Politiek / En hup, we schaffen vut en prepensioen af
De ingreep van Balkenende II in vut en prepensioen is 'onbegrijpelijk', zegt de sociaaldemocraat Leijnse. Leijnse leidde eerder dit jaar de -mislukte- coalitiebesprekingen tussen CDA en PvdA. Toen lagen er creatieve ideeën op tafel voor een levensloopregeling, waarin de mogelijkheid van vervroegd pensioen essentieel is. Het CDA heeft die in de onderhandelingen met VVD en D66 laten varen, zegt Leijnse. Tijdens de algemene beschouwingen, gisteren, kwam de CDA-fractie daarvan terug.
Het gesprek met oud-politicus Frans Leijnse (PvdA) neemt een verrassende wending, als hij zegt: ,,Ik heb een ingekankerd wantrouwen tegen daadkrachtige politici. Want zij maken gemiddeld genomen meer fouten dan minder daadkrachtige. Daar kun je vergif op innemen.''
Even eerder heeft hij zijn hart gelucht over het gebrek aan diepte waaraan het politieke debat lijdt, met ondoordachte en soms contraproductieve maatregelen als gevolg. ,,Ik kan maar één, heel platte oorzaak bedenken van die oppervlakkigheid. Men wil daadkracht tonen. En dat gaat zelden gepaard met nuance of expertise. Daadkracht staat te vaak voor haast en ondoordachtheid.''
Leijnse deed als informateur eerder dit jaar met de christen-democraat Donner een mislukte poging een CDA/PvdA-coalitie te smeden, waarna het CDA de steven naar VVD en D66 wendde. Met zijn bedenkingen tegen daadkrachtige politici becommentarieert hij beleidsdaden die het kabinet-Balkenende op Prinsjesdag presenteerde, waaronder in de eerste plaats de afsluiting van de routes naar vervroegde pensionering.
Volgens Leijnse, ooit vice-fractieleider van de PvdA en tegenwoordig voorzitter van de HBO-raad, wordt het kabinet-Balkenende II gekenmerkt door te veel daadkracht ten koste van de zorgvuldigheid. Hij rekent vooral het afsnijden van de weg naar vervroegde pensionering tot de ondoordachte maatregelen die daaruit kunnen voortkomen. Die ingreep is volgens Leijnse strijdig met de ideeën van het CDA over een 'levensloopregeling', waarbij de solidariteit tussen generaties wordt versterkt door sociale zekerheid en verlofregelingen af te stemmen op de levensfase waarin iemand verkeert.
,,Er zijn twee halve cijfertjes van het CPB waaruit zou blijken dat Nederland nog een beetje achterloopt met de arbeidsdeelname boven de 55. En hup, we schaffen niet alleen de fiscale faciliteiten voor de vut, maar ook ineens voor het prepensioen af. Maar die lage arbeidsdeelname ligt helemaal niet aan het prepensioen. Dat komt in eerste plaats doordat vrouwen hier later dan in de rest van Europa zijn begonnen na het huwelijk te blijven werken. Vrouwen tussen de vijftig en zestig werken dan ook vaak niet. De meeste vrouwen uit de generaties na hen daarentegen wel. Dus dat trekt vanzelf bij. Daarnaast zitten er nog veel oudere mannen in de WAO.''
,,In het verleden hebben we bovendien een wel erg succesvol beleid gevoerd ouderen versneld uit het arbeidsproces te laten stappen, ten gunste van jongeren, om de jeugdwerkloosheid te bestrijden. Voor de weg terug moet je dus even de tijd nemen. Al met al komt Nederland sinds 1995 ieder jaar meer dan een procent dichter bij het Europees gemiddelde voor de arbeidsdeelname boven 55. Binnen tien jaar zitten we daarboven. Dit kabinet doet dus buitengewoon onverstandig door te zeggen: we moeten ergens nog een paar honderd miljoen bezuinigen, hadden we niet nog dat verhaal met die ouderen?''
,,Volslagen onbegrijpelijk, vooral uit CDA-oogpunt. De fiscale faciliteit voor prepensioen kan een van de fundamenten vormen voor een behoorlijke levensloopregeling. Met die fiscale steun kun je mensen zelf laten sparen om gedurende hun werkzame leven verlof op te nemen als zij daar behoefte aan hebben. Dat is eigen verantwoordelijkheid in optima forma. Dat stelt ze in staat arbeid en zorg, opvoeding of opleiding naar eigen inzicht te combineren, en de lasten daarvan zelf op te brengen. Het oude thema van de emancipatie heeft in combinatie met het gezinsbeleid, deze moderne vorm aangenomen. Juist het CDA heeft eerder voorop gelopen in het denken over een levensloopbeleid, en terecht.''
,,In de aanzet voor een regeerakkoord tussen PvdA en CDA afgelopen winter stond een robuuste levensloopregeling, met creatieve ideeën. Dan is het toch niet zo gek dat ik dacht dat het CDA, vooral Balkenende daaraan hechtte. Het is me een volkomen raadsel waarom het CDA dat allemaal in dat akkoord met VVD en D66 heeft weggegeven. Er is nog maar een schamele 200 miljoen voor beschikbaar en de extra ruimte voor het prepensioen is ook weg. Daar kan dus maar één verklaring voor zijn: ideologisch steekt het levensloopbeleid nog niet zo diep bij het CDA.''
De ideeën in christen-democratische kring over levensloopbeleid werden in het verleden door de PvdA afgedaan als theemutsenbeleid. Leijnse: ,,Er zijn van die discussies over modernisering die in de PvdA lastig liggen. Je zag dat eerder bij de introductie van deeltijdarbeid. Dat moest niet. In die tijd had de PvdA nog het oude beeld voor zich van de werknemer als een bootwerker of metaalarbeider. Ons hele idee van arbeid moest nog veranderen. Maar de ideeën over een levensloopbeleid hebben nu ingang gevonden in mijn partij. Gelukkig, want als je het hebt over de brede verzorgingsstaat, dus over thema's die voor de middenklasse en jongeren van belang zijn, dan heb je het hierover. Een groot probleem van deze tijd is dat er een heleboel mensen zijn, vooral tweeverdieners, die klem lopen in de organisatie van het werk, de zorg, de opvoeding. Dat kun je een luxeprobleem, een eliteprobleem noemen maar het is wel een probleem en bovendien niet alleen van de elite maar ook van de kleine tweeverdiener.''
,,Het probleem met de PvdA is dat zij zich door een gebrek aan ideologisch debat soms weinig ontvankelijk heeft getoond voor de grote maatschappelijke veranderingen sinds het begin van de jaren tachtig, die de overgang van een industriële naar een kennis- en diensteneconomie markeren. In plaats van de vertrouwde levensloop van leren, werken, rusten, is er door vrouwenemancipatie en grotere arbeidsdeelname een grote variëteit aan leefpatronen ontstaan. Mannen en vrouwen willen allemaal hun eigen combinaties van bezigheden maken. Dat soort veranderingen werden in de PvdA vooral onder het motto 'economische zelfstandigheid' gebracht. Men miste wat het voor gezin en samenlevingsvorm betekende. In de jaren negentig heeft mijn partij vervolgens besloten de ideologische veren maar af te schudden, onder het motto dat we er voor de veranderingen in de samenleving niets aan hadden.''
,,In een scherp ideologisch debat over hoe samenleving in elkaar zit is de constatering onvermijdelijk dat het gezin een nieuw thema is. En ook een modern thema, waarmee de partij wat moet. Gezinsdenken was lang taboe in PvdA, want: theemutsen.''
,,Inderdaad, ik schreef een jaar of tien geleden dat de PvdA met de individualisering een adder aan de borst koesterde. De partij zag de samenleving als een verzameling eenlingen die allemaal economisch en sociaal zelfstandig moesten zijn. Dat klopt niet met wat veel mensen zelf willen. Zij streven naar economische zelfstandigheid, juist om bij elkaar te kunnen blijven en zorgtaken, opvoeding en werk te delen. Noem het tastbare solidariteit. Allemaal thema's die met levensloop en de inrichting van het gezinsleven te maken hebben.''
,,Het CDA heeft zijn jaren in de oppositie weliswaar in verwarring geleefd, maar ook de ruimte gebruikt om deze thema's beter te doordenken. Het was daardoor beter in staat de maatschappelijke ontwikkelingen te verwerken in een moderne vorm van gezinsdenken.''
De PvdA, zegt Leijnse, heeft te lang de ogen gesloten gehouden voor het feit dat de verzorgingsstaat mensen soms eerder afhankelijk maakt dan vrij. ,,Ik ben het ermee eens dat een verzorgingsstaat die mensen collectief voor de risico's van ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid verzekert, tot passiviteit aanzet. Het omslagsysteem waarin je alle mensen over één kam scheert en rechten collectief en anoniem organiseert, werkt niet goed in samenleving waarin de behoeften zeer gedifferentieerd zijn.''
,,Bekend is dat het ziekteverzuim onder Amsterdamse vuilnisophalers de helft minder werd na de invoering van financiële prikkels. Dat illustreert dat er in alle risico's die in de sociale zekerheid worden gedekt, een element van eigen verantwoordelijkheid zit. Optreden en duur van het risico hebben mensen gedeeltelijk zelf in de hand. Je bent vaker ziek als je teveel drinkt, je loopt een groter risico als je aan bungyjumpen doet dan wanneer je een goed boek leest. Drees zei al dat we in de sociale zekerheid eigen verantwoordelijkheid een plaats moeten geven. Niet door korting van uitkeringen, maar door zelf opgebouwde individuele rechten te plaatsen naast collectieve uitkeringsrechten, zoals in de pensioenen.''