Pater Frans had hoop, de activisten niet

BEIROET - Geschokte activisten in Homs twijfelen er niet aan: "Het zijn agenten van het regime die pater Frans hebben vermoord". Aan het woord is Yazan al-Homsi, die deze krant in februari in contact bracht met de Nederlandse pater. "Het is niet de eerste keer sinds de belegering dat zij hem aanvallen." Eerder werd het klooster van de pater beschoten door de regering.

Pater Frans van der Lugt (75) werd gisteren op klaarlichte dag vermoord. Hij werd door twee gewapende mannen naar buiten gesleurd en voor zijn klooster in de oude stad van Homs in elkaar geslagen. Toen werden er twee kogels door zijn hoofd geschoten.

De Syrische staatsmedia beschuldigen 'terroristen', hun benaming voor de rebellen. De gouverneur van Homs, Talal al-Barazi, stelde dat de extremisten van Jabhat al-Noesra verantwoordelijk zijn voor de moord. De aan Al-Kaida geallieerde beweging zit bij het klooster van pater Frans om de hoek. In februari verklaarde de pater tegenover Trouw zonder problemen met hen samen te leven.

Maar de situatie in het belegerde deel van Homs werd steeds schrijnender. De oude stad wordt al sinds mei 2012 belegerd. Na de evacuatie van 1400 burgers in februari, kwam er geen eten meer binnen. Er zitten nog ongeveer duizend achtergebleven strijders en burgers vast - zij die niet wilden of durfden te vertrekken. De voedselpakketten die tijdens de evacuatie werden uitgedeeld, zijn al weken op.

"We overleven op onkruid", vertelt Al-Homsi via Skype. Daar leefde ook Pater Frans op. Hij waarschuwde al over hoe honger het moreel in de stad afbrak en er steeds meer werd gestolen. "We leven in een gevaarlijke realiteit. Mensen veranderen in wilde beesten", schreef hij in januari op een christelijke facebookpagina.

Pater Frans had desondanks vertrouwen in de toekomst; hij concludeerde drie weken geleden dat een einde aan de belegering nabij was aangezien de extremisten zwakker werden. Binnenkort zou het leger de buurt hernemen en de voedselvoorziening hervatten, voorspelde hij in een gesprek met familieleden.

Maar zo rooskleurig ziet Al-Homsi het niet. "As en onzekerheid" is alles wat de achterblijvers te wachten staat, zo vat hij somber samen.

Ook andere geestelijken doelwit
Pater Frans van der Lugt is niet het enige christelijke slachtoffer van moslimextremisten in Syrië. Ook voor het leven van andere christelijke geestelijken wordt gevreesd.

In april vorig jaar ontvoerden onbekenden ten noorden van Aleppo twee Syrische bisschoppen: de Syrisch orthodoxe Mar Gegorios Yohanna Ibrahim en zijn Grieks- katholieke collega Boulos Yazigi. Ze zouden gevangen zijn genomen door een Tsjetsjeense krijgsbende. Over hun lot is niets bekend.

Op 29 juli van dat jaar verdween de Italiaanse jezuïtische priester Paolo Dall'Oglio in de stad Raqqa. Dall'Oglio, die in Syrië werkte, keerde zich na de opstand tegen het Syrische bewind, dat hem verbande. In Raqqa zwaait de groepering Isis de scepter, die vecht voor een islamitische staat in Syrië en het westen van Irak. Isis gold als een bondgenoot van Al-Kaida, maar zelfs die organisatie vond Isis op den duur te gewelddadig. Isis vecht behalve tegen president Al-Assad ook tegen andere djihadistische, door Al-Kaida gesteunde strijdgroepen. Dall'Oglio wilde in Raqqa onderhandelen over de vrijlating van gevangenen.

Moslimextremisten belagen behalve christenen ook andere godsdienstige minderheden, zoals sji-ieten, alawieten en soefi's. In december namen djihadstrijders twaalf nonnen gevangen, na de verovering van het christelijke stadje Maloula. In maart kwamen ze vrij. De nonnen zeiden goed te zijn behandeld.

undefined