Opinie
Partneralimentatie is er voor kinderverzorging
De PvdA, VVD en nu ook de PVV willen de kinderalimentatie beperken of zelfs geheel afschaffen. Aanleiding is een onderzoek van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen, waarin staat dat er zich in 70 procent van de gevallen problemen voordoen met het innen.
Het voorstel heeft een heftige discussie aangezwengeld of partner- alimentatie nog nodig is. Elma Drayer van Trouw en anderen willen die geheel afschaffen. Vrouwen die niet hun eigen brood verdienen, maar van het geld leven van een man, beschouwen ze als 'verwende prinsesjes'. Zijn ze dat echt? Ik zie uitsluitend rondrennende Assepoesters met een sloot kinderen en oudere vrouwen die geen enkele kans meer maken op de arbeidsmarkt.
Lang geleden is er aan de partner-alimentatie een limiet gesteld van twaalf jaar met de motivering dat na die twaalf jaar het jongste kind oud genoeg zou zijn om de moeder in haar eigen levensonderhoud te laten voorzien. Partneralimentatie had destijds dus het karakter van een bijdrage van de andere ouder in de kosten van verzorging van de gezamenlijke kinderen.
Het is opvallend dat het alternatieve plan dat PvdA en VVD hebben gemaakt geen aandacht besteedt aan dit aspect, de verzorgingsbehoefte van kinderen. Er staat een rekenvoorbeeld in van een gezin met een fulltime huismoeder, een zoon van 14 en een dochter van 10. Na de scheiding kan de vrouw in haar levensonderhoud voorzien, zij het karig. Maar bij de berekening van de totale kinderalimentatie blijven de opvangkosten van de kinderen gedurende haar arbeidstijd buiten beschouwing. Betekent dat dat de kinderen geacht worden zonder toezicht te kunnen?
Wie de alimentatie voor de kinderen correct wil berekenen, voegt de kosten van hun verzorging, opvang of begeleiding (bijvoorbeeld de huiswerkcursus op weekdagen) bij de andere kosten van hun levensonderhoud. Het totaal wordt daarna over de ouders verdeeld naar rato van hun draagkracht. Als de kinderalimentatie zo is berekend, kan voor jongere vrouwen na zeer korte tijd de part-neralimentatie vervallen. Dat is het eerste voordeel.
Vanwege het belastingvoordeel werden en worden de kosten van verzorging van de gezamenlijke kinderen door de verzorgende ouder altijd opgevoerd als partneralimentatie. Want die was en is geheel aftrekbaar en de kinderalimentatie maar voor een deel. Als de aftrekbaarheid van alle alimentaties geschrapt is, zal dit oneigenlijke verschil verdwenen zijn. Dan wordt de alimentatieberekening inzichtelijker (tweede voordeel) en vergt die minder werk van de betrokkenen, mediators, advocaten en rechters, en van de Belastingdienst (derde voordeel).
Voor de Staat levert het schrappen van de aftrekbaarheid een zekere belastingvermeerdering op (vierde voordeel), die dan wel behoort te worden geoormerkt voor kinder- opvang en/of andere voorzieningen voor kinderen. Ten slotte maakt het een einde aan een oneigenlijk douceurtje voor welvarende alimentatiebetalers ter hoogte van ruim de helft van de betaalde alimentatie (vijfde voordeel).
Het spreekt vanzelf dat bij de overgang naar niet-aftrekbaarheid alle alimentaties moeten worden herberekend.