen om aandacht, zegt De Jong. Niet om strafwerk. Leraren zouden dan geen extra corvee moeten geven, maar kijken, luisteren, zoeken en proberen te begrijpen waar dat lawaaiige of agressieve gedrag vandaan komt. Niet de klas uit sturen, maar contact leggen, compassie tonen, geduld hebben. "Als je de achtergrond van het gedrag van deze kinderen negeert, beschadig je ze nog verder. Dan zullen ze zich nooit veilig voelen in je klas. Dan bevestig je hun idee dat alle volwassenen, net als de misbruikers of degenen die hen mishandelden of verwaarloosden, onbetrouwbaar zijn."

Als je er als docent in slaagt het kind zich veilig te laten voelen in je klas, bij jou, dan zal hij zich misschien laten helpen, zijn geheim prijsgeven. Dan kan de leraar de brug vormen richting hulpverlening.

Leraren zijn echter vaak niet goed genoeg opgeleid om probleemleerlingen te herkennen en er goed mee om te gaan, zegt De Jong. Dat wordt extra vervelend als komend schooljaar de Wet op het Passend Onderwijs ingaat, waardoor er meer 'zorgleerlingen' in het reguliere onderwijs geplaatst worden. "ADHD en autisme hebben als merknamen net zo'n grote naamsbekendheid als Heineken en Albert Heijn. Maar leraren weten er inhoudelijk weinig van. Ze verschuilen zich achter: we zijn aangenomen om aardrijkskunde of Duitse naamvallen te doceren. Maar aan wie geven ze dat vak? Toch niet aan robots? Als docenten zich niet willen verdiepen in zorgleerlingen of ontwrichte kinderen dan moeten ze maar achter de kassa bij de Appie gaan staan."

Vertrouwensband
'We zijn geen therapeuten', hoort De Jong vaak. Of: 'De werkdruk is zo hoog, we worden met dertig leerlingen in de klas al overvraagd'. Met beide stellingen is de schrijver het volmondig eens. "Leraren zijn inderdaad geen psychologen, maar de klas is een prachtige plek om aan een vertrouwensband met een kind te werken en zo te horen wat hem dwars zit. En ja: dertig hormoonbommetjes in een klas is te veel, docenten worden overvraagd. Maar dat ontslaat hen niet van de plicht voor die leerling een veilige omgeving te scheppen. Je kunt niet zeggen: 'ik ben hier voor de scheikunde, verder niets, toedeloe'."

In de opleiding van docenten zou de focus meer op empathie moeten liggen. Onderwijs is niet alleen cijfertjes en lettertjes leren. Het is ook kinderen leren te verwoorden hoe ze zich voelen. Waarom ze zo rumoerig of juist stilletjes zijn. Dan ben je bij het oplossen al flink op weg, stelt De Jong. "Een goede docent heeft thuis niet alleen een abonnement op een geschiedenistijdschrift om op de hoogte van zijn vak te blijven, maar heeft ook een blad over pedagogiek en leest wel eens een boek over de ontwikkelingsfases bij pubers."

Niet doorschuiven
Evert Kloek van de Nederlandse Vereniging van Schooldecanen en Leerlingbegeleiders (NVS-NVL) vindt het beeld dat Willem en Annelies de Jong schetsen te somber: "Mijns inziens redt het gros van de docenten zich wel met leerlingen met beperkingen." Anderzijds erkent hij dat het beter kan en moet: "Inderdaad zal elke docent meer moeten worden dan een vakdocent die gedragsproblemen doorschuift naar specialisten."

Zelf gebruikte Kloek als docent een boekje 'dat meer dan 30 beperkingen beschrijft om bepaald gedrag te herkennen'. Het is, zo stelt hij, voor de gemiddelde docent een grote opgave om daarin helemaal thuis te geraken. "Maar dat zal in toenemende mate nodig zijn met de komst van passend onderwijs komend schooljaar. Schoolleiders zullen meer moeten doen aan de professionalisering van hun docententeam." En, zo besluit Kloek: "Ook de opleidingsinstituten moeten hier wat mee in hun curricula."

'Ontwrichte kinderen in het onderwijs' door Annelies en Willem de Jong, Uitgeverij Pica.

Scholen zijn voorbereid
Scholen en lerarenopleidingen bereiden zich steeds beter voor op het helpen van zorgleerlingen door betere scholing, nascholing en onderlinge kennisdeling. Dat zegt directeur Anton van den Brink van de Fontys Lerarenopleiding Sittard.

"Er zijn ongetwijfeld docenten die onvoldoende bagage hebben om problematiek van ontwrichte kinderen te herkennen", erkent Van den Brink. Hij wijst op de enorme diversiteit in de groep docenten, variërend van 23 tot 65 jaar, met allen een andere achtergrond, opleiding en loopbaan. "Ik durf te stellen dat op de lerarenopleidingen nu behoorlijk veel aandacht wordt besteed aan kennis over, en ervaring met zorgleerlingen." Bij universitaire opleidingen is er minder aandacht voor, en zijn stages korter. Daar krijgen docenten vaak minder bagage mee, ziet Van den Brink.

Wij leiden geen leraren op om te doceren maar om leerlingen te laten leren, vervolgt hij. "Daarbij horen zorg en aandacht, en een veilige leeromgeving. Wanneer er met een leerling iets aan de hand is, wordt dat gesignaleerd en besproken met collega's, de mentor of met professionals. Diagnosticeren is voor een docent niet eenvoudig en vaak ook niet gewenst. Maar hij kan wel een brug zijn naar de hulpverlening. "

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden