Precariaat, een neologisme met toekomst
Precariaat is nog een zeldzaam woord, maar daar komt ongetwijfeld verandering in. Het is de vertaling van precariat, door een Engelse hoogleraar gemunt voor een verontrustend fenomeen: de groeiende maatschappelijke laag van mensen met tijdelijke, vaak slecht betaalde banen, weinig sociale zekerheid en nog minder politieke invloed. Ongewis is hun bestaan; vandaar de benaming, een samentrekking van precarious (precair) en het achtervoegsel van proleteriat (proletariaat).
Guy Standing, zo heet de hoogleraar, signaleert dit precariaat her en der. Onder de betogers in Griekenland bijvoorbeeld, en in het Midden-Oosten, waar geschoolde jongeren gefrustreerd ageren voor een bestaan met wat zekerheid en status.
In rijkere landen zoekt Standing zijn precariaat onder de slachtoffers van een 'absurd rijke elite', machtig genoeg om een maatschappij haar eisen op te leggen: minder overheidsregels, minder belasting op hoge inkomens, autoritaire controle op non-conformisten en losers in de marktsamenleving.
Zo ontstaat 'een nieuwe gevaarlijke klasse'. Gevaarlijk, omdat ze gevoelig is voor populisme en extremisme. Komt ze eenmaal in beweging, dan is het risico groot dat ze het recht in eigen hand neemt en haar frustratie afreageert op de rest van de samenleving, migranten en etnische minderheden niet in de laatste plaats. Om dit te vermijden, bepleit Standing politiek eerherstel voor de trits 'gelijkheid, vrijheid en broederschap' en, om te beginnen - zei hij vorige week op de Vlaamse tv - de invoering van een basisinkomen.
undefined