TuinierenLoethe Olthuis
Plant een boom, maar denk eerst goed na
Elke tuin verdient een boom. Volgens mijn groengoeroe Romke van de Kaa is de biodiversiteit in een tuin met zelfs maar één boom bijna 50 procent groter dan in een tuin zonder boom. Niet dat de boom dan vol zit met eekhoorns, maar het is wel een thuis voor insecten als kevertjes, bladrollers, spanrupsen, spinnetjes, galwespjes en andere microbeestjes. En al dat kleine leven trekt weer vogels, die bovendien beschutting en eventueel nestplaatsen vinden in je boom. Vogels zijn niet alleen leuk, maar houden insecten in toom, verspreiden bessen en zaden, en vogelpoep zorgt voor bemesting van de bodem.
Boomkwekerij Van den Berk (vdberk.nl), Ten Hoven bomen (tenhoven-bomen.nl), bomenenzo.nl en sprinklr.co (biologisch) hebben veel bomenkeuze. Op yarinde.nl vind je allerlei verschillende dakbomen.
Dus: plant nu een boom! Maar wat voor boom? Ik zou zeggen: eentje die bij jou en je tuin past. Eenmaal geplant verzet je een boom niet zomaar, dus denk er goed over na. Hoe groot is je tuin? Wat voor grondsoort en licht heb je? Hoe groot mag de boom worden? Hoe breed, hoe hoog? Wil je een boom die mooi bloeit en insecten trekt, die bessen heeft of bijzonder gevormde bladeren? Moet je boom verkleuren in de herfst of wil je dat-ie zijn bladeren houdt? Wil je een boom om lekker onder te zitten of eentje die de inkijk van de buren tegengaat?
Ik zou willen afraden een boom te nemen die je elk jaar moet snoeien, zoals een bolacacia of leilinde. Een knotwilg kan wel, daarmee kun je best een jaartje overslaan en van de takken kun je geweldige vlechtschermen, afrasteringen of ‘takkenrillen’ maken.
Stichting MeerBomenNu oogst overtollige boomzaailingen (zoals berken) uit natuurgebieden en geeft ze weg (meerbomen.nu). Als je takken van wilg, populier, vlier en vijg in de grond steekt, gaan ze wortelen.
Ga op zoek naar jouw ideale boom en geef niet te snel op. Maak een wensenlijstje, googel je te pletter of vraag een natuurlijk werkende hovenier of tuincentrum om advies: het liefst eentje die niet zelf bomen verkoopt, anders wordt het toch weer die bolacacia. Om je op weg te helpen: voor een goede ‘zitboom’ kijk je naar zogenoemde ‘dakbomen’ zoals een glansmispel of moeraseik. Tegen inkijk en lastige buurkinderen kies je dichte, groenblijvende bladeren zoals hulst of conifeer.
Liever een lagere boom? Er zijn genoeg kleintjes (maximaal 4 meter). Denk aan Japanse kornoelje (Cornus kousa) met prachtige witte bloemen en bessen, of een Japanse esdoorn met exotische bladeren. Schattig? Krentenboompje. Duivelswandelstok groeit snel en is groenblijvend. Voor waanzinnige bladkleuren plant je Perzisch ijzerhout (Parrotia). Snel een grote boom? Berk, esdoorn, vlier en wilg groeien als kool. Voor een eik of beuk moet je de tijd nemen. Die plant je eigenlijk voor je (klein)kinderen…
Loethe Olthuis schrijft wekelijks een column over tuinieren. Lees hier eerdere afleveringen terug.