Postmarkt ondergraaft minimumloon
Er komt niets terecht van 'fatsoenlijke' contracten met minimum-uurlonen voor postbestellers, zoals afgesproken bij het vrijgeven van de postmarkt voor concurrentie nu één jaar geleden. De vakbonden eisen dat de regering ingrijpt.
Op 1 april had 14 procent van de 25.000 betrokken postbezorgers een vast arbeidscontract met bijbehorende cao-lonen en andere arbeidsvoorwaarden moeten hebben. Maar in plaats van 3.500 hebben slechts 111 postbezorgers zo'n arbeidscontract dat hen een sociaal minimum garandeert. De vakbond FNV Bondgenoten is woest dat de afspraken van een jaar geleden op zo'n grote schaal worden geschonden.
Na lang trekken en duwen werd vorig jaar april de hele Nederlandse postmarkt vrijgegeven voor concurrentie. Nadat al eerder poststukken van meer dan 50 gram en ongeadresseerd drukwerk door concurrenten van TNT Post bezorgd mochten worden, konden voortaan ook op naam gestelde brieven van minder dan 50 gram door de nieuwkomers worden rondgebracht. Daardoor mochten met name Sandd en Selekt Mail/DHL onder meer ook bankbrieven, post van de overheid en persoonlijke brieven van goede doelen gaan verspreiden.
De concurrenten van TNT berekenen veel lagere prijzen dan TNT tot een jaar geleden deed. Dat kunnen zij doen omdat zij hun postverspreiders niet in vaste dienst nemen, maar met een Overeenkomst van Opdracht (OvO) op stukbasis laten werken. Bovendien is het stukloon zo laag, dat een verspreider vaak slechts de helft van het wettelijk minimumuurloon verdient. Dat kan door een maas in de wet. Wie op basis van een OvO wertkt, werkt in feite als kleine zelfstandige met een eigen bedrijfje. En de wet zegt niets over de prijzen die twee bedrijven, het postbedrijf en de OvO-besteller, met elkaar als vergoeding afspreken.
Omdat de postbestellers van Sandd, DHL en Netwerk VSP (dat door TNT als goedkope tegenhanger van de nieuwe concurrenten in de markt is gezet) geen vast dienstverband hebben, krijgen zij ook niet doorbetaald bij ziekte of vakantie en zijn ze ook niet verzekerd voor schade en ongelukken tijdens het werk.
Al met al begon met de introductie van concurrentie op de postmarkt de afbraak van het Nederlandse sociaal stelsel. Om dat een halt toe te roepen eiste de Tweede Kamer en de regering dat de nieuwe postbedrijven in de loop van een paar jaar het overgrote deel van hun postbestellers in vaste dienst zou nemen. Per 1 april dit jaar zou dat 14 procent moeten zijn en op 1 oktober 2012 80 procent.
Het Seo, een bureau voor economisch onderzoek, heeft bekeken hoe het er na een jaar voorstaat, en dat blijkt bedroevend. Niet 14 procent maar slechts een half procent (111 van de 24.523) van de betrokken postbestellers heeft nu een arbeidsovereenkomst. Volgens Sandd heeft het bedrijf in maart wel aan 14 procent van de bestellers een arbeidsovereenkomst aangeboden, maar geven de meesten de voorkeur aan de flexibiliteit van een OvO.
Egon Groen van de vakbond FNV Bondgenoten vindt de ontwikkeling een 'grof schandaal'. ‘Flauwekul’, noemt Groen het flexibiliteitsargument van Sandd. ‘De flexibiliteit die ze nu hebben, kun je ook in een arbeidsovereenkomst regelen.’ FNV Bondgenoten heeft een zwartboek over de postmarkt online gezet.
Volgens de SEO-onderzoekers is er door de economische malaise nu minder post dan werd gedacht bij het maken van de afspraken over de percentages arbeidsovereenkomsten. Dat heeft weer geleid tot een moordende concurrentie tussen de drie postbedrijven, met veel lagere prijzen tot gevolg. Daardoor zijn de postbedrijven nu niet in staat om mensen een vast contract aan te bieden zonder zelf verlies te gaan leiden.
Als de overheid die ontwikkeling accepteert, komt het er op neer dat concurrentie op de postmarkt belangrijker wordt gevonden dan het handhaven van het Nederlands sociaal stelsel. In andere landen is de liberalisering van de postmarkt om vergelijkbare redenen vertraagd of afgeblazen. Groen van FNV Bondgenoten vindt dat de Nederlandse overheid de postbedrijven aan de afspraken over fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden moet houden en nu moet ingrijpen.