Ploumen: Dringend hulp nodig voor Zuid-Soedanese vluchtelingen
We moeten vluchtelingen uit Zuid-Soedan niet vergeten. Die oproep doet minister Lilliane Ploumen van Ontwikkelingssamenwerking morgen aan haar Europese collega's. Door de oplaaiende burgeroorlog in het Afrikaanse land zijn er afgelopen twee maanden 110 duizend Soedanezen naar buurland Oeganda gevlucht. Het land kan de vluchtelingen geen fatsoenlijke hulp geven.
"Als er niets gebeurt en er niet meer financiële steun komt, is de kans op voedseltekorten levensgroot, met alle gevolgen van dien," zegt de minister. Oeganda vangt momenteel in totaal 650 duizend vluchtelingen op, niet alleen uit Zuid-Soedan, maar ook uit Burundi en Congo.
De grootste opvangkampen aan de grens met Zuid-Soedan - Adjumani en Kyriandongo - zijn overvol. Terwijl volgens het Nederlandse ministerie van buitenlandse zaken dagelijks 1800 vluchtelingen de grens overkomen. Een noodkamp, dat is opgezet in noordwest Oeganda, is slecht bereikbaar nu de regentijd is begonnen. Morgen gaat Ploumen de benarde situatie van de vluchtelingen aankaarten tijdens een vergadering met haar Europese collega's.
Het wereldvoedselprogramma (WFP) dat als onderdeel van de Verenigde Naties voedsel aan vluchtelingen verstrekt, kampt met geldproblemen in Oeganda. Omdat de organisatie op minder vluchtelingen had gerekend, heeft zij 40 miljoen extra nodig. Daarvan is pas de helft binnen.
"Het kan niet zo zijn dat we dit zien aankomen en het laten gebeuren dat mensen bijvoorbeeld onvoldoende voedsel krijgen, of onderdak, of levensgevaarlijke ziektes uitbreken," zegt Ploumen. Ze roept daarom rijke landen op hun bijdrage aan het WFP en aan de internationale vluchtelingenorganisatie UHCR te verhogen.
Burgeroorlog
Sinds juli is de burgeroorlog in Zuid-Soedan weer opgelaaid. Zuid-Soedan is Afrika's jongste land. Het werd in 2011 onafhankelijk van Soedan. Twee jaar later laaide een stammenoorlog op tussen de Dinka en de Nuer, de twee grootste etnische groepen. Ongeveer een jaar geleden sloten de leiders vrede en gingen samenwerken als president en vicepresident.
In juli barstte de strijd tussen hun legerfracties - beide gestationeerd in de hoofdstad Juba - opnieuw los. De vicepresident, voorman van de Nuer, werd de laan uitgestuurd. Sindsdien is het onrustig in het land. Zuid-Soedan heeft een van de grotere oliereserves van Afrika, maar is door onder meer verkwisting en gegraai van leiders zo goed als failliet. Volgens de VN heeft bijna de helft van de bevolking te weinig voedsel.
Begin deze maand besloot de Zuid-Soedanese regering een nieuwe troepenmacht van de Verenigde Naties toe te laten. Eerst weigerde president Salva Kiir dit, totdat de VN dreigden met sancties en een wapenembargo. Vierduizend blauwhelmen krijgen nu de gelegenheid de burgerbevolking in Juba te beschermen.