Prins Bernhard wordt Agent Orange
Nu we toch aan het kiezen zijn geslagen, is de volgende vraag misschien ook leuk: welke Grote Nederlander heeft zo'n fascinerend levensverhaal dat je er een stripboek van kunt maken?
Tekenaar Erik Varekamp en schrijver Mick Peet hebben hun GN'er met Kuifje-potentie al gevonden: prins Bernhard. ,,Zijn leven is niet alleen een schatkamer voor historici, ook voor striptekenaars. Met al die auto's, vliegtuigen en jachtpartijen”, zegt Varekamp. En natuurlijk omdat Bernhard de vorige eeuw overal met zijn neus vooraan stond en in het gezelschap van de groten der aarde verkeerde. En omdat rond zijn persoon tal van spannende verhalen de ronde doen: spionage, omkoping, overspel - je raakt er niet snel over uitgepraat. Dat merkten de auteurs ook. In deel 1 van de strip die ze (een beetje vals) Agent Orange hebben genoemd, komen ze maar tot 1934. ,,We gaan door tot de jaren tachtig, dus waarschijnlijk hebben we wel vijf delen nodig”, denkt Varekamp nu.
Zoals altijd als er een boek over Bernhard verschijnt, is er ook ditmaal een relletje. In het stripverhaal worden Bernhard en zijn broer Aschwin lid van de NSDAP, de partij van de nazi's. Geen nieuw verhaal, maar Bernhard heeft het altijd ontkend. Varekamp en Peet hebben daarom de hulp ingeroepen van Coen Hilbrink. De historicus vertelt in een nawoord nog eens hoe het precies zit. Hij kan het weten, want Hilbrink legde in 1996, samen met Gerard Aalders, dit stukje van Bernhards verleden bloot. Destijds leverde het een hoop tumult op. Om de laatste twijfel weg te nemen is in 'Agent Orange' een afbeelding van de NSDAPlidmaatschapskaart van de Prinz zur Lippe afgedrukt.
Het is de stripauteurs overigens niet begonnen om het zwartmaken van Bernhard, ze willen een zo volledig mogelijk beeld geven. ,,De strip heeft eerlijk gezegd een educatief karakter. Je bereikt er een groep mee die weinig over het onderwerp weet. Maar we willen er zeker geen zuur verhaal van maken”, zegt Varekamp. Bernhard komt meer naar voren als een wat opportunistische levensgenieter met weinig interesse in de politiek. In het boek vraagt de prins om het sportkatern van de krant die kopt met de machtsovername door Hitler. Niet lang daarna wordt hij lid van de SA en de SS - om zijn vliegbrevet te halen en makkelijker door de universiteit heen te rollen. Bernhard heeft dit trouwens weer gewoon aan zijn biograaf Aldan Hatch verteld. Waarop Hilbrink in zijn nawoord stelt: ,,Lid zijn van de SA en de SS, maar niet van de NSDAP lijkt net zo vreemd als kapelaan te zijn maar niet katholiek.”
Enfin, niet het hele boek gaat over de nazi-tijd. Ook wordt verteld dat Bernhard een Afrikaans jeugdvriendje had, door zijn vader meegenomen van zijn reizen. Dat hij op school gepest werd omdat hij een prinsje was en hoe hij op zijn eerste solovlucht meteen neerstortte (waarop zijn vader de profetische woorden spreekt: 'Die vliegtuigen worden nog eens zijn ondergang'). Ook de mogelijke losbandige levenswandel van zijn moeder, prinses Armgard, wordt terloops aangestipt. 'Gemene fantasieën' noemde de prins dit in zijn open brief aan de Volkskrant, in februari van dit jaar. En ook al willen de auteurs van Agent Orange 'geen roddeltantes' worden, er zullen in de komende delen wel meer verhalen opduiken waar de prins niet blij mee is. Want zijn huwelijk met Juliana moet nog aan bod komen, de Lockheedaffaire en Greet Hofmans. En wie weet durven Peet en Varekamp zich in hun volgende boek, dat handelt over de Tweede Wereldoorlog, ook wel te wagen aan zeer omstreden thema's als de Kingkongaffaire en de stadhoudersbrief.
Als je deze opsomming ziet moet je de auteurs in ieder geval gelijk geven dat hun keuze voor Bernhard als stripfiguur geen slechte is geweest.
Agent Orange, Uitgeverij Van Praag, euro 15,95.