Postuum gelijk voor klokkenluider over aardbevingen
Twaalf jaar na zijn dood kreeg Meent van der Sluis alsnog gelijk. De sociaal geograaf uit Assen, die al in 1987 een verband zag tussen aardbevingen en het winnen van gas, was jarenlang weggezet als een charlatan. De NAM nam hem niet serieus en de overheid zag pas na de beving bij Huizinge, op 16 augustus 2012, de ernst van de aardschokken in.
Overheid en NAM hebben de veiligheid jarenlang genegeerd, concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid in een rapport dat vandaag online verschijnt. Tot Huizinge - 3.6 op de Schaal van Richter - lag de aandacht volledig bij de opbrengsten van het gas uit het Groningerveld en enkele kleinere gasvelden in de drie noordelijke provincies.
"Meent was ervan overtuigd dat hij gelijk had", vertelt zijn weduwe Trijni in hun doorzonwoning in Assen. "Hij werd weggehoond door NAM-woordvoerder Frank Duut. Tot op heden. Twee jaar geleden moest Duut in het Dagblad van het Noorden wel toegegeven dat Meent gelijk heeft gehad, maar zijn theorie blijft hij onzin noemen."
Proefschrift
Van der Sluis had in Duitsland aardbevingen meegemaakt, hij wist hoe het voelde. Door zijn studie wist hij ook wat er gaande was in de bodem in Limburg en het Ruhrgebied. Toen op Tweede Kerstdag 1986 de grond in Assen trilde, dacht hij aan de gasputten in het nabije Eleveld. Niet zo gek: Van der Sluis was op dat moment druk bezig met zijn proefschrift over 'ruimtelijke aspekten van het energiegebruik in Nederland'.
"In mijn schoonfamilie werd het nieuws goed gevolgd", vertelt Trijni van der Sluis. "Meents overgrootvader hield een dagboek bij van natuurverschijnselen en natuurrampen, dat heeft hem geïnspireerd. Mijn man knipte alles uit. Ik kan geen boek uit de kast pakken of er zitten krantenknipsels in. Hij documenteerde alles, ook de gaswinning."
Nul op rekest van NAM
Van der Sluis gaf les in milieukunde aan het Van Hall Instituut in Groningen (nadien gevestigd in Leeuwarden) . Zijn vrije tijd stak hij na zijn promotie in de politiek, als linksbuiten van de PvdA-fractie in Provinciale Staten van Drenthe. "Toen hij zijn mening over de aardbevingen ventileerde in de pers, kreeg hij aandacht van mensen die schade hadden geleden, zijn collega's en andere statenleden. Maar van de NAM kregen die allemaal nul op rekest."
Bepaald niet prettig, vertelt Trijni van der Sluis. "Onze drie kinderen zaten nog op de middelbare school. Het was voor hen vast niet leuk dat hun vader in de krant werd uitgemaakt voor Don Quichot of aardrijkskundeleraartje. Hij vroeg me of hij ermee moest doorgaan of niet. 'Jij hebt gelijk', heb ik toen gezegd, 'je moet je geweten volgen'. We wisten wel: dit gaat niet voorbij. Hij deed het uit plichtsbesef, uit betrokkenheid bij mensen."
'Je zult maar in dat gebied wonen'
Ze verwijst naar de mensen op de publieke tribune van de Tweede Kamer, tijdens het gasdebat van vorige week. "Ik heb een aantal van hen gesproken, zij hebben dat debat ervaren als een kwestie van aftikken van een plan dat allang vast lag. Die mensen zitten helemaal stuk. Dat de regering zo voorbij kan gaan aan veiligheid. Je zult maar in dat gebied wonen, van geslacht op geslacht, in de overtuiging dat we de aarde moeten doorgeven aan volgende generaties. Ik snap ook niet dat de kerken hier niet op ingaan."
"Mijn man heeft altijd gepleit voor omkering van de bewijslast, zodat de NAM moet aantonen dat schade niet is aangericht door de gaswinning. Dat er nu eindelijk gehoor wordt gegeven aan zijn waarschuwingen van destijds, daar kun je alleen maar blij mee zijn. Maar het is vooral uitstel om tijd te kopen. Het is net als bij de mijnbouw in Limburg of de oliewinning van Shell in Nigeria. De economische belangen wegen veel zwaarder dan de veiligheid en het milieu."