Pisa agendeert belangrijke vragen
In Trouw van 6 december werd aandacht besteed aan Pisa, de internationale vergelijkende toets voor leerlingen van 15 jaar. De Nederlandse leerlingen doen het, vergeleken met veel andere landen, nog steeds vrij goed, maar zijn wel behoorlijk achteruit gegaan ten opzichte van drie jaar geleden. De reactie daarop van Rene Kneyber, lid van de Onderwijsraad, schiet ernstig tekort (Verdieping, 14 december).
Hij stelt dat Pisa niets zegt over wat wij belangrijk vinden in onderwijs. Dit is onjuist. In het Nederlandse onderwijs in wiskunde en natuurwetenschappen staat juist de 'wetenschappelijke geletterdheid' centraal waarop Pisa zich richt. Kneybers opmerking dat dit de uitkomsten zijn van een toets door een externe partij is juist een reden om de resultaten serieus te nemen. Zijn stelling dat in Singapore 20 procent van het bnp naar onderwijs gaat klopt niet: dit ligt volgens Wereldbank, Unesco en Oeso al jaren in de orde van 3 procent, tegenover ongeveer 5,5 procent in Nederland. Ten vierde zijn de Pisa-scores niet onbetrouwbaar, maar wordt juist de mate van onzekerheid goed weergegeven. Zo eenvoudig kunnen we de resultaten van Pisa dus niet naast ons neerleggen.
Zeker, het Pisa-onderzoek heeft beperkingen, zeker als je alleen naar de lijstjes kijkt. Het agendeert echter een aantal belangrijke vragen. Hoe komt het dat Nederlandse leerlingen gemiddeld zo weinig interesse hebben voor natuurwetenschappen? Waarom zijn de prestaties voor wiskunde op havo en vwo zo achteruit gegaan de afgelopen jaren, nadat ze daarvoor ook al zijn gedaald? Zijn er verschillen tussen de prestaties bij inzichtelijke vragen en bij opdrachten gericht op procedures of feitenkennis? Hoe komt het dat socio-economische status in Nederland nog steeds vrij sterk samenhangt met schoolprestaties?
Een aantal van deze vragen kan worden beantwoord door de grote hoeveelheid gegegevens van Pisa in meer detail te onderzoeken. Met zo'n secundaire analyse, uit te voeren door een team van vakdidactici en psychometrici, kan Pisa zijn waarde voor het Nederlands onderwijs bewijzen. In plaats van voor afschaffing pleit ik dus voor een dergelijk onderzoek. De daling van het niveau in Nederland, zoals die uit Pisa naar voren komt en ook blijkt uit de resultaten van 10-jarigen bij het TIMSS-onderzoek (naar kennis van de exacte vakken), is te belangrijk om de schouders bij op te halen.
undefined