Prentenboekenmaker Tjibbe Veldkamp troost met zijn boeken. Hij wil graag lezen dat het met iedereen goed komt.
Tjibbe Veldkamp (43) vindt het mooi dat Trouw als eerste landelijke krant in zijn woonplaats Groningen langskomt voor een interview. Want in 1992 begon zijn carrière als prentenboekenmaker met het winnen van een verhalenwedstrijd van deze krant. Vele jaren en boeken later, riep Trouw hem bovendien in een recensie uit tot ’prentenboekenkampioen’.
Maar het was zijn vriendin Laura die hem ooit vanuit het niets aanraadde kinderboeken te gaan schrijven. Veldkamp werkte als historicus van de psychologie aan de universiteit Groningen en schreef nooit iets voor kinderen. ,,Laura gaf me een lege dummy, een pen en een opdracht. Maar ik legde het boek weg en vergat het.”
De dummy lag in een kast te verstoffen, het leven ging door en op een dag overleed Laura door een medische fout. ,,Het enige dat ik toen wilde, was weg uit Nederland. Vluchten voor alles wat er gebeurd was.” Veldkamp besloot af te reizen naar Liverpool om daar een jaar archiefonderzoek te doen. Hij ging erheen als wetenschapper en kwam terug als de kinderboekenschrijver die Laura ooit in hem had gezien.
,,Ik geloof meestal niet in hogere machten, maar in dit geval moet er wel iets hogers in het spel zijn geweest. ’The Marzipan Pig’ van Russell Hoban kwam op mijn pad, een kinderboek over een marsepeinen varkentje dat achter de bank is gevallen en ernaar verlangt dat iemand hem vindt. Maar er komt niemand. Het verhaal was een stomp in mijn hart. Ik was óók verlaten, mijn geliefde was dood en ik wachtte op mijn redding. Plotseling herinnerde ik me weer de dummy die Laura me had gegeven en ik besloot kinderboekenschrijver te worden.”
Veldkamp nam ontslag, vroeg een uitkering aan en begon korte verhalen te schrijven. Met zijn debuut ’Een ober van niks’ (Ploegsma), zette hij direct de toon voor de rest van zijn werk: frivool, slapstickachtig, absurd, maar vaak met een licht weemoedige ondertoon. ,,Er zit meestal wat ellende onder het vrolijke oppervlak”, zegt Tjibbe Veldkamp. ,,Daar houd ik van. Zo is het in het leven ook en verhalen moeten altijd een beetje echt zijn. Maar ik troost ook met mijn boeken, ik bied wel hoop. Vooral aan mezelf, want laat ik het maar toegeven: ik wil gewoon graag lezen dat het met iedereen goed komt.”
Zoals met die ober, die slungel uit Veldkamps eerste verhaal. Hij verjaagt met zijn val- en knoeipartijen alle gasten, maar trekt uiteindelijk als clown wél een volle eetzaal. En Daan in zijn nieuwste boek ’Het papegaaienplan’ (Lannoo) durft zijn liefde voor een meisje niet zelf uit te spreken. Hij leert een papegaai praten, zodat die het kan doen. En als dat niet lukt, verkleedt hij zichzélf als papegaai. ,,Het is vreselijk droevig dat Daan zichzelf niet durft te zijn, maar hij lost zijn probleem vervolgens op een grappige manier op. Dat is wat kinderen willen lezen, die mengeling tussen verdriet en vrolijkheid komen ze zelf ook tegen.”
Zijn collega-prentenboekenmakers zijn daar niet altijd van doordrongen, merkt Veldkamp. Prentenboeken gaan volgens hem veel te vaak over kusjes, knuffels en houden van. ,,Het is een complot tussen schrijvers, uitgevers en ouders: een prentenboek moet lief en zoetig zijn. Maar daar ligt de interesse van kinderen helemaal niet! Ze willen op een spannende én grappige manier lezen over avontuur, droefheid, nare ouders, gekke gedachten. Kijk maar naar de niet aflatende populariteit van Roald Dahl. Daar geníeten kinderen van.”
Maar ook Tjibbe Veldkamp zelf is succesvol met deze aanpak. Elf prentenboeken schreef hij sinds 1992 en alle titels worden goed verkocht. Bovendien won Veldkamp met ’De lievelingstrui’ (Lemniscaat) een Vlag en Wimpel van de Griffeljury en met ’Tim op de tegels’ (Van Goor) zelfs de Kinderboekwinkelprijs 2005.
De samenwerking met topillustratoren Philip Hopman en Kees de Boer draagt ongetwijfeld ook bij aan het succes. ,,Bij Philip is er meer sprake van samensmelting dan samenwerking. Het schrijf- en tekenwerk zijn bij onze boeken losstaande processen. Ik bemoei me niet met de tekeningen, maar vind ze zonder uitzondering prachtig. Philip is een zeer getalenteerd kunstenaar en ons werk past goed bij elkaar. Met Kees de Boer is het weer anders, wij overleggen meer. Hij schetst en dan bekijken we het samen. Het is fascinerend om te zien hoe de beelden die ik tijdens het schrijven in mijn hoofd had worden aangevuld door zijn tekeningen.”
Een paar keer maakte Tjibbe Veldkamp een uitstap naar boeken voor oudere kinderen. Hij schreef bijvoorbeeld de jeugdromans ’De bezwering’ (Querido) en ’De lachaanval’ (Van Goor). ,,Toch schrijf ik liever prentenboeken. Zowel wat betreft mogelijke onderwerpen, emoties als omvang past dat gewoon het best bij me. Dikkere boeken schrijven is voor mij werk, prentenboeken maken ontspanning. Laura heeft het goed gezien, dit is wat ik kan. Ik ben de schrijver die ik wil zijn.”