'Perfect zijn is niet nodig om gelukkig te worden'

null Beeld Patrick Post
Beeld Patrick Post

De nuchtere blik van het stoïcisme helpt ons om in het leven geluk te vinden, meent filosoof Massimo Pigliucci. Hij vond het.

Marco Visscher

Onverstoorbaar. Berustend. Gelaten. Dat zijn woorden waaraan we wellicht denken als we iemand een stoïcijn noemen. Onterecht, vindt Massimo Pigliucci. Een stoïcijn vindt zijn weg naar geluk door te accepteren dat we niet alles kunnen beïnvloeden, maar dat we wél vrij zijn in ons gedrag en onze reactie. Voor een stoïcijn geen eindeloze navelstaarderij vol introspectie, maar een praktische opdracht om je ethisch op te stellen jegens anderen en jezelf.

Pigliucci, die bekendstaat als een sceptisch wetenschapsfilosoof, raadt het stoïcisme van harte aan als bron voor dagelijkse inspiratie over hoe we ons leven het beste kunnen leiden. Twee jaar geleden schreef hij er een stukje over voor The New York Times - en zag tot zijn grote verbazing dat het die dag het meest gedeelde artikel werd. Kennelijk had de 2500 jaar oude filosofie iets geraakt. Daarom schreef Pigliucci ‘Hoe word je een Stoïcijn? Oude filosofie voor het moderne leven’.

Na uw katholieke opvoeding in Italië werd u atheïst. Waarom bleef u zoeken?

“Ik was nooit een heel uitgesproken atheïst. Ik weet niet zeker of er een God is, maar ik denk niet dat er een goede reden is om dat te denken; eenhoorns bestaan ook niet. Maar ik loop daar niet mee te koop. In Amerika heb ik jarenlang in de biblebelt gewoond. Als ik mezelf daar had gepresenteerd als atheïst, dan zouden ze me voor een monster hebben aangezien. Ik begrijp de frustratie en boosheid die atheïsten als Richard Dawkins kunnen voelen, maar ik geloof niet dat je daaraan moet toegeven. Het helpt niemand als we andere mensen beledigen of kleineren vanwege hun geloofsovertuigingen. Het is gewoon niet aardig.”

En zo werd u seculier humanist, maar dat gaf u ook weer op.

“Het spreekt me nog steeds aan, maar het voelt te veel als een waslijst van liberale, progressieve zaken: gelijkheid, mensenrechten, rede, wetenschap. Prima, maar zo’n lijst maakt nog geen coherente, praktische filosofie. Ik zocht naar een moreel kompas voor mijn dagelijks leven, zodat ik beter kon bepalen wat ik doe, welke prioriteiten ik stel en hoe ik met anderen omga. Het humanisme geeft me daarvoor te weinig houvast.”

Er knaagde iets?

“Een beetje. Pas toen ik rond mijn veertigste besloot om filosofie te studeren, veranderde mijn manier van denken. Ik kwam in aanraking met uiteenlopende opvattingen over ethiek. Zo vernam ik van de stoïcijnen. Er was een week waarin we experimenteerden met de praktische kant van hun filosofie. Zo hielden we bij wijze van zelfreflectie een dagboek bij, waarin we aan het einde van de dag terugkeken op iets wat de ethiek raakt, en waarbij je jezelf drie vragen stelt: wat deed ik goed, wat deed ik verkeerd en wat had ik beter kunnen doen? Iedere ochtend stelden we ons voor wat de slechtste uitkomst van die dag kon zijn. Je kiest iets wat je die dag gaat doen en waar je tegen opziet. Je visualiseert wat in het meest dramatische geval verkeerd kan gaan, en dan zeg je tegen jezelf: nou, als dát het ergste is, kan ik er wel mee overweg.”

Lekker opbeurend...

“Dat ís het wel degelijk. Zo kun je jezelf mentaal voorbereiden op de tegenslagen die op je pad kunnen komen. Bovendien herinnert zo’n oefening je eraan dat de slechtst denkbare uitkomsten vrij zeldzaam zijn. Meestal gaan de dingen eigenlijk best goed.”

Stoïcijnen stellen nadrukkelijk dat er maar weinig in onze macht ligt. Dat klinkt nogal deprimerend.

“Haha, ik vind het helemáál niet deprimerend! Integendeel, zelfs. En ik ben bepaald niet de enige. Het inzicht dat je op sommige dingen invloed hebt en op andere niet vind je in veel spirituele tradities - jodendom, boeddhisme, islam. In het christendom zie je het in het beroemde gebed om kalmte: ‘God, schenk mij de kalmte om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen, de moed om te veranderen wat ik kan veranderen, en de wijsheid om het verschil hiertussen te zien.’ We zien het ook terug in cognitieve therapie.

“Dit oerdegelijke besef geeft je een realistische blik op het leven. Zo kun je je aandacht richten op datgene waarover je wél controle hebt: je waarden, je oordeelsvermogen, je gedrag, je handelingen.”

Het resultaat hebben we niet in de hand, zegt het stoïcisme.

“Klopt. Weet u, ik heb jaren geleden besloten om beter voor mijn lichaam en mijn gezondheid te zorgen. Dat was míjn eigen keuze. Ik koos ervoor informatie te vinden en om mijn gedrag aan te passen. Ik bepaalde wat ik wel en niet at, of ik wel of niet naar het fitnesscentrum ging, en hoe vaak. Dat ligt allemaal in onze eigen controle. Maar de uitkomst van al die keuzes en inspanningen is níet aan mijzelf. Mijn gezondheid hangt bijvoorbeeld ook deels af van mijn genetische opbouw en aanleg: iets waar ik niet zelf voor heb gekozen en waaraan ik niets kan veranderen.

