Pers laat lokale politiek steeds meer links liggen

Raadsvergadering in de groene zaal van Almere, de tribune blijft leeg. ( FOTO WERRY CRONE, TROUW) Beeld
Raadsvergadering in de groene zaal van Almere, de tribune blijft leeg. ( FOTO WERRY CRONE, TROUW)

De lokale politiek wordt door steeds minder schrijvende journalisten gevolgd. Het aantal raadsvergaderingen waar vrijwel nooit een meer een journalist komt, neemt toe. Een kwart van de gemeenten zag de laatste vijf jaar een afname. Dat blijkt uit onderzoek van Trouw onder 156 raadsgriffiers.

Alwin Kuiken

Gisteren precies een jaar geleden uitte de commissie Brinkman, onder leiding van voormalig cultuurminister Elco Brinkman, zijn bezorgdheid al over de situatie. Uit het onderzoek van Trouw blijkt dat de situatie niet nijpend is, maar wel verslechtert terwijl er weinig toekomstperspectief is.

Gemiddeld wordt 85 procent van de raadsvergaderingen bezocht door de schrijvende pers. Groningen bungelt met 67 procent onderaan, Zeeland voert met 98 procent de lijst aan. Het dieptepunt vormt de gemeente Beemster in Noord-Holland. Als enige deelnemende gemeente aan het onderzoek wordt hier nooit een vergadering bijgewoond. In Purmerend, Landsmeer en Elburg bezoeken journalisten slechts één op de tien raadsvergaderingen.

Peter Nefkens, voorzitter lokale media van de journalistenvakbond NVJ noemt de toestand zorgelijk. „De situatie is slecht voor de pluriforme pers. Als er nu een krant verdwijnt, komt er namelijk niets meer voor in de plaats.”

Regionale dagbladen (84 procent) en huis-aan-huisbladen (64 procent) zijn het best vertegenwoordigd. Media die alleen op internet verschijnen, komen in slechts vier gemeenten. Bijna de helft van de griffiers ziet maar één journalist komen die een derde van de tijd ook maar een deel van de vergadering bijwoont. Nefkens begrijpt dat goed. „Veel gemeenten houden geen rekening met journalisten. Die plaatsen het belangrijkste agendapunt achteraan. Niet iedereen gaat daar drie uur op zitten wachten.”

Uit het onderzoek blijkt dat het voor gemeenten kan lonen om rekening met journalisten te houden. Goes en Apeldoorn behoren tot het selecte groepje van tien gemeenten waar niet minder, maar meer journalisten komen. Goes bespreekt maandelijks alleen nog de onderwerpen die discussie opleveren, Apeldoorn ging in 2005, evenals andere gemeenten, werken met de Politieke Markt: een systeem met korte vergaderingen.

Door rekening met journalisten te houden, vormen Goes en Apeldoorn een uitzondering. 65 procent van de griffiers zegt namelijk dat hun gemeente de laatste vijf jaar actiever werd in het zélf opzoeken van de burger. Een enkeling (Renswoude en de Rotterdamse deelgemeente Charlois) huren, tot ongenoegen van de NVJ, een freelance journalist in.

Het merendeel van de gemeenten koopt advertentieruimte, laat een website bouwen of neemt communicatiemedewerkers aan. Leeuwarden probeert met een eigen televisieprogramma burgers voor politiek te interesseren.

Ondanks alle extra kosten die hiermee gepaard gaan, lijkt er geen andere oplossing. De aanname van de commissie Brinkman dat huis-aan-huisbladen zouden oprukken vanwege de problemen bij regionale dagbladen, blijkt bijvoorbeeld niet te kloppen. Huis-aan-huisbladen krijgen weliswaar een opvallend hoog rapportcijfer (een 6,7, tegenover een 6,6 bij regionale dagbladen), maar zijn niet aan een opmars bezig. Negen procent van de griffiers zag journalisten van huis-aan-huisbladen de laatste vijf jaar vaker langskomen. Maar een kwart zag hen juist wegblijven.

Ook andere media, zoals radio en televisie, stappen maar mondjesmaat in het gat dat door de terugtrekkende dagbladen ontstaat. Bijna de helft van de gemeenten waar een daling plaatsvindt, laat weten dat geen enkel ander medium inspringt.

Het merendeel (129 van de 156 gemeenten) probeert die leemte op te vangen door de vergadering dan maar via het internet uit te zenden. Dat heeft echter een negatief effect op de kwaliteit van de verslaggeving.

Bijna de helft van deze gemeenten constateert namelijk een achteruitgang. Nefkens kijkt daar niet van op. „Je mist als journalist toch de mimiek. Journalisten zouden internet alleen moeten gebruiken als het niet anders kan.”

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden