PKN-gemeente moet na twaalf jaar dominee kunnen uitzwaaien
Een gemeente in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) moet na twaalf jaar afscheid kunnen nemen van de eigen predikant. Ook als die predikant prima functioneert en de onderlinge verhoudingen goed zijn. De vertrekkende predikant krijgt wachtgeld, dat mede wordt betaald door de uitzwaaiende gemeente. De kerkleiding legt dat voorstel later deze maand voor aan de PKN-synode, het hoogste bestuursorgaan van de kerk. Nu is zo'n afscheid nog onmogelijk. Een aanstelling van een predikant is in principe voor onbepaalde tijd.
Er is wel een belangrijke voorwaarde aan de nieuwe regeling verbonden: het moet met wederzijds goedvinden gebeuren. Als de gemeente vindt dat het tijd wordt dat de predikant vertrekt, maar hij of zij denkt daar anders over, dan moeten beide partijen in overleg met hogere kerkbestuurders. Dat kan ertoe leiden dat de predikant toch nog een tijdje blijft, al dringt zich daarbij wel de vraag op wat dat betekent voor de verhoudingen tussen gemeente en predikant. Momenteel geldt voor iets meer dan een op de vijf predikanten dat ze al langer dan twaalf jaar in dezelfde kerkelijke gemeente aan het werk zijn.
De Protestantse Kerk wil graag dat predikanten vaker van standplaats veranderen. Dat is goed voor de predikanten zelf, denkt de kerkleiding, en ook voor de gemeenten: 'Wisseling van predikanten levert voor gemeenten een verrijkende ervaring op die niet op een andere manier kan worden bereikt', schrijft de werkgroep. 'Regelmatige doorstroom versterkt de kracht tot vernieuwing van gemeenten en van de kerk en doorbreekt vastgeroeste patronen of scheefgroei in verhoudingen.'
Het afscheid na twaalf jaar maakt deel uit van een lange lijst maatregelen die de mobiliteit van predikanten moeten bevorderen. En al die voorstellen horen weer bij de grote vernieuwingsoperatie waar de PKN momenteel mee bezig is. Onder de vlag 'Kerk 2025' is de kerk bezig om zich van bestuurlijke ballast te doen. Dat is nodig, zegt de kerkleiding, omdat de kerk in tijden van krimp juist flexibel moet kunnen zijn, makkelijker moet kunnen vernieuwen, en vooral met de kern van kerk-zijn bezig moet kunnen zijn: geloven.
undefined