“Wanneer we ons realiseren dat we niet alle resultaten kunnen bepalen, haalt dat op een prettige manier de druk eraf. Ik besef terdege dat ik op een dag ziek kan worden. Het enige wat ik kan doen, is om naar mijn beste kunnen mijn bijdrage te leveren om dat te voorkomen. Zorgen maken over het resultaat zal in elk geval niet helpen.”

In ‘De zeven eigenschappen van effectief leiderschap’ schreef Stephen Covey iets dergelijks, over de cirkels van betrokkenheid en invloed. Jatwerk?

“Welnee. In academisch werk moet je altijd zorgen voor een juiste bronvermelding, maar bij algemene, praktische levenslessen, ach, dan maakt dat toch niet uit? Het is veelzeggend dat tradities en culturen op verschillende momenten in de geschiedenis, ogenschijnlijk onafhankelijk van elkaar, kennelijk tot dezelfde basisideeën zijn gekomen die mensen hebben geholpen om in het leven te staan. Het zegt mij dat het gaat om ideeën die werken. Ook nadat de stoïcijnse scholen een half millennium hadden gefloreerd voor ze werden verdrongen door de opkomst van het christendom, hebben de stoïcijnen invloed gehad op de westerse cultuur. Augustinus, Thomas van Aquino, Erasmus, Descartes, Spinoza: ze zijn er allen door beïnvloed.”

Pigliucciis onderdeel van een nieuwe stroom van denkers die zich laten inspireren door het stoïcisme. Zoals journalist Oliver Burkeman in zijn ‘Tegengif: geluk voor mensen die een hekel hebben aan positief denken’, en psycholoog Svend Brinkmann in ‘Standvastig: onder alle omstandigheden jezelf blijven’: tegendraadse boeken over persoonlijke groei. In Letter&Geest zei Brinkmann dat we beter naar ándere mensen kunnen luisteren dan naar onze innerlijke stem - neem geen coach in de arm, maar een vriend.

De interesse in zelfhulpboeken bewijst onze hang naar handreikingen voor ons alledaagse leven, zegt Pigliucci.

Het zegt ook iets over de behoefte om het leven positief te benaderen. Werkt dat volgens u niet?

“De positieve psychologie heeft geleid tot uitwassen. Zo vertelt de documentaire ‘The Secret’ je dat je alles kunt krijgen wat je wilt, omdat het universum met je meebuigt als je het maar hard genoeg wilt. Maar de simpele werkelijkheid is natuurlijk - en dat zullen mensen toch ook beginnen te snappen - dat het universum helemaal niet meebuigt. Laten we realistisch en redelijk blijven: je kunt je best doen en soms zit het mee, soms zit het tegen. Het stoïcisme biedt zo’n nuchtere blik, tempert je verwachtingen en helpt je je te richten op wat je werkelijk kunt beïnvloeden.”

Toch klinkt de stoïcijnse oproep om ons voortdurend te realiseren dat we zullen sterven weinig aantrekkelijk.

“Het is belangrijk te beseffen dat we allemaal sterfelijk zijn, omdat het zaken in perspectief zet. Zo waarderen we meer dat we vandaag leven. Het is ook een uitnodiging om je tijd niet te verdoen, want het leven is niet oneindig. Als we geld uitlenen, stellen we een heel contract op over terugbetalingstermijnen, rente en wat niet al. Maar we realiseren niet dat we tijd weggeven en dat die niet meer terugkomt. Dan kun je met je tijd maar beter het beste doen.”

Voor een stoïcijn is het belangrijk om je ethisch te gedragen, toch?

“Dat is zelfs het állerbelangrijkste.”

Oef, is dat niet heel moeilijk?

“Nee hoor. Je hoeft geen perfect mens te zijn. Je kunt gewoon, zoals Seneca het zei, proberen om vandaag een beter persoon te zijn dan gisteren. De meesten van ons hebben geen al te grote dagelijkse ethische kwesties waarmee ze worstelen. Het gaat doorgaans niet om leven en dood, maar om hoe we ons gedragen richting gezinsgenoten, vrienden en collega’s. Of het gaat om alledaagse keuzes die we maken, van wat we eten - worden milieu, dieren en arbeiders er beter van of niet? - tot waar we bankieren: werkt de bank mee aan dubieuze wapenproductie of juist aan eerlijke handel?”

Wat is onze gids in het maken van deze keuzes?

“We hoeven slechts de vier deugden in gedachten te houden: praktische wijsheid, zodat we naar ons beste kunnen weten te navigeren in complexe situaties; matigheid, zodat we op gepaste wijze reageren; moed, zodat we het moreel juiste durven te doen; en rechtvaardigheid, zodat we anderen behandelen zoals wijzelf behandeld zouden willen worden. Het zijn heel praktische principes. Als je hierop je leven afstemt en probeert om in je leven de beste mens te zijn die je kunt zijn, dan bereik je een staat van kalmte en gelijkmoedigheid en maak je je niet langer druk om kleine dingen.”

Hoe word je een Stoïcijn? Oude filosofie voor het moderne leven
Ten Have
220 blz.
€ 22,90

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden