Voor de Haagse verantwoordelijken zijn de conclusies van de commissie-Groningen spijkerhard. Het is de vraag wat de Groningers hebben aan aftredende ministers.
Tegenover Hotel Spoorzicht in Loppersum, waar de leden van de parlementaire enquêtecommissie de nacht doorbrachten en waar journalisten vrijdagochtend het bijna tweeduizend pagina’s dikke enquêterapport konden lezen, wappert de Groningse vlag halfstok. De boodschap is duidelijk: de feiten over zeventig jaar gaswinning en de voor de bevolking rampzalige gevolgen liggen nu dan wel op tafel, maar de Groningers zijn nog niet geholpen.
Mogelijk mede vanwege dit breed in Groningen levende sentiment, is de commissie buiten haar oorspronkelijke onderzoeksvraag getreden. De commissie onder leiding van GroenLinks-Kamerlid Tom van der Lee zou vooral de geschiedenis van de gaswinning onderzoeken, hoe de schaduwkanten daarvan steeds overheersender werden, en hoe de versterkingsoperatie vastliep. Vrijdag keek de commissie echter ook vooruit, met een serie aanbevelingen. Nederland heeft ‘een ereschuld’ in te lossen aan Groningen, klinkt het.
De conclusies van de enquêtecommissie zijn, zeker voor de Haagse verantwoordelijken, tamelijk vernietigend. De belangen van de Groningers zijn ‘structureel genegeerd’. Er waren meer dan zeshonderd bevingen nodig voordat de ernst van de zaak tot het Binnenhof doordrong.
Bewindslieden lieten het financiële belang prevaleren
De manier waarop de gaswinning sinds de jaren vijftig is vormgegeven, leidde tot een innige band tussen de oliemaatschappijen Shell en Exxon (die samen de Nam vormen) en de ambtenaren van het ministerie van economische zaken. Bewindspersonen hadden hier nauwelijks vat op, als ze dat al wilden. Vaker lieten zij financiële belangen prevaleren.
Dat geldt tijdens de eerste helft van zijn premierschap óók voor premier Mark Rutte, hoewel hij sinds 2019 steevast benadrukt hoe “verschrikkelijk” hij de situatie in Groningen vindt. Vrijdag zei Rutte dat het rapport ook bij hem ‘hard’ is binnengekomen. Het hele kabinet is “zeer gemotiveerd om recht te doen” aan Groningen. “Er is veel werk te doen in die regio, het schadeherstel, de versnelling ervan en hoe we het vertrouwen terugwinnen", aldus de premier, die verder eerst het rapport goed wilde lezen.
Een verzachtende omstandigheid voor de huidige Haagse politici is dat zij het nauwelijks beter of slechter deden dan generaties bewindspersonen voor hen. Bovendien hadden zij vaak maar zicht op een deel van wat zich allemaal in de Groninger bodem en in de bestuurskamers van multinationals afspeelde.
Een rampzalige situatie
De presentatie van dit enquêterapport doet denken aan het rapport van de ondervragingscommissie naar de toeslagenaffaire, ruim twee jaar geleden. Destijds ging het over ‘ongekend onrecht’, de commissie-Van der Lee spreekt nu van “ongekend systeemfalen”, en een “rampzalige” situatie. Ze wijst erop dat het aantal Groningers met schade aan hun woning gelijkstaat aan het aantal inwoners van Leiden en Alkmaar bij elkaar. De commissie herhaalt instemmend de vaststelling van getuigen dat de gaswinning nooit zo uit de hand zou zijn gelopen, als de gasvoorraad onder de Randstad was gevonden.
Het rapport over de toeslagenaffaire maakte voor het grote publiek pas echt inzichtelijk hoezeer de fraudebestrijding uit de hand was gelopen. Uiteindelijk leidde het – kort voor de verkiezingen – tot het aftreden van het kabinet-Rutte III. De Haagse vraag wie zijn verantwoordelijkheid nu moet nemen komt de komende tijd ongetwijfeld opnieuw op. Dat ook het rapport over de gaswinning verschijnt in campagnetijd kan leiden tot een onvoorspelbare dynamiek voor individuele bewindspersonen of voor het hele kabinet. Toch lijken een groot deel van de Kamer én veel Groningers er niet voor te voelen om staatssecretaris Hans Vijlbrief van mijnbouw te offeren. Hoewel ook hij moeite heeft met het boeken van resultaten, zijn de Groningers gematigd tevreden over zijn aanpak.
Alleen maar dieper cynisme
De commissie biedt met haar aanbevelingen óók een uitweg aan het kabinet, een waaraan de Groningers mogelijk meer hebben dan aan aftredende ministers. Het persbericht dat het rapport vergezelt roept de verantwoordelijken op hun ereschuld in te lossen en eindigt haast pamflettistisch met de strijdkreet “Groningers boven gas!”
De aanbevelingen die de commissie doet, baren voor volgers van het dossier-Groningen nauwelijks opzien. Meer geld, soepeler procedures, meer oog voor het publieke belang én aandacht voor het vestigingsklimaat in de provincie; al die plannen kwamen al eerder voorbij.
Pas als het rapport ertoe leidt dat de aanbevelingen ook eindelijk uitgevoerd worden, zullen de Groningers concluderen dat de enquêtecommissie een verschil heeft gemaakt. Tegelijkertijd bestaat het risico dat het Gronings cynisme alleen maar dieper wordt, als ook deze adviezen wegzakken in het bestuurlijke moeras rond de gaswinning.
Lees ook:
Rutte en andere politici onder vuur in rapport over gaswinning
De parlementaire enquêtecommissie gaswinning velt in haar eindrapport een hard oordeel over verschillende bewindspersonen, onder wie premier Mark Rutte.Die maakte wel excuses, maar voor de Groningers veranderde er weinig.