Probeer elkaars dromen waar te maken
Ze is het niet eens met mensen die werk en privé gescheiden willen houden. Dat haar kinderen haar op tv precies hetzelfde vinden als thuis, beschouwt Gerdi Verbeet als een groot compliment.
Les 1
Je moet altijd zoeken naar het compromis
"Zoeken naar het compromis, dat heb ik van jongsaf gedaan, al zie je zoiets pas later. Ik ben altijd conflictmijdend geweest. Ik zocht in de puberteit niet de confrontatie, ik ging gewoon mijn eigen gang. Ik vond het niet nodig mijn ouders bezorgd te maken, maar ik deed wel dingen waarvan ik wist dat ze daar veel moeite mee hadden. Het was niet echt jokken, ik was gewoon selectief in wat ik ze vertelde.
Ik voelde me thuis verantwoordelijk voor een goede stemming. Er was één manier waarop ik dat kon bereiken: goede cijfers halen. Mijn ouders zaten allebei in het onderwijs en zeker mijn moeder vond het heel belangrijk dat haar kinderen de besten van de klas waren. En dat waren we. Nu hadden we de omgeving ook mee: ons huis stond vol boeken en atlassen en mijn ouders waren zeer talig en aan elkaar gewaagd. Ze werkten allebei fulltime, wat in die tijd nog ongebruikelijk was, en ze waren lid van de PvdA. Toch waren ze het vaak met elkaar oneens. Mijn moeder was iets progressiever en liberaler. Zij vond: als de regering het niet doet, moeten mensen zelf de handen uit de mouwen steken. Mijn vader was een traditionele sociaaldemocraat: hij vond dat als iets echt belangrijk was dat de overheid het moest doen, en als de overheid het niet deed, dan was het blijkbaar niet belangrijk genoeg. Dat zorgde voor heftige discussies aan tafel. Werd het erg fel en ongezellig, dan probeerde ik door een grapje of relativering de spanning eraf te halen."
Les 2
Je moet zelf het stuur van je leven in handen nemen
"Mijn moeder was mijn voorbeeld. Als klein kind vond ik het niet altijd leuk dat ze werkte, maar al gauw zag ik de grote voordelen ervan. Mijn moeder had interesses, een eigen leven, waardoor ze niet op alle slakken zout legde. Bij andere kinderen was het belangrijk dat ze hun schoenen netjes neerzetten, mijn moeder gaf niet om dat soort dingen, wij hadden een rommelig, druk huishouden en daar heb ik enorm profijt van gehad.
Zo is de combinatie arbeid en zorg nooit moeilijk voor me geweest. Ik vond het vanzelfsprekend. Mijn moeder werd ontslagen toen ze trouwde en heeft de eerste jaren een schooltje aan huis gehad. Toen ik vier werd, ging ze weer fulltime voor de klas staan en zaten mijn broer en ik op een kleuterschool tegenover opa en oma zodat we daar konden overblijven. 's Middags mocht ik vaak mee naar haar school en dan zat ik achterin de klas.
Zo heb ik het ook met mijn kinderen gedaan. Toen ik lesgaf op een middelbare school, nam ik ze gewoon mee als ze vrij waren. Dat vonden de leerlingen uit mijn klas alleen maar leuk: de juf in de rol van moeder, met kinderen die niet luisterden. Ik heb mijn klas ook wel eens bij mij thuis uitgenodigd voor het eten. Ik gaf les in de Amsterdamse Pijp en had veel leerlingen die niet uit Nederland kwamen en ik vond het leuk ze te laten zien hoe het er in een Nederlands gezin aan toegaat. Ik ben het niet eens met mensen die werk en privé strikt gescheiden willen houden. Probeer er juist vloeiend en soepel mee om te gaan. Toen ik voorzitter werd van de Tweede Kamer en mijn kinderen mij op tv zagen, zeiden ze: 'Je bent daar precies hetzelfde als thuis.' Dat vond ik een groot compliment.
Wel vind ik dat je niet alles tegelijkertijd kan en moet willen kunnen. Maak keuzes. Ik ben pas gaan werken toen ik dertig was en beide kinderen op de basisschool zaten. Tot die tijd studeerde ik. Overdag was ik thuis en als mijn man thuiskwam, ging ik naar de avondschool. Ik realiseer me wel dat zo'n keuze nu niet meer zou kunnen; tijdelijk stoppen met werken is risicovol voor jonge ouders. Maar je hoeft het niet op alle vlakken even uitmuntend te doen. De politiek vond ik al langer interessant, maar ik vond die niet goed te combineren met kleine kinderen. Het is allesomvattend, je bent nooit meer vrij, moet altijd alert zijn op wat er in de media gebeurt en bereikbaar zijn. Vaak denk je 's ochtends dat je 's avonds thuis kunt zijn, maar dat blijkt dan toch niet het geval. Als je een gezin hebt, moet je 's ochtends en 's avonds thuis eten, vond ik.
Ik ben bewust jong moeder geworden, ik was tweeëntwintig toen de eerste kwam, een jaar later volgde de tweede, met als gevolg dat ik veertig was toen ze het huis verlieten. Dat was het moment dat ik de politiek inging. Ik was klaar met zorgen, ik heb zelfs de planten de deur uit gedaan."
Les 3
Mensen zijn niet tegen jou, maar voor zichzelf
"Wouke van Scherrenburg heeft eens tegen me gezegd: 'Hè, jij zegt nooit eens iets onaardigs over iemand.' Dat werd blijkbaar ervaren als een minpunt. Maar ik heb gemerkt dat het je politiek functioneren ten goede komt. Ik heb nooit last van openstaande rekeningen. Het zou mijn spontaniteit schaden als ik het idee had dat ik had gejokt of geroddeld. Ik vind dat je iedereen moet respecteren. Iedereen doet z'n best, ik ken niemand die niet zijn eigen idealen probeert te verwezenlijken. Zeker in de politiek. En ook al is het niet jouw ideaal, ik heb nooit de behoefte gehad te twijfelen aan de oprechtheid waarmee anderen strijden voor hun ideaal. De toon van het debat is wel wat grover geworden. Dat hangt direct samen met onzekerheden en roering in de samenleving. Maar in de bioscoop is er geen polygoonjournaal meer, dus is het logisch dat dat deftige taalgebruik ook niet meer klinkt in de Kamer.
Natuurlijk zit iemand je wel eens in de weg en wordt er een politiek steekspel gespeeld. Dat heeft niet zoveel met jou te maken, je streeft allebei een ander doel na, of hetzelfde doel maar via een andere weg. Vaak gaat het debat over de manier waarop het doel moet worden bereikt. Zelfs als iemand je iets flikt, helpt het om te bedenken dat hij of zij niet tegen jou is, maar voor zichzelf. Als je je daarvan bewust bent, kun je in het debat ook makkelijker incasseren. Je hoeft de aanval niet persoonlijk te nemen, het is functioneel. Naarmate ik ouder word, realiseer ik me steeds meer dat de meeste mensen vooral met zichzelf bezig zijn. Als je jong bent, kun je nog tobben: wat vinden anderen van me? Nou, meestal niets. Zo belangrijk ben je niet."
Les 4
Durf hulp te vragen
"Ik heb hulp vragen lang gezien als een zwakte, terwijl het heel plezierig is om anderen te helpen. Zelf hulp ontvangen vind ik moeilijk, omdat ik niet het idee wil geven dat ik het zelf niet kan. Nee, soms niet. Van mijn eerste optreden als voorzitter van de Tweede Kamer wilde ik iets bijzonders maken, ik wilde een mooi verhaal houden over democratie. Toen zei mijn man Wim: 'Waarom vraag je niet of Bram Peper je erbij helpt?' Eerst vond ik dat raar, maar Wim, die hem goed kent, zei: 'Nee, doe, hij vindt het ontzettend leuk om te helpen.' Een besluit of opdracht wordt vaak beter als je anderen erbij betrekt. Samen weet je meer, en bovendien wordt het iets gezamenlijks waardoor mensen zich betrokken en verantwoordelijk voelen. Ik zit veel vergaderingen voor en dat kan alleen maar goed verlopen als alle deelnemers meedoen. Dat bereik je door een klimaat te scheppen waarin iedereen zich gezien, gehoord en erkend voelt.
Mijn tegenzin om hulp te vragen heeft er zelfs toe geleid dat ik mijn dementerende moeder naar een verzorgingshuis heb laten verhuizen, terwijl ze veel liever thuis was blijven wonen. Ik vond het ingewikkeld om een beroep te doen op de buren, die haar hielpen. Ook mijn kinderen en de zoon van mijn broer hebben twee jaar lang geholpen met schoonmaken en boodschappen doen, en ik wilde ze daar niet langer mee belasten. Maar misschien heb ik er wel zwaarder aan getild dan zij. Achteraf denk ik dat de buren haar graag hielpen en de kinderen vertelden me dat ze het altijd heel leuk hadden bij oma en het als een waardevolle periode beschouwen. En mijn moeder vond het heerlijk, lekker thuis met haar kleinkinderen om zich heen.
Ik vind dat we daar opener over zouden moeten praten: wat kun je oplossen binnen je eigen netwerk? Want iedereen wil zo lang mogelijk thuis blijven wonen, en daarvoor zul je hulp moeten vragen. Bij ons groeide het toevallig zo, maar ik denk dat kleinkinderen hier een grote rol in kunnen spelen. De relatie tussen grootouders en kleinkinderen is vaak heel vanzelfsprekend. Er is veel begrip en geduld over een weer. Schakel ze in, zo leer je ze meteen dat ze iets voor een ander over moeten hebben. Er zijn in je leven twee fases waarin je volkomen afhankelijk bent van anderen: als je net geboren bent en als je bijna doodgaat. Als samenleving moeten we ons verantwoordelijk voelen voor de heel jongen en de zeer ouden. Iedereen verdient een goede start en een mooi slotakkoord."
Les 5
Geef ruimte aan elkaars dromen
"Ik ben voor de derde keer getrouwd. Wat ik heb geleerd in de liefde is dat je moet proberen elkaars dromen waar te maken. Dat je een bijdrage levert aan het mogelijk maken dat de ander zich ontwikkelt en doet wat hij belangrijk vindt. Maar: dat moet wel van twee kanten komen. Gelijkwaardigheid in de liefde is voor mij heel belangrijk. Je moet de verschillen zien en vieren want verschillen zijn positief. Ik zou niet met een kopie van mezelf willen leven, dat is niet interessant, er moet een spanningsveld zijn waarop je kunt bloeien. Ook daar geldt: niet altijd met jezelf bezig zijn. Wim moet ook accepteren, en dat doet hij, dat ik het voor een deel prettig vind mijn eigen dingen te doen. En dat betekent dat ik zo'n twee, drie dagen per week in Amsterdam ben.
Het was Wims droom nog eens een lange reis naar Nieuw-Zeeland en Bali te maken. Dus dat hebben we gedaan toen ik klaar was als voorzitter van de Tweede Kamer. Ik ben toen wel meteen als een gek voorzitterschappen aangegaan, want ik wilde per se mijn inkomsten op gang hebben als ik terugkwam. Anders zag ik de chocoladeletters in de krant al voor me: Gerdi Verbeet ligt van wachtgeld in de zon. De consequentie is dat ik nu een uiterst volle agenda heb. Maar mij hoor je niet piepen."
Les 6
De politiek moet meer vertrouwen hebben in de wijsheid van het volk
"De moord op Fortuyn was een keerpunt in de manier waarop ik naar de samenleving keek. Ik heb me toen ten volste gerealiseerd dat er een groep mensen is die zich onvoldoende herkent in de wijze waarop onze democratie werkt. Ik ben een groot fan van David Van Reybrouck die stelt dat je in de politiek meer gebruik moet maken van de wijsheid van mensen. We doen nog steeds hetzelfde als tweehonderd jaar geleden: het land wordt geregeerd door een klein groepje hoogopgeleiden en het volk kruist eens in de vier jaar een hokje aan. Terwijl het gemiddeld opleidingsniveau van de mensen enorm is gestegen. De Kamer is te veel een weerspiegeling van hoe hoogopgeleiden tegen de zaak aankijken, terwijl dat zelden de mensen zijn die het echte werk doen. Die tegen praktische problemen aanlopen en daar echt wel iets zinnigs over te vertellen hebben. We moeten een manier zien te vinden om dat andere geluid, liefst van een grote en zo gevarieerd mogelijke groep mensen, heel systematisch te laten doorklinken. In Amersfoort heb je de G1000; een groep mensen die advies geeft aan het gemeentebestuur. Dat vind ik een prachtig initiatief.
Als je mensen alleen maar pinda's geeft, gaan ze zich als apen gedragen. Je moet mensen verantwoordelijkheid geven. Er is een te grote kloof tussen mensen met een hoge opleiding en mensen met een lage opleiding. En dan wordt er geklaagd dat mensen geen vertrouwen hebben in de politiek. Nee: het grote probleem is juist dat de politiek geen vertrouwen heeft in de mensen."
undefined
Gerdi Verbeet
Gerdi Verbeet (1951) is politica en oud-voorzitter van de Tweede Kamer. Ze begon haar carrière als lerares Nederlands op een middelbare school, daarna vervulde ze allerlei functies in het beroepsonderwijs. Op haar veertigste ging ze de politiek in. Eerst als politiek assistent van Tineke Netelenbos, vervolgens als politiek secretaris van Ad Melkert. In 2001 werd ze Tweede Kamerlid voor de PvdA, van 2006 tot 2012 was ze voorzitter van de Tweede Kamer. Onlangs publiceerde ze samen met Alexander Rinnooy Kan het boek 'Voorzitter! De kunst van voorzitten zonder hamer'. Momenteel bekleedt ze zo'n veertien functies. Zo is ze onder meer voorzitter van de Nederlandse Patiënten Federatie, voorzitter van het Rathenau Instituut, voorzitter van de raad van commissarissen van Novamedia, lid van de RvC van Siemens Nederland, voorzitter Raad van Toezicht Paleis het Loo, lid Raad van Toezicht Artis, lid Raad van Toezicht Anne Frank Huis, juryvoorzitter Topvrouw van het Jaar, voorzitter commissie Monitoring Talent naar de Top. Verbeet heeft sinds 2007 een relatie met oud-staatssecretaris Wim Meijer. Ze hebben samen zes kinderen en acht kleinkinderen.
undefined