Populair in eigen land, maar ook over de grens

handbal | De Nederlandse speelsters zijn gewild in het buitenland. Hongarije lijkt het nieuwe Denemarken te worden.

FRED BUDDENBERG

De Emmense sporthal Angelslo puilt uit. De Nederlandse handbalvrouwen zijn ongekend populair. De oefenwedstrijd van zaterdag tegen IJsland was, net als die van een dag eerder in Almere, binnen een minuut uitverkocht. Een open training vorige week op sportcentrum Papendal trok ruim tweehonderd belangstellenden uit het hele land.

In de kantine van de sporthal filosofeert Sjors Röttger over de popularireit van de nationale ploeg. De technisch directeur van de bond, en oud-bondscoach van de vrouwen, betreurt het dat niet de NOS maar een commerciële zender de televisierechten van de WK's en EK's heeft. Daardoor kunnen veel mensen de verrichtingen van Oranje op die grote toernooien niet volgen.

Röttger denkt ook dat de vrouwenploeg, met alle respect, sporthallen als in Emmen is ontgroeid. Maar het NHV, dat vijf jaar geleden nog diep in de rode cijfers zat, kan het financiële risico niet nemen om bijvoorbeeld te kiezen voor de Ziggo Dome in Amsterdam. Over drie weken is in die hal voor de tweede keer de korfbalfinale, die in 2016 door 12.500 toeschouwers werd bezocht.

De populariteit van Oranje staat in schril contrast met de staat van dienst van de eredivisie. Volgens Röttger gaat een commissie aan de slag om het niveau van de nationale clubcompetitie op te krikken. Vorig jaar uitte Bert Bouwer, oud-bondscoach en nu coach van het Amsterdamse VOC, kritiek op het NHV, dat via de Handbalacademie alleen maar speelsters zou opleiden voor het buitenland. Met een uitholling van de eredivisie tot gevolg.

undefined

'Meiden met een missie'

Thans komen zo'n veertig Nederlandse speelsters uit in buitenlandse competities. Een trend die zich al aftekende in de tijd ¿ eind vorige eeuw, begin deze eeuw ¿ dat Bouwer bondscoach was. Hij haalde zijn 'meiden met een missie' destijds uit de competitie en stalde een aantal van hen bij Gudme in Denemarken, destijds het beloofde handballand.

Inmiddels lijkt Hongarije voor de internationals het nieuwe Denemarken te worden. Yvette Broch en Nycke Groot spelen al voor het tweede seizoen bij de Hongaarse kampioen Györi en Danick Snelder tekende vorig jaar bij Ferencvaros. De aanvoerster van Oranje krijgt volgend seizoen in Boedapest gezelschap van Laura van der Heijden, nu nog spelend voor het Deense Esbjerg.

De financiën, het hoge niveau en de kans om ver te komen in de Champions League waren voor het kwartet speelsters redenen om voor de Hongaarse competitie te kiezen. Volgende maand spelen Györi en Ferencvaros om een plaats in de Final Four van de Champions League.

"Ik wil daar nieuwe dingen leren, dat is altijd mijn hoofddoel", zei Van der Heijden na de simpele overwinning in Emmen op IJsland (38-18). De opbouwspeelster had vorig seizoen al contact met Ferencvaros, maar koos ervoor om met de Deense kampioen Esbjerg de Champions League in te gaan. Na vier jaar Duitsland (VfL Oldenburg) en drie jaar Esbjerg vond ze het tijd voor een stapje hogerop.

Snelder is blij met de komst van Van der Heijden, straks de enige linkshandige speelster bij Ferencvaros. "De clubs in Hongarije zijn heel professioneel", aldus de cirkelloopster. "De jeugdopleidingen zijn erg gestructureerd. Er komt veel talent door en de buitenlandse speelsters brengen de ervaring mee."

Een minpuntje is de gebrekkige communicatie. "Niet iedereen beheerst de Engelse taal . Dat is soms lastig, zeker als je de trainer niet kunt verstaan."

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden