Pas maar op voor suiker
Is het eigenlijk wel een echte beloning, als na het zuur het zoet komt? Pas maar op. Want als suiker de oorzaak is van die zoete smaak, is de gezondheid in gevaar.
Dat er suiker zit in koekjes, jam of chocola zal niemand verbazen. Maar suiker zit ook in veel producten waarvan je het niet zou verwachten. Maak je thuis andijviestamppot, dan doe je er geen suiker in. Maar koop een kant-en-klare portie uit het koelvak en je eet ongemerkt suiker. Het zit ook in leverworst, of in het befaamde broodbeleg van mayonaise en fijngehakte groente. In de voedingsindustrie wordt suiker, behalve om te zoeten, gebruikt om producten meer volume te geven. Een cake zonder suiker zou een kleintje zijn.
De gemiddelde Nederlander verbruikt jaarlijks 32 kilo suiker. Dat is alleen de toegevoegde suiker, niet de suikers die van nature in voedingsmiddelen zitten. Maar slechts 15 procent van die 32 kilo (dus 4,8 kilo) doet hij zelf in z’n eten; de rest (dus ruim 27 kilo) voegt de voedingsindustrie toe. Het kan altijd erger, natuurlijk: de gemiddelde Amerikaan krijgt jaarlijks 49 kilo suiker binnen. Het kan ook minder: een Thai eet ruim 26 kilo per jaar.
In Nederland is vooral de ADHD-achtige tv-kok Pierre Wind ervan overtuigd dat die 32 kilo toegevoegde suiker radicaal uit de voeding moet verdwijnen. Vorig jaar schreef hij er een boekje over (’WAM – de Wind Afval Methode’), maar dat gaat vooral over afvallen. Volgens Wind is suiker een groot slankheidsgevaar: „Suiker is een groter probleem dan vet. De machtige voedingsindustrie pleurt overal suiker in. Stop met suiker en light-producten.”
Dan zag William Dufty (1916-2002) het toch breder. Ooit was hij (de zesde) echtgenoot van de Amerikaanse filmster Gloria Swanson (1897-1983). Net als zij was hij zeer kritisch op wat hij at. Gloria Swanson nam overal haar eigen eten mee naartoe, want de rommel die haar buitenshuis werd voorgezet bliefde ze niet. Dufty, biograaf van Billie Holiday, schreef ook boeken over gezonde (en ongezonde) voeding en wijdde in 1975 een heel boek aan de diverse gevaren van suiker: ’Sugar Blues’. Het werd een enorme bestseller – maar om nu te zeggen dat het suikergebruik van de Amerikaan erdoor afnam, nee.
Suiker, waarmee Dufty bedoelt: het geraffineerde product (voor chemici: C12H22O11) gemaakt van suikerriet of suikerbiet, is volgens hem niet alleen gevaarlijk voor gewicht en gebit. Als soldaat tijdens de Tweede Wereldoorlog trok Dufty mee met de Franse troepen (want hij sprak Frans) in de Vogezen en Duitsland, at achttien maanden lang geen korrel suiker en was ondanks de strenge winter niet een keer verkouden. Terug in de VS keerde de suiker in zijn menu terug: cake, chocolade, Pepsi. Binnen een paar weken had hij de ene kwaal na de andere. Aambeien. Koorts. Huidaandoeningen. Oorinfecties. Oogziekten. Migraine.
Een vriend zette hem op een dieet van havermout, rijst en kip en verbood koffie en sigaretten. Zodra hij weer ’normaal’ ging eten kwam de migraine terug – maar het kwartje viel nog niet echt. De ware bekering kwam toen Dufty een boek las dat suiker omschreef als ’vergif, dodelijker dan opium en gevaarlijker dan radioactieve neerslag’. Hij mikte alles waar suiker in zat de keuken en de koelkast uit, was de eerste 24 uur doodziek van de ontwenningsverschijnselen en merkte toen hoeveel goed een suikerloos bestaan hem deed.