’Plezier in dans mag tegenwoordig weer’

Bettina Masuch, de nieuwe artistiek leider van Springdance: ¿Het leeuwendeel van de menselijke natuur is niet in woorden te vatten¿. (FOTO B. STOSS ) Beeld
Bettina Masuch, de nieuwe artistiek leider van Springdance: ¿Het leeuwendeel van de menselijke natuur is niet in woorden te vatten¿. (FOTO B. STOSS )

Springdance bestaat 25 jaar. Het programma van het Utrechtse festival refereert daarom expliciet aan danshistorische ijkpunten.

Sander Hiskemuller

Tijdens de productie ’Rite of Spring’ in het Holland Festival 1982 zat dansprogrammeur George Brugmans achter de maakster choreografe Pina Bausch in de zaal. Hij merkte gefascineerd op dat de legendarische dansvernieuwster continue aantekeningen bij haar eigen productie zat te maken. Het dansfestival waarbij Brugmans als programmeur en artistiek leider twee jaar later betrokken zou zijn, werd Springdance gedoopt: een hommage aan de legendarische vertegenwoordigster van het Duitse danstheater.

In 2009 bestaat Springdance vijfentwintig jaar. Bij deze jubileumeditie van het Utrechtse hedendaagse dansfestival is Bettina Masuch aangetreden als artistiek leider. „Bij een 25ste editie vraag je je automatisch af hoe je kunt relateren aan de traditie”, meent Masuch, eerder curator dans bij theater Hebbel am Ufer in Berlijn. „Hedendaagse dans heeft de laatste jaren vooral het hier-en-nu geclaimd, om het verschil tussen hedendaagse en klassieke dans te onderstrepen. Maar deze attitude van ’wij zijn anders’ verandert. Er is ruimte gekomen om te stellen: oké, we komen voort uit een kunstvorm met een enorme traditie en daar mogen we best op reflecteren.”

Springdance, het festival dat de jongste ontwikkelingen op het gebied van dans presenteert, zocht met een hernieuwde historische geestdrift een framewerk voor de programmering van de jubileumeditie. Zowel de openings- en slotvoorstelling refereren expliciet aan belangrijke danshistorische ijkpunten. De Franse dansmaker Jérôme Bel maakt met Lutz Förster, de 56-jarige danser bij Pina Bausch’ Tanztheater Wuppertal, een solovoorstelling waarin het invloedrijke Duitse danstheater letterlijk belichaamd wordt. Anne Teresa De Keersmaeker sluit het festival af met de herneming van haar signatuurstuk ’Rosas danst Rosas’ uit 1983. Masuch: „De Keersmaeker neemt stelling in hoe ’het nu’ tegenover ’het toen’ kan staan. Wat van vroeger is waardevol en interessant voor ons in deze tijd?”

Onder het motto ’Look back into the future’ openen de overige zeventien producties in Springdance een venster op wat eventueel, à la Bausch en De Keersmaeker, een nieuwe traditie voor de toekomst kan opleveren. Dat betekent het presenteren van talentvolle jonge dansmakers, ofwel „kunstenaars die hun eigen medium bevragen en niet bang zijn af te wijken van gebaande paden”, aldus Masuch. „Springdance is vooral een voorhoedefestival voor de jongste ontwikkelingen op het gebied van dans.”

Met welke ontwikkelingen zal de festivalbezoeker dan zoal in aanraking komen? Een nieuwe esthetiek, weet Masuch. „Hybride vormen – moderne dans en urban, flamenco en clubdance met elkaar versneden–- de inspiratie komt overal vandaan. Dat past bij een nieuw millennium: we googelen ons suf, zappen langs tientallen tv-kanalen en gebruiken al die informatie in stukjes en beetjes, zonder dat we ons druk maken over hoe we alles aan elkaar moeten rijgen. In hedendaagse dansvoorstellingen zie je dat de dramaturgische noodzaak is verdwenen om een homogene werkelijkheid te representeren. Het heterogene, dat elkaar soms tegenspreekt, maar altijd veelkleurig is, wordt enorm gekoesterd. En wat opvalt: na jaren heeft het lichaam, het fysieke, weer een centrale plaats gekregen.”

Dat laatste klinkt merkwaardig als je het over dans hebt, maar in de hedendaagse dans zoals Springdance die de laatste jaren presenteerde, leek de rol van het bewegende lichaam juist uitgespeeld. In de zogenaamde ’conceptuele dans’ leek stilstaan de norm en er waren Springdance-voorstellingen waar geen danspas aan te pas kwam. „Het ont-dansen van dans was een reactie op een rap veranderende wereld”, verklaart Masuch nu. „Door de ontsluiting van de media werd alles openbaar en van spektakel voorzien. In de dansscene ontstond daarop de ideologische discussie: als alles rondom ons in beweging is, kunnen wij daar het beste op reageren door beweging af te zweren en naar nieuwe vormen op zoek te gaan.”

Ook de nieuwe generatie dansmakers reageert op de wereld om zich heen, maar doet dat niet meer vanuit dergelijke strenge artistieke ideologieën. „Plezier in dans als expressie mág weer,” concludeert Masuch. „De hedendaagse dansscene was heel lang een scene voor insiders. Voor publiek was het niet altijd even gemakkelijk een ingang te vinden.” Toch vindt Masuch dat de vormstrijd gevoerd moest worden, de nieuwste generatie plukt daar nu eclectische vruchten van. „Toen ik dertig jaar geleden voor het eerst een voorstelling van Pina Bausch zag, werd haar benadering van dans als zeer controversieel ervaren. Maar haar werk is een ijkpunt gebleken voor de volgende generaties. Bausch’ ’Rite of Spring’ was weer een reactie op Nijinski’s werk ’Le Sacre du Printemps’ dat in 1913 een schandaal ontketende, maar al snel werd herkend als dansevolutionair sleutelstuk. Wat ik daarmee wil zeggen, is dat je niet bang moet zijn als je dans in eerste instantie niet begrijpt. Zie het als uitdaging om vérder te kijken.”

Masuch krijgt in dat idee rugdekking uit prestigieuze academische hoek. De beroemde Duitse hersenchirurg Wolf Singer werd uitgenodigd repetities bij te wonen van het nieuwste stuk van William Forsythe, de vernieuwer van de academische dans. Masuch: „Singer kwam aan de hand daarvan met de vraagstelling: hoe ontwikkelt de mens nieuwe ideeën? Immers: ons brein is eigenlijk ingesteld op het tegenovergestelde; het zorgt ervoor dat we herkennen wat we reeds weten. Singer stelt dat het óf biomoleculair toeval is dat er nieuwe connecties in het brein worden gelegd, óf het is iets wat je niet 1-2-3 begrijpt, maar wat het brein op onbewust niveau dwingt nieuwe verbanden te leggen. Met andere woorden: het is belangrijk geprikkeld te worden door het onbekende. We leven in een cultuur waarin het woord prevaleert. Maar het leeuwendeel van de menselijke natuur is niet in woorden te vatten. Het onzegbare, het onvoorspelbare – om dat te kunnen blijven ontwikkelen – dat is de grote kracht achter dans.”

(Trouw) Beeld
(Trouw)
Bruno Beltrao en Gruppo de Rua brengen de voorstelling H3. (FOTO SCUMEK ) Beeld
Bruno Beltrao en Gruppo de Rua brengen de voorstelling H3. (FOTO SCUMEK )

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